Plan: | Eerste partiële herziening Krommenie |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0479.STED3871BP-0301 |
De toelichting van deze eerste partiële herziening is als volgt opgebouwd. In dit eerste hoofdstuk wordt een inleiding gegeven op het bestemmingsplan. De aanleiding, het plangebied en de vigerende regeling worden achtereenvolgens behandeld. In Hoofdstuk 2 worden de locaties en ontwikkelingen die tot aanpassing hebben geleid nader toegelicht. In Hoofdstuk 3 wordt ingegaan op de uitvoerbaarheid van deze herziening.
Een aantal recente ontwikkelingen, waarvoor deels toezeggingen zijn gedaan door de gemeente, danwel reeds vergunningen zijn verleend, vormt de aanleiding voor deze herziening. Ook wordt een aantal onvolkomenheden uit het bestemmingsplan Krommenie hersteld met deze herziening.
Deze partiële herziening bestaat uit regels en een verbeelding en is voorzien van onderhavige toelichting. Omdat het hier om een herziening gaat, moet dit plan in samenhang met het moederplan worden gelezen. Wanneer in deze herziening wordt gesproken over het 'moederplan', dan wordt daarmee het bestemmingsplan Krommenie, zoals vastgesteld op 4 juli 2013, bedoeld.
Deze herziening heeft betrekking op aanpassingen van zowel de verbeelding als een aantal regels. De herziening van de verbeelding heeft betrekking op een aantal percelen die verspreid liggen in het gebied. Het betreft de percelen:
1. Jupiterstraat 141;
2. Willis- Zuidereilanden
3. Heiligeweg 43 en 47;
4. Heiligeweg 107 en 109;
5. Heiligeweg 170;
6. Heiligeweg 183, 185 en 187a;
7. Uitweg 74;
8. Weiver 6 en 28;
9. Weiver 77a;
10. Geluidcontour Schiphol (20 Ke geluidzone);
Daarnaast is een deel van de regels die gelden voor het plangebied van het moederplan herzien. Het gaat om een toevoeging in de regels ten behoeve van een aanduiding voor een rijbak. De plancontour van deze herziening is daarom grotendeels gelijk aan de plancontour van het moederplan.
Voor het plangebied geldt het volgende bestemmingsplan:
De voorliggende bestemmingsplanherziening is alleen bedoeld om een aantal aanpassingen aan te brengen, die in hoofdstuk 2 nader worden beschreven. Het bestemmingsplan Krommenie blijft voor het overige volledig van toepassing.
Deze partiële herziening heeft betrekking op wijzigingen van de volgende locaties, bestemmingen en planregels:
De wijzigingen met betrekking tot bovengenoemde locaties en/of planregels worden hieronder nader toegelicht.
Dubbelbestemmingen en gebiedsaanduidingen
Ter plaatse van een aantal locaties gelden op grond van het bestemmingsplan “Krommenie” (moederplan) tevens één of meerdere dubbelbestemmingen en/of gebiedsaanduidingen. Alle in het moederplan aangegeven (dubbel)bestemmingen en gebiedsaanduidingen zijn ongewijzigd van toepassing en zijn niet opgenomen in deze herziening.
Het betreft hier een aanpassing van de verbeelding van de afmetingen van de dakopbouwen van de woningen gelegen in het plan Willis, zuidereilanden, aan de straten Zonnebaars 22 tot en met 46, Kolblei 1 tot en met 25, Serpeling 1 tot en met 27 en Serpeling 2 tot en met 32 te Krommenie. In het moederplan Krommenie zijn de dakopbouwen ingetekend met foutieve afmetingen, gemeten vanaf het hoogste punt van het platte dak vanwaar de dakopbouw geplaatst kan worden. Hierdoor is te weinig volume mogelijk gemaakt voor de nog eventueel te realiseren dakopbouwen.
In 2003 is er een omgevingsvergunning verleend ten behoeve van het bouwen van 70 woningen aan de Zonnebaars 22 tot en met 46, Kolblei 1 tot en met 25, Serpeling 1 tot en met 27 en Serpeling 2 tot en met 32 te Krommenie. De vergunning geeft ruimte aan een te realiseren dakopbouw van 5,5 meter per woning. In het moederplan is slechts een dakopbouw van 3,5 mogelijk.
De verbeelding is aangepast conform de in 2008 verleende omgevingsvergunning.
Dit perceel heeft in het moederplan de bestemming 'Wonen'. Wonen is binnen het bouwvlak reeds toegestaan binnen deze bestemming. Door de aanpassing van de verbeelding conform de verleende omgevingsvergunning wijzigt het gebruik van de percelen niet.
Afbeelding 2.4 Afbeelding van de maatvoering dakopbouw in het bestemmingsplan Krommenie (moederplan)
Afbeelding 2.5 Afbeelding van de juiste maatvoering van de dakopbouwen, zoals opgenomen in de verbeelding van bestemmingsplan Eerste Partiële Herziening Krommenie
Het bouwvlak is hier over meerdere percelen gelegen. De percelen waarvoor de maatvoering is aangepast zijn gelegen binnen het bouwvlak van de bestemming 'Wonen' zoals op afbeelding . is weergegeven.
De vergunning voor de woningen met dakopbouw aan de Zonnebaars 22 tot en met 46, Kolblei 1 tot en met 25, Serpeling 1 tot en met 27 en Serpeling 2 tot en met 32 te Krommenie is reeds in 2003 verleend. Door het opnemen van de juiste maten van de dakopbouwen op genoemde percelen in het bestemmingsplan Eerste Partiële Herziening Krommenie wordt de fout uit het moederplan hersteld.
