Artikel 15 Leiding - Hoogspanningsverbinding
15.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor een hoogspanningsverbinding.
15.2 Bouwregels
In afwijking van het bepaalde bij de andere daar voorkomende bestemmingen mogen:
-
a. binnen de beschermingszone van de hoogspanningsleiding geen nieuwe bouwwerken worden gebouwd.
15.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 15.2 voor het toestaan van de in deze artikelen genoemde functies en het bouwen van bouwwerken ten behoeve van die functies, mits:
-
a. ter plaatse een aanvaardbaar woon- en leefklimaat kan worden gerealiseerd;
-
b. advies is verkregen van de leidingbeheerder.
15.4 Specifieke gebruiksregels
In afwijking van het bepaalde bij de andere daar voorkomende bestemmingen zijn op de voor Leiding - Hoogspanningsverbinding bedoelde gronden geen nieuwe kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten toegestaan.
15.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
15.5.1 Aanlegverbod zonder omgevingsvergunning
Het is verboden zonder of in afwijking van omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden van het bevoegd gezag op de in lid 15.1 bedoelde gronden de volgende andere werken uit te voeren:
-
a. het aanbrengen van hoog opgroeiende beplantingen en bomen;
-
b. het aanleggen van andere kabels en leidingen dan in de bestemmingsomschrijving is aangegeven, en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur.
15.5.2 Uitzonderingen op aanlegverbod
Geen omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden is nodig voor:
-
a. andere-werken die het normale onderhoud en beheer betreffen;
-
b. andere-werken die in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan of uitgevoerd kunnen worden op grond van een voor dat tijdstip aangevraagde of verleende vergunning.
15.5.3 Voorwaarden voor een omgevingsvergunning
-
a. Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden als bedoeld in lid 15.5.1 mag alleen en moet worden geweigerd indien door het uitvoeren van de andere-werken, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de mogelijkheid van een adequaat beheer of de veiligheid van de leidingen en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen;
-
b. Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden wordt niet eerder verleend dan nadat schriftelijk advies is verkregen van de leidingbeheerder.