direct naar inhoud van Artikel 14 Wonen - Lintbebouwing
Plan: Noordrand
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0489.BPNOR20120000-VI01

Artikel 14 Wonen - Lintbebouwing

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Lintbebouwing' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het wonen in de vorm van grondgebonden woningen;
  • b. dienstverlening: uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening';
  • c. een paardenbak: uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - 1';

met daaraan ondergeschikt:

  • d. beroep aan huis;
  • e. parkeervoorzieningen;
  • f. nutsvoorzieningen;
  • g. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • h. erven.

14.2 Bouwregels

Op de in lid 14.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, waarbij de volgende regels gelden:

14.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. hoofdgebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. het bouwvlak mag voor 100 % worden bebouwd tenzij ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' anders is aangegeven;
  • c. de goothoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste 3 m, tenzij ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' anders is aangegeven;
  • d. de bouwhoogte van hoofdgebouwen mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' is aangegeven;
  • e. de dakhelling bedraagt maximaal 60 graden dan wel de ten tijde van terinzagelegging van het ontwerp bestemmingsplan bestaande grotere dakhelling, met dien verstande dat bestaande dakhellingen niet mogen worden gewijzigd;
  • f. de goothoogte van hoofdgebouwen mag worden overschreden door dakkapellen, indien:
    • 1. de afstand tot de dakvoet, de nok en de zijkanten van het dakvlak ten minste 0,5 meter bedraagt;
    • 2. de bouwhoogte van de dakkapel, gemeten vanaf de voet van de dakkapel, ten hoogste 1,75 meter bedraagt;
    • 3. de breedte van dakkapellen aan de voor- of zijkant van het hoofdgebouw ten hoogste 50% van het dakvlak bedraagt;
  • g. uitbreiding van bestaande hoofdgebouwen mag uitsluitend plaatsvinden in de vorm van bijbehorende bouwwerken;
  • h. woningsplitsing en -samenvoeging is niet toegestaan;
  • i. overschrijding van de bestemmingsvlakken is uitsluitend toegestaan voor dakoverstekken en luifels tot een maximum van 1 meter;
  • j. dakoverstekken van dakkapellen en dakopbouwen mogen maximaal 0,2 meter bedragen.

14.2.2 Bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. bijbehorende bouwwerken worden gebouwd binnen het bestemmingsvlak;
  • b. de afstand van bijbehorende bouwwerken tot de voorgevel van het hoofdgebouw, of het verlengde daarvan, bedraagt ten minste 2 meter bij hoekwoningen en 1 meter bij tussenwoningen tenzij anders op de verbeelding is aangegeven;
  • c. de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens bedraagt minimaal 2 meter indien deze grenst aan de openbare weg of openbaar groen tenzij anders op de verbeelding is aangegeven;
  • d. de breedte van aan het hoofdgebouw gebouwde bijbehorende bouwwerken mag, voor zover buiten het bouwvlak gelegen, ten hoogste 3 meter bedragen;
  • e. de diepte van aan het hoofdgebouw gebouwde bijbehorende bouwwerken mag, voor zover buiten het bouwvlak gelegen, ten hoogste 3 meter bedragen;
  • f. de goothoogte van bijbehorende bouwwerken bedraagt ten hoogste 3 meter;
  • g. aan het hoofdgebouw gebouwde bijbehorende bouwwerken zijn voorzien van een plat dak of de dakhelling is gelijk aan de hellingshoek van het hoofdgebouw;
  • h. de nokhoogte van de niet aan het hoofdgebouw gebouwde bijbehorende bouwwerken bedraagt ten hoogste 4,5 meter;
  • i. het gezamenlijk oppervlak aan bijbehorende bouwwerken bedraagt ten hoogste 50% van het bebouwbaar erf, met een maximum van 60 m². Bij een bebouwbaar erf, met een oppervlak groter dan 120 m2 mag het gezamenlijk oppervlak aan bijbehorende bouwwerken maximaal 60 m2 vermeerderd met 10% van het bebouwbaar erf, bedragen.
  • j. overschrijding van de bestemmingsvlakken is uitsluitend toegestaan voor dakoverstekken en luifels tot een maximum van 1 meter.

14.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:

  • a. bouwwerken geen gebouwen zijnde mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan:
    • 1. 2 meter voor erf- en terreinafscheidingen;
    • 2. 2 meter voor tuinmeubilair;
    • 3. 2,5 meter voor overige bouwwerken geen gebouwen zijnde.

14.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 14.2.1 teneinde uitbreiding van hoofdgebouwen door middel van nokverhoging dan wel het plaatsen van dakopbouwen mogelijk te maken, uitsluitend teneinde een verblijfruimte te realiseren die anders niet voldoet aan het Bouwbesluit.

14.4 Specifieke gebruiksregels
  • a. tijdelijke of permanente bewoning van de niet aan het hoofdgebouw gebouwde bijbehorende bouwwerken is niet toegestaan;
  • b. een beroep aan huis is toegestaan mits:
    • 1. de vloeroppervlakte van de activiteiten ten hoogste 40% van het betrokken hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken bedraagt, met een maximum van 60 m²;
    • 2. geen onevenredige verkeersaantrekkende werking ontstaat;
    • 3. het beroep door de bewoner wordt uitgeoefend;
  • c. het aantal parkeervoorzieningen in overeenstemming is met de gemeentelijke parkeernota.

14.5 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 14.1 teneinde een bedrijf aan huis toe te staan, waarbij geldt dat:

  • a. de vloeroppervlakte ten hoogste 40% van de vloeroppervlakte van het betrokken hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken bedraagt, met een maximum van 60 m2;
  • b. geen onevenredige verkeersaantrekkende werking ontstaat;
  • c. de bedrijfsactiviteiten door de bewoner worden uitgeoefend.