Het betreft hier een aanpassing van ondergeschikte aard. Vanuit 'milieu' zijn er geen aandachtspunten. Daarnaast zijn voor het bouwen/gebruiken van een pand als woning in de planregels van het moederplan reeds voorschriften opgenomen. Zo mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan 10 meter. Er zijn geen belemmeringen om de verbeelding aan te passen conform de verleende vergunning.
Op de verbeelding is in de bouwvlakken de maatvoering voor de dakopbouwen aangepast aan de in de vergunning gestelde normen. De op de verbeelding aangepaste situatie is passend binnen de bestaande planregels zoals opgenomen in het moederplan. Er is dan ook geen aanpassing van de planregels nodig.
Het betreft hier een wijziging naar aanleiding van een reeds verleende omgevingsvergunning voor het 'uitbreiden van basisschool De Komeet met twee lokalen en diverse ruimtes ten behoeve van ondersteunende functies' op de locatie Jupiterstraat 141 te Krommenie. Naar aanleiding van deze verleende omgevingsvergunning moet het in de verbeelding van het moederplan opgenomen bouwvlak worden aangepast en vergroot. In onderstaande afbeeldingen staat de situatie weergegeven zoals deze in het moederplan is opgenomen (afbeelding 2.1) en zoals deze, conform de verleende vergunning (afbeelding 2.2), is aangepast in de verbeelding behorend bij dit bestemmingsplan (afbeelding 2.3).
Afbeelding 2.1; Verbeelding vigerend bestemmingsplan (moederplan)
Afbeelding 2.2; tekening behorend bij de onherroepelijke bouwvergunning 2008
Afbeelding 2.3: verbeelding Eerste Partiële Herziening Krommenie
Het moederplan wordt met deze herziening aangepast, via een wijziging van de verbeelding (afbeelding 2.3).
De school De Komeet, die een maatschappelijke bestemming in het moederplan heeft gekregen op het perceel aan de Jupiterstraat 141, is reeds planologisch toegestaan. In 2008 is daarnaast een omgevingsvergunning verleend voor het vergroten van de bouwmassa van de school door het toevoegen van twee extra schoollokalen. De (ruimtelijke) onderbouwing van deze aanpassing heeft reeds plaatsgevonden bij het verlenen van de omgevingsvergunning.
Het vergroten van het bouwvlak ten behoeve van het realiseren van extra schoollokalen en ondersteundende ruimtes past binnen de beleidsuitgangspunten van zowel rijk, provincie als gemeente. Het realiseren van een uitbreiding van het bestaande schoolgebouw met twee lokalen is vanuit ruimtelijk oogpunt passend bevonden. De uitbreiding voegt zich op een verantwoorde wijze in de stedenbouwkundige opzet van het bestaande gebouw.
Uit de ruimtelijke onderbouwing is gebleken dat er geen omgevingsaspecten zijn die een belemmering vormden voor het verlenen van een omgevingsvergunning en het vergroten van het bouwvlak en dat de wijziging van het pand past bij de stedenbouwkundige opzet van het reeds bestaande schoolgebouw.
De wijziging betreft alleen een aanpassing van de verbeelding voor dit perceel en houdt concreet een vergroting van het bouwvlak in (zie afbeelding 2. 1 en afbeelding 2.2). Het gedeelte waar het bouwvlak in is komen te liggen heeft de bestemming 'maatschappelijk' gekregen, waarmee voor het gehele bouwvlak dezelfde bestemming als in het moederplan wordt gehandhaafd. Het aanpassen van de verbeelding (afbeelding 2.3) conform de verleende omgevingsvergunning wijzigt het gebruik van het perceel niet.
Het betreft hier een wijziging naar aanleiding van een reeds verleende omgevingsvergunning voor het verbouwen van kantoorruimte tot woning op de begane grond van het pand aan de Heiligeweg 43 tot en met 47 te Krommenie. Om de vergunde situatie in te passen in het bestemmingsplan wordt de bestemming van het perceel Heiligeweg 43 tot en met 47 gewijzigd van 'Centrum' naar 'Gemengd'.
De bestemming 'Centrum' staat wonen niet toe. Daarom is de bestemming, conform de verleende vergunning, gewijzigd naar 'Gemengd', waarbinnen wonen wel is toegestaan. Daarnaast is de bestemming 'Gemengd' in overeenstemming met bestemmingen van de overige percelen in de straat. Door de bestemming te wijzigen naar 'Gemengd' blijft het mogelijk om de bebouwing voor meerdere functies te gebruiken.
De (ruimtelijke) onderbouwing van deze aanpassing heeft reeds plaatsgevonden bij het verlenen van de omgevingsvergunning. Zie voor een nadere toelichting de volgende subparagraaf.
Afbeelding 2.6: Verbeelding vigerend bestemmingsplan (moederplan)
Afbeelding 2.7: Verbeelding Eerste Partiële Herziening Krommenie
Bij de vergunningprocedure is het bouwplan reeds getoetst op planologische en stedenbouwkundige aanvaardbaarheid, waarbij is geoordeeld dat geen redenen bestonden om geen medewerking te verlenen aan het bouwplan. Hierbij zijn bij het verlenen van de vergunning de volgende aspecten in acht genomen:
De functiewijziging heeft betrekking op het achterste gedeelte van het pand op de begane grond. het betreft een een inpandige verbouwing zonder wijzigingen in het volume van het pand. ruimtelijk gezien is deze functieverandering geen bezwaar. In het bestemmingsplan (bedoeld is hier: het moederplan bestemmingsplan "Krommenie") is de versterking van het kernwinkelgebied opgenomen door een aaneengesloten front aan winkels te bevorderen en geen woningen tussendoor toe te laten. Echter de locatie Heiligeweg 43 ligt niet in het kernwinkelgebied Krommenie (dat betreft alleen deel Heiligeweg 43 tot aan de Weverstraat). hierdoor is er vanuit economisch oogpunt geen bezwaar tegen deze ontwikkeling. de Heiligeweg vanaf Weverstraat beschouwen wij als gemengd (wonen en werken door elkaar). Op grond hiervan is besloten een vergunning te verlenen voor de functiewijziging van bedrijfsfunctie naar woonfunctie voor de locatie aan de Heiligeweg 43 tot en met 47 te Krommenie.
