7.1 Systematiek
Het is zaak om voor de bestaande en toekomstige bebouwing en functies een bestemmingsregeling te ontwerpen die zo veel mogelijk ruimte biedt voor de verandering en aanpassing aan veranderende behoeften en wensen. Het plan dient met andere woorden flexibel en doelmatig te zijn en dient rechtszekerheid te bieden omtrent de ruimte voor verandering. Daar staat tegenover, dat het plan de nodige bescherming moet bieden tegen ontwikkelingen die mogelijk schadelijk zijn voor anderen. Bescherming tegen een zodanige ontwikkeling wordt samengevat in de term rechtsbescherming.
In het plan heeft een en ander geleid tot de volgende principe-opzet:
- Aan de gebruiker van gronden en opstallen worden zo veel mogelijk vrijheden gegeven om zijn eigen beleid te voeren, zonder dat de overheid daarin regels stelt. Deze vrijheden worden zonder beperking als recht in het plan geformuleerd.
- Indien in veel gevallen een mogelijke beschadiging van de belangen van andere gebruikers wordt verwacht, geeft het plan als recht iets beperktere mogelijkheden. Het plan biedt in zo'n geval wel verruimde mogelijkheden, maar deze zijn voorwaardelijk in het plan opgenomen, in de vorm van een afwijkingsbevoegdheid.
- Voor zwaardere gevallen wordt gebruik gemaakt van een wijzigingsbevoegdheid dan wel een uitwerkingsplicht. In dit soort situaties is het niet goed mogelijk om vooraf te bepalen onder welke voorwaarden en in welke situatie deze extra mogelijkheid zal kunnen worden toegekend dan wel de extra beperking noodzakelijk zal zijn.