direct naar inhoud van Artikel 3 Agrarisch
Plan: Zuidpolder
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0489.1481381700-0001

Artikel 3 Agrarisch

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. agrarische bedrijfspercelen behorende bij een agrarisch bedrijf zoals genoemd in artikel 1.8, 1.9, 1.10, 1.26 en 1.40;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'kas': tevens glastuinbouw, zoals genoemd in artikel 1.28;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning': één bedrijfswoning behorende bij het agrarisch bedrijf;
  • d. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, water, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen en laad- en losvoorzieningen.
3.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

3.2.1 Gebouwen
  • a. de gebouwen worden uitsluitend binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. de goothoogte ter plaatse van de aanduiding 'kas' bedraagt ten hoogste 4,5 m;
  • c. de bouwhoogte ter plaatse van de aanduiding 'kas' bedraagt ten hoogste 8 m;
  • d. de goothoogte ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' bedraagt ten hoogste 4,5 m;
  • e. de goothoogte van bedrijfswoningen mag worden overschreden door dakkapellen, indien:
    • 1. de afstand tot de dakvoet, de nok en de zijkanten van het dakvlak ten minste 0,5 m bedraagt;
    • 2. de bouwhoogte van de dakkapel, gemeten vanaf de voet van de dakkapel, ten hoogste 1,5 m bedraagt;
    • 3. de breedte van dakkapellen aan de voor- of zijkant van het hoofdgebouw ten hoogste 50% van het dakvlak bedraagt met een maximum van 3 m;
  • f. de bouwhoogte ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' bedraagt ten hoogste 10 m;
  • g. de inhoud van bedrijfswoningen bedraagt ten hoogste 500 m³, waarbij (de delen van) gebouwen die onder peil gelegen zijn worden meegeteld bij de inhoudsberekening;
  • h. de goothoogte van de overige bedrijfsbebouwing bedraagt ten hoogste 4,5 m;
  • i. de bouwhoogte van de overige bedrijfsbebouwing bedraagt ten hoogste 10 m;
  • j. het bouwen van niet tot de agrarische bedrijfsvoering behorende bijgebouwen is toegestaan, met dien verstande dat:
        • a. de oppervlakte van de bijgebouwen ten hoogste 50 m² bedraagt;
        • b. de goothoogte van een bijgebouw ten hoogste 3 m bedraagt;
        • c. de bouwhoogte van een bijgebouw ten hoogste 4,5 m bedraagt.
3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden binnen het bestemmingsvlak gebouwd, met dien verstande dat binnen een afstand van 3,5 m aan weerszijden van de bestemming Water geen bebouwing is toegestaan in verband met het onderhoud van de watergangen;
  • b. de bouwhoogte van erfafscheidingen bedraagt ten hoogste 2 m;
  • c. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevel van bedrijfswoningen bedraagt ten hoogste 1 m;
  • d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 6 m.