Deze ontwikkeling is reeds gerealiseerd en onderbouwd in de verleende vergunning. Deze ontwikkeling past binnen de beleidsuitgangspunten van zowel rijk, provincie als gemeente. De verbeelding zal worden aangepast conform de verleende omgevingsvergunning.
Uit de ruimtelijke onderbouwing van de verleende vergunning is reeds gebleken dat er vanuit 'milieu' en de overige omgevingsaspecten geen belemmeringen zijn en dat deze wijziging de kwaliteit van het gebied juist ten goede komt.
De wijziging op dit perceel houdt concreet een verandering van het gebruik van de gronden in (zie afbeelding 2.3 en 2.4). De verbeelding is hierop aangepast en het gedeelte waarin het bouwvlak ligt heeft volledig een gemengde bestemming gekregen. De bestemming 'Gemengd' is in de planregels reeds opgenomen. Binnen de bestemming 'Gemengd' is het gebruik ten behoeve van woondoeleinden passend. De planregels zijn daarom ongewijzigd gebleven.
Het perceel aan de Heiligeweg 107- 109 is kadastraal bekend als KMN 01, sectie B nummers 5779 en 7898. Het perceel heeft in het moederplan 'Krommenie' de bestemming 'Bedrijf' (zie afbeelding 2.8).
Sinds begin vorige eeuw is op het gedeelte van het perceel dat kadastraal bekend is als KMN 01, sectie B nummer 7898 een woning aanwezig, met huisnummer Heiligeweg 107. Het pand is begin vorige eeuw gebouwd als woning. In het verleden is er een bedrijf gevestigd geweest maar het pand is nooit ten behoeve van bedrijfsdoeleinden gebruikt, maar altijd als woning in gebruik geweest. Tot dusverre is het feitelijk gebruik ten behoeve van woondoeleinden voor deze locatie niet in het bestemmingsplan opgenomen, hoewel de omringende percelen allen de bestemming 'Wonen' hebben.
Met deze herziening is de feitelijke situatie, waarvan al 37 jaar sprake is, alsnog vastgelegd. Op het gehele perceel wordt de bestemming gewijzigd van 'Bedrijf' naar 'Wonen', zodat op het perceel gewoond mag worden.
Het betreft hier het omzetten van de bestemming van een bestaand bouwwerk inclusief bijbehorend erf van Bedrijf naar wonen.
Voorts is er in 2005 een vergunning verleend voor het realiseren van een tweede woning op het perceel, op het gedeelte dat kadastraal bekend staat als KMN 01, sectie B nummer 5779, naast de reeds bestaande woning aan de Heiligeweg 107. Deze vergunning is niet geeffectueerd maar heeft wel rechtskracht verkregen. Op het perceel is daarom een tweede bouwvlak ingetekend in overeenstemming met de verkregen vergunning.
Het gaat hier om een bestemmingswijziging van de gronden gelegen binnen het op de verbeelding aangegeven perceel. Deze gronden hebben met deze wijzigiging een woonbestemming gekregen. Het bouwvlak voor de bestaande woning op het gedeelte met de kadastrale aanduiding KMN 01, sectie B nummer 7898 behoeft verder geen aanpassingen, aangezien deze reeds gelijk is aan de bestaande bebouwing waarvoor de functie wordt gewijzigd. Deze komt over de bestaande woning te liggen, zodat de feitelijke situatie wordt geformaliseerd. Daarnaast is ten behoeve van het opnemen van de vergunde situatie voor de mogelijk te realiseren woning op het perceel met kadastraal nummer KMN 01, sectie B nummer 5779 een bouwvlak worden opgenomen op de verbeelding ter grootte van de vergunde situatie. De bouwregels voor bijbehorende bouwwerken bij de woningen blijven gehandhaafd. Voor wat betreft de maximum toegestane goot- en bouwhoogte geldt dat de bestaande en vergunde hoogtes zijn aangehouden in deze herziening. Voor de woningen geldt een maximum goot- en bouwhoogte van 4 respectievelijk 7 meter.
Afbeelding 2.8: verbeelding vigerend bestemmingsplan (moederplan)
Afbeelding 2.9: verbeelding Eerste Partiële Herziening Krommenie
Provinciaal beleid
Het omzetten van een bedrijfsbestemming naar een woonbestemming is niet in strijd met provinciaal beleid. Wel gelden op grond van de provinciale ruimtelijke verordening bij het omzetten van een bedrijf naar een burgerwoning de regels inzake ruimtelijke kwaliteit. Het bestemmingsplan dient te voldoen aan de uitgangspunten zoals vermeld in de Leidraad Landschap en Cultuurhistorie. Deze ontwikkeling heeft geen invloed op de historische structuren en de kernkwaliteiten van het gebied. Het gaat uitsluitend om een functiewijziging, waarbij geen nieuwe bebouwing mogelijk wordt gemaakt. Bovendien blijft de bestemmingswijziging beperkt tot het bouwvlak zoals deze in het moederplan is opgenomen en met de vergunning mogelijk zijn gemaakt. De historische structuren en kwaliteiten in het gebied worden hiermee in stand gehouden. Functiewijziging mag uitsluitend plaatsvinden binnen de bestaande bebouwing. Het gaat hier om een kleinschalige functiewijziging binnen de bestaande bebouwing. Wel is het erf gelegen binnen het bouwvlak tevens als 'Wonen' bestemd Het gehele perceel aan de Heiligeweg 107 en 109 krijgt een woonbestemming. Geconcludeerd kan worden dat aan het provinciaal beleid wordt voldaan. Daarnaast wordt voldaan aan het gemeentelijke beleid voor erfbebouwing bij woningen. Deze regels zijn reeds verankerd in het moederplan. Voor het overige wordt voldaan aan de beleidsuitgangspunten van zowel rijk, provincie als gemeente.
Voor deze ontwikkeling heeft de gemeente Zaanstad een onderbouwing van de milieuaspecten opgesteld. Alle milieuaspecten zijn hierin getoetst aan de normen van de betreffende wetten en zijn positief beoordeeld. Gelet op deze positieve beoordeling wordt gesteld dat de gezamenlijke milieubelasting op deze locatie bijzonder laag is, zodat sprake is van een veilige en gezonde fysieke leefomgeving en een goede omgevingskwaliteit. Op basis hiervan is de functiewijziging van Bedrijf naar Wonen ruimtelijk passend geacht. Het advies op basis waarvan deze functiewijziging wordt gerealiseerd is bijgevoegd als bijlage aan dit plan.
Ruimtelijke inpassing
Voor de beoordeling van de ruimtelijke inpassing is de handreiking 'Bedrijven en milieuzonering' gebruikt. Deze handreiking voor maatwerk in de gemeentelijke ruimtelijke ordeningspraktijk is uitgegeven door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Deze handreiking geeft richtafstanden voor de ruimte die moet worden aangehouden tussen bedrijven en gevoelige bestemmingen van derden. Deze richtafstand is afhankelijk van de omgeving waarin de woningen zich bevinden. In het algemeen geldt dat de richtafstand tot een gevoelige bestemming in een 'rustige woonomgeving' groter moet zijn dan tot een gevoelige bestemming in 'gemengd gebied'.
De aanvraag betreft de functiewijziging van een bedrijf naar een woning. De afstand tussen de woning en het dichtstbijzijnde bedrijf is circa 100 meter. Het betreft hier een bedrijf waarvoor in het bestemmingsplan een maximale categorie 2 is vastgelegd. Dit bedrijf geeft geen belemmering. De overige bedrijven liggen op meer dan 100 meter afstand en vormen evenmin een belemmering. De richtafstanden geven geen belemmering voor de functiewijziging naar wonen.
Geluid
Een afweging voor geluid is aan de orde op grond van de Wet geluidhinder (Wgh). Wanneer de wijziging via het bestemmingsplan wordt gerealiseerd, hoeft er geen (nieuwe) hogere waarde te worden vastgesteld. Op basis van art. 76 lid 3 Wgh hoeft de geluidsbelasting van een aanwezige weg (waar geen wijzigingen optreden) op bestaande woningen niet getoetst te worden aan de grenswaarden. Hieronder valt het omzetten van een agrarische bedrijfswoning naar een (burger)woning. In de bestaande situatie is reeds sprake van een geluidsgevoelige bestemming.
Geur
Het project is geurgevoelig. In de omgeving bevinden zich geuremitterende agrarische bedrijven. Op basis van de richtwaarden uit de handreiking 'Bedrijven en milieuzonering' geven deze geen belemmering.
Luchtkwaliteit
In Titel 5.2 Luchtkwaliteitseisen Wet milieubeheer (Wet Luchtkwaliteit) zijn de normen voor luchtkwaliteit opgenomen. In artikel 5.16 en 5.16a Wet milieubeheer staat hoe het onderwerp luchtkwaliteit bij planvorming in acht genomen dient te worden. Op basis hiervan kunnen projecten worden uitgevoerd indien:
De bijdrage van de functiewijziging is in het licht van de luchtkwaliteit niet relevant want het is een woning en het blijft een woning. Hierdoor vormt het aspect luchtkwaliteit geen belemmering voor de ontwikkeling.
Natuur
In het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 is de Polder Westzaan als beschermd natuurgebied Natura 2000 aangewezen. De bescherming behelst de instandhouding van de flora en fauna en het landschap. Voor dit Natura 2000 gebied is een beheerplan opgesteld en zijn instandhoudingsdoelstellingen gedefinieerd.
Het project ligt niet in de buurt van het Natura 2000 gebied Polder Westzaan. De natuurbeschermingswet vormt geen belemmering voor de ontwikkeling.
Flora en fauna
De Flora- en Faunawet ziet toe op de bescherming van beschermde planten en dieren en kent een zorgplicht voor al het leven. Het betreft hier een formele functiewijziging die geen negatieve invloed heeft op eventueel aanwezige flora en fauna.
Externe veiligheid
Bij het project is een (beperkt)kwetsbaar object betrokken dat zich binnen het invloedsgebied van risicobron (een route vervoer gevaarlijke stoffen) bevindt. Verantwoording van het groepsrsico is niet aan de orde omdat de bezetting niet wijzigt. Ook komt er niet een kwetsbaarder groep te wonen.
Telecom antennes
Er komen geen woningen binnen 3 meter in het horizontale vlak en in de overige richtingen binnen 0,5 meter van een telecom antenne. Blootstelling aan elektromagnetische straling van telecom antennes vormt geen belemmering voor de ontwikkeling.
Milieu-effectrapportage
Het Besluit milieueffectrapportage geeft regels wanneer een Milieueffectrapportage een verplicht onderdeel is van een bouwproject. Voor dit bouwproject is een onderzoek in het kader van de MER niet aan de orde omdat de functiewijziging geen effecten heeft op de omgeving.
Deze wijziging betreft uitsluitend een wijziging van de verbeelding. Het perceel heeft op de verbeelding de bestemming 'Wonen' gekregen (zie afbeelding 2.9). In het moederplan was dit de bestemming 'Bedrijf'.
Voor het perceel aan de Heiligeweg 170 te Krommenie is in 2003 een vergunning verleend ten behoeve van een bibliotheek met op de bovenverdiepingen 40 woonappartementen.
Het gaat hier om een bestemmingswijziging van de gronden gelegen binnen het bouwvlak van het perceel. Op het perceel Heiligeweg 170 rust in het moederplan 'Krommenie' de bestemming 'Maatschappelijk'. Dit is niet in overeenstemming met de voor dit perceel in 2003 vergunde situatie. Om het bestemmingsplan in overeenstemming te brengen met de vergunde situatie is de bestemming 'Maatschappelijk', waarin wonen niet is toegestaan, gewijzigd naar 'Gemengd', waaronder zowel maatschappelijke doeleinden (de bibliotheek) als woondoeleinden (de appartementen boven de bibliotheek op de etages) passend zijn. Op de verbeelding is de bestemming 'Maatschappelijk' daarom gewijzigd naar 'Gemengd'.
Het bouwvlak is gehandhaafd en blijft uitsluitend over de bestaande bebouwing te liggen. De reden hiervoor is dat het hier enkel een wijziging van het gebruik van het perceel betreft. De bestaande bouwwerken zijn gelijk gebleven en er is geen ruimte gecreëerd voor een andere ruimtelijke ontwikkeling of volume.
Afbeelding 2.10: verbeelding vigerend bestemmingsplan Krommenie (moederplan)
Afbeelding 2.11: verbeelding bestemmingsplan Eerste Partiële Herziening Krommenie
Het omzetten van een maatschappelijke bestemming naar een bestemming 'Gemengd' is niet in strijd met provinciaal beleid. Deze ontwikkeling heeft geen invloed op de historische structuren en de kernkwaliteiten van het gebied. Het gaat uitsluitend om een functiewijziging (binnen bestaand bebouwd gebied), waarbij geen nieuwe bebouwing mogelijk wordt gemaakt. De historische structuren en kwaliteiten in het gebied worden hiermee in stand gehouden. Functiewijziging mag uitsluitend plaatsvinden binnen de bestaande bebouwing. Het gaat hier om een kleinschalige functiewijziging binnen de bestaande bebouwing. Door de wijziging wordt het bestemmingsplan aangepast conform de reeds verleende vergunning.
In 2003 is een vergunning afgegeven, voor het realiseren van een bibliotheek en 40 appartementen op de locatie aan de Heiligeweg 170 te Krommenie. Bij het verlenen van de vergunning is in 2003 reeds geoordeeld dat deze in overeenstemming is met de ruimtelijke kwaliteit. Deze aanpassing van het bestemmingsplan doet geen afbreuk aan de ruimtelijke kwaliteit op het perceel maar is slechts een inpassing van de reeds verleende vergunning.
Het betreft hier een beperkte aanpassing van het bestemmingsplan. Dit perceel heeft in het moederplan de bestemming 'Maatschappelijk'. Door het aanpassen van de verbeelding conform de verleende vergunning wijzigt het feitelijk gebruik van de percelen niet. In dat kader is dan ook geen toetsing aan het vigerende beleid opgenomen.
Het betreft hier een aanpassing van de verbeelding voor het perceel aan de Heiligeweg 170 van de bestemming 'Maatschappelijk' naar de bestemming 'Gemengd'. Binnen deze bestemming is het mogelijk om zowel de bibliotheekfunctie als die voor woondeleinden te laten bestaan. De verbeelding is aangepast conform de wijziging van de bestemming (zie afbeelding 2.11).
Het betreft hier een wijziging naar aanleiding van een reeds verleende omgevingsvergunning voor het verbouwen van kantoorruimte tot appartementen op de eerste verdieping van het pand aan de Heiligeweg 183 tot en met 187a te Krommenie. De begane grond van het pand blijft in gebruik voor detailhandeldoeleinden.
In het moederplan is de grond bestemd voor detailhandel. Hierin is volgens de planregels van het moederplan gebruik ten behoeve van wonen niet mogelijk. In 2007 is een vergunning verleend voor het vebouwen van de eerste verdieping van het pand tot appartementen. Via deze herziening wordt de bestemming aangepast conform de verleende vergunning. De bestemming is van 'Detailhandel' gewijzigd naar 'Gemengd' zodat zowel het gebruik voor detailhandel als het gebruik voor woondoeleinden passend zijn op deze locatie.
.
Afbeelding 2.12: verbeelding vigerend bestemmingsplan Krommenie (moederplan)
Afbeelding 2.13: verbeelding bestemmingsplan Eerste Partiële Herziening Krommenie
Het omzetten van een bestemming 'Detailhandel' naar een bestemming 'Gemengd' is niet in strijd met provinciaal beleid. Deze ontwikkeling heeft geen invloed op de historische structuren en de kernkwaliteiten van het gebied. Het gaat uitsluitend om een functiewijziging (binnen bestaand bebouwd gebied), waarbij geen nieuwe bebouwing mogelijk wordt gemaakt. De historische structuren en kwaliteiten in het gebied worden hiermee in stand gehouden. Functiewijziging mag uitsluitend plaatsvinden binnen de bestaande bebouwing. Het gaat hier om een kleinschalige functiewijziging binnen de bestaande bebouwing. Door de wijziging is het bestemmingsplan aangepast conform de reeds verleende vergunning.
In 2007 is een vergunning afgegeven, voor het realiseren van appartementen op op de eerste verdieping boven de detainhandel op de begane grond, aan de locatie Heiligeweg 183-187a te Krommenie. Bij het verlenen van de vergunning is reeds geoordeeld dat deze in overeenstemming is met de ruimtelijke kwaliteit. Deze aanpassing van het bestemmingsplan doet geen afbreuk aan de ruimtelijke kwaliteit op het perceel maar is slechts een inpassing van de reeds verleende vergunning.
Het betreft hier een beperkte aanpassing van het bestemmingsplan. Dit perceel heeft in het moederplan de bestemming 'Detailhandel'. Door het aanpassen van de verbeelding conform de verleende vergunning wijzigt het feitelijk gebruik van de percelen niet. In dat kader is dan ook geen toetsing aan het vigerende beleid opgenomen.
Het betreft hier een aanpassing van de verbeelding voor het perceel aan de Heiligeweg 183-187a van de bestemming 'Detailhandel' naar de bestemming 'Gemengd'. Binnen deze bestemming is het mogelijk om zowel de detailhandelfuctie als die voor woondeleinden te laten bestaan. De verbeelding is aangepast conform de wijziging van de bestemming (zie afbeelding 2.13).
Het betreft hier een aanpassing op zowel het perceel aan de Weiver 6 als aan de Weiver 28. In 2010 zijn er twee omgevingsvergunningen verleend voor het ontwikkelen van een bedrijfspand met op de bovenverdieping appartementen op het perceel aan de Weiver 6, en het realiseren van parkeergelegenheid op het perceel aan de Weiver 28-30, ten behoeve van het bedrijfspand en de appartementen op de Weiver 6.
Afbeelding 2.14: verbeelding vigerend bestemmingsplan Krommenie (moederplan
Afbeelding 2.15: Verbeelding Eerste Partiële Herziening Krommenie
In het moederplan Krommenie is abusievelijk de parkeergelegenheid planologisch neergelegd op het perceel aan de Weiver 6, en het te realiseren bedrijfspand met appartementen is neergelegd op het perceel aan de Weiver 28-30.
Via deze herziening is de bestemming aangepast conform de verleende vergunning en zodanig dat zowel het gebruik voor bedrijfsdoeleinden als het gebruik voor woondoeleinden passend zijn op deze locaties. De herziening heeft de planologische situatie in overeenstemming gebracht met de reeds vergunde situatie en is de planologische vergunde ruimte opgenomen.
In 2010 zijn vergunningen verleend voor het realiseren van een bedrijfspand met appartementen op de bovenverdieping op de locatie aan de Weiver 6 te Krommenie en de bijbehorende parkeergelegenheid daarvoor op de locatie aan de Weiver 28-30 te Krommenie. Bij het verlenen van de vergunningen is in 2010 reeds geoordeeld dat deze in overeenstemming is met de ruimtelijke kwaliteit. Deze aanpassing van het bestemmingsplan doet geen afbreuk aan de ruimtelijke kwaliteit op het perceel maar is slechts een inpassing van de reeds verleende vergunningen.
Het betreft hier een aanpassing van de verbeelding voor het perceel aan de Weiver 6 van de bestemming 'Verkeer' naar de bestemming 'Gemengd'. Deze bestemming staat zowel het gebruik van de gronden ten behoeve van de functie 'bedrijf' als de functie ' wonen' mogelijk.
Daarnaast is de verbeelding aangepast voor het perceel aan de Weiver 28-30 van de bestemming 'Bedrijf"naar de bestemming 'Gemengd" met daarin een functieaanduiding voor specifieke vorm van gemengd 'parkeren ten behoeve van het gebruik van de Weiver 6'. De verbeelding is aangepast conform de wijziging van de bestemming (afbeelding 2.12).
Voorts is er een lid toegevoegd aan de planregels ten behoeve van de parkeergelegenheid op de Weiver 28-30, die aldaar zal worden gerealiseerd voor van het bedrijf en de appartementen aan de Weiver 6. Hiertoe is aan artikel 10 van het moederplan aan de bestemming "Gemengd" een lid toegevoegd: specifieke vorm van Gemengd - 1 (sgd-1).
Op het perceel achter de woning aan de Uitweg 74 te Krommenie ligt een paardenrijbak voor hobbymatig gebruik. Deze is gesitueerd achterin het weiland tegen de waterkant, op de grens van het agrarisch gebeid van de Krommenieer Woudpolder en de woonwijk Willis. Het erf en perceel maken deel uit van het agrarisch bestemd gebied. Via een aanduiding 'rijbak (rbk)' is de reeds jaren aanwezige rijbak op het perceel Uitweg 74 gelegaliseerd.
Afbeelding 2.16: verbeelding vigerend bestemmingsplan krommenie (moederplan)
Afbeelding 2.17: verbeelding bestemmingsplan Eerste Partiële Herziening Krommenie
Het betreft hier het nakomen van een toezegging die tijdens de planprocedure inzake het moederplan is gedaan. Naar aanleiding van het ter inzage leggen van het moederplan is een zienswijze ingediend tegen het niet opnemen van de paardenbak in het moederplan. Bij de formele beantwoording van deze zienswijze is toegezegd dat de paardenbak alsnog in de verbeelding zal worden opgenomen. Abusievelijk is dit bij het vaststellen van het moederplan niet gebeurd. Door de aanpassing in deze partiële herziening van het moederplan is dit alsnog gerealiseerd.
In het moederplan zijn binnen de agrarische bestemmingen geen paardenbakken toegestaan. Echter op grond van het in februari 2012 vastgestelde beleid voor paardenhouderijen zijn rijbakken behorende bij een (bedrijfs)woning en (dus) ten behoeve van hobbymatig gebruik ook toegestaan op een aangrenzende agrarische bestemming, indien binnen de woonbestemming (of de bedrijfsbestemming of de gemengde bestemming) onvoldoende ruimte aanwezig is. Per woning is één rijbak toegestaan. Buiten het erf (en dus op agrarische bestemming) mag een buitenrijbak niet worden afgeschermd anders dan door middel van linten of een aarden walletje van maximaal 60 centimer boven het maaiveld. Dit beleid is destijds afgestemd met de provincie Noord-Holland. De provincie heeft geen zienswijzen ingediend tegen dit beleid. De mogelijkheid om de rijbak buiten het bouwvlak en buiten de aanduiding 'rijbak' op te richten is echter niet verankerd in het moederplan. Dit is via deze herziening hersteld.
Gezien de toezegging tot legalisatie is de paardenbak voor hobbymatig gebruik ruimtelijk inpasbaar. De milieuaspecten geluid, externe veiligheid, geur, luchtkwaliteit, bedrijven en milieuzonering, de milieueffectrapportage (MER) verplichting, elektromagnetische straling vanwege hoogspanningslijnen en telecomantennes, opslag en aanbieding van huishoudelijk afval, lichthinder, duurzaamheid en klimaat en eventuele milieuklachten zijn onderzocht en aan de wettelijke- en gemeentelijke beleidsnormen getoetst.
Als leidraad voor de richtafstanden is de Beleidsnota Paarden houden in het Zaanse landschap gehanteerd. Voor een hobbymatige paardenhouderij geldt dat de afstand tussen de (geprojecteerde) buitenrijbaan en een woning van derden, op enig punt gemeten, tenminste 25 meter moet bedragen. Omdat met de huidige ligging van de rijbak wordt voldaan aan de door het beleid vereiste afstanden, vormen de mileuaspecten geluid, stof, geur en veiligheid geen belemmering.
Om te beoordelen of de rijbak ruimtelijk is in te passen in het landschap is de huidige situatie getoetst aan de ruimtelijke voorwaarden en beschreven kwaliteiten zoals opgenomen in de Provinciale Leidraad, het beeldkwaliteitsplan buitengebied en het Groen- en Waterplan. Bij de beoordeling van inpasbaarheid is rekening gehouden met de transformatie van het gebeid waarin het perceel is gelegen: een gebied waar de agrarische functie als economische drager van het gebied langzaamaan verdwijnt. Bij de beoordeling van de inpassing van de paardenrijbak staat voorop dat de cultuurhistorische waarde in het gebied niet wordt aangetast.
Alle ruimtelijk aspecten zijn getoetst aan de normen van de betreffende wetten zijn positief beoordeeld, waardoor redelijkerwijs verondersteld mag worden dat de gezamenlijke milieubelasting op deze locatie laag is, zodat sprake is van een veilige en gezonde fysieke leefomgeving en een goede omgevingskwaliteit, waardoor de legalisatie van de bestaande rijbak niet op belemmeringen stuit.
Via deze legalisatie wordt de reeds bestaande paardenrijbak op de huidige locatie en met de huidige afmeting in het bestemmingsplan ingepast. Er wordt hiermee geen legalisatie mogelijk gemaakt voor andere bouwwerken, omheiningen, lichtmasten etcetera, bij de bestaande rijbak.
Met deze herziening krijgt de paardenbak die is gelegen op de aangrenzende agrarische bestemming van het perceel aan de Uitweg 74 te Krommenie een aanduiding 'Rijbak (Rbk)' op de verbeelding. Daarnaast is in de planregels een regel opgenomen ten behoeve van de aanduiding 'Rijbak (rbk)', bij de bestemming 'Agrarisch'.
Afbeelding 2.18: verbeelding bestemmingsplan Krommenie - Oost
Afbeelding 2.19: verbeelding vigerend bestemmingsplan Krommenie
Afbeelding 2.20: verbeelding bestemmingsplan Eerste Partiële Herziening Krommenie
Naar aanleiding van een vraag van de eigenaar van het bedrijf drukkerij De Vaart, gevestigd aan Weiver 77a te Krommenie, is besloten tot een ambtshalve aanpassing van het moederplan 'Krommenie'.
Geconstateerd is dat in het moederplan 'Krommenie' voor het perceel Weiver 77-77a te Krommenie een woonbestemming geldt. In het daarvoor geldende bestemmingsplan 'Krommenie Oost” gold voor dit perceel ook een woonbestemming maar was er eveneens voor nummer 77a een aanduiding op de plankaart ten behoeve van bedrijven (B) op dit perceel opgenomen (afbeelding 2.18). In het moederplan “Krommenie” is deze aanduiding weggevallen (afbeelding 2.19).
In de toelichting van het moederplan 'Krommenie' is het bedrijf Drukkerij De Vaart aan de Weiver 77a te Krommenie opgenomen in de bedrijvenlijst (Staat van bedrijfsactiviteiten) en heeft daarin de categorie van Bedrijven B1. De bijbehorende aanduiding op de verbeelding ontbrak echter. Besloten is deze omissie aan te passen en de aanduiding 'B' via deze herziening op te nemen op de verbeelding (afbeelding 2.20).
Daarnaast is een regel toegevoegd ten behoeve van de aanduiding Bedrijven 'B' bij de bestemming Wonen in de regels van dit herzieningsplan.
Het betreft hier een correctie van de verbeelding. Op de verbeelding is de aanduiding B (bedrijfsactiviteit tot en met categorie B1 toegestaan), zoals deze ook was opgenomen in bestemmingsplan Krommenie Oost, opgenomen. De onderliggende bestemmingen en overige functie- en gebiedsaanduidingen blijven onverminderd van toepassing.
Daarnaast is lid h toegevoegd aan artikel 23.1 van het moederplan 'Krommenie', zodat betekenis wort gegeven aan de aanduiding 'B' op de verbeelding.
Afbeelding 2.21: verbeelding vigerend bestemmingsplan krommenie (moederplan)
Afbeelding 2.22: weergave van de 20 Ke contour uit de Zaanatlas
Afbeelding 2.23: verbeelding bestemmingsplan
Bij een nieuwe ruimtelijke ontwikkeling wordt gekeken of een plan is gelegen binnen het beperkingengebied bebouwing zoals is opgenomen in het Luchthavenindelingsbesluit Schiphol (LiB) 2014 en het wijzigingsbesluit van 2017. Voor bebouwing binnen dit beperkingengebied gelden regels ten aanzien van veiligheid en geluidsbelasting.
In het moederplan is een foutieve weergave ogenomen van de 20 Ke (Schiphol)contour (zie afbeelding 2.18). Abusievelijk is de lijn gelegd over het meest westelijk gelegen deel van Krommenie. Met deze herziening wordt deze fout hersteld en wordt de grens van de 20 Ke contour aangepast en in overeenstemming gebracht met de contour zoals deze is weegegeven op de Zaanatlas (afbeelding 2.19) en in overeenstemming met het Luchthavenindelingsbesluit Schiphol.
Het betreft hier uitsluitend een correctie van de verbeelding. Op de verbeelding is de contour aangepast aan de geldende contour, zoals deze ook is opgenomen in de Zaanatlas. De onderliggende bestemmingen en overige functie- en gebiedsaanduidingen blijven onverminderd van toepassing.
De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 9 september 2015 (ECLI:NL:RVS:2015:2837) meer inzicht gegeven op de wijze waarop een dynamische verwijzing naar een beleidsnota in een bestemmingsplan opgenomen kan worden. Met de term'dynamisch' wordt bedoeld dat steeds de meest recente versie van de desbetreffendebeleidsnota (i.c. de Uitvoeringsnota Parkeren Zaanstad 2016) toegepast kan worden op bestemmingsplannen van eerdere datum. Naast de verwijzing naar de beleidsregel moet ook aangegeven worden op de uitoefening van welke bevoegdheid het artikel van de planregels betrekking heeft, in lijn met artikel 3.1.2 Besluit ruimtelijke ordening (Bro). In de planregels van het bestemmingsplan Krommenie was de verwijzing naar de concrete bevoegdheid niet aangegeven, maar werd alleen verwezen naar de aanvraag van een omgevingsvergunning. De planregels zijn overeenkomstig de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak aangepast.
Deze partiële herziening vervangt in de planregels de verwijzing naar de aanvraag omgevingsvergunning door een directe verwijzing naar het gemeentelijk parkeerbeleid. Nieuwe ontwikkelingen dienen te voorzien in voldoende parkeervoorzieningen voor auto's en fietsen conform de op dat moment geldende parkeernormen in Zaanstad.
Het ontwerpbestemmingsplan is in het kader van het overleg ex artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening toegezonden aan:
1. Provincie Noord-Holland
2. Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier
3. Kontakt Milieubeheer Zaanstreek
4. Waterleidingbedrijf Noord-Holland
5. Brandweer Zaanstad
6. Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland
Naar aanleiding van het toezenden van de stukken hebben de GGD Zaanstreek - Waterland en de Veiligheidsregio Zaanstreek - Waterland in een reactie laten weten geen aanleiding te zien voor het geven van een advies. Van de overige partners is geen overleg reactie ontvangen.
Het ontwerpbestemmingsplan heeft, in overeenstemming met het bepaalde in artikel 3.8. van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) ter inzage gelegen, te weten van 1 maart 2018 tot en met 11 april 2018. Tijdens deze periode zijn geen formele zienswijzen ingediend.
Naar aanleiding van een vraag van mevrouw Van Leeuwen, namens drukkerij De Vaart, gevestigd aan Weiver 77a te Krommenie, is wel besloten tot een ambtshalve aanpassing van het moederplan 'Krommenie'.
Geconstateerd is dat in het moederplan 'Krommenie' voor het perceel Weiver 77-77a, 1561 XC te Krommenie een woonbestemming geldt. In het daarvoor geldende bestemmingsplan 'Krommenie Oost” gold voor dit perceel ook een woonbestemming maar was er eveneens voor nummer 77a een aanduiding op de plankaart ten behoeve van bedrijven (B) op dit perceel opgenomen. In het moederplan “Krommenie” is deze aanduiding weggevallen.
In de toelichting van het moederplan 'Krommenie' is het bedrijf Drukkerij De Vaart aan de Weiver 77a te Krommenie opgenomen in de bedrijvenlijst (Staat van bedrijfsactiviteiten) en heeft daarin de categorie van Bedrijven B1. De bijbehorende aanduiding op de verbeelding ontbrak echter. In overleg met mevrouw Van Leeuwen is besloten deze omissie aan te passen en de aanduiding 'B' via deze herziening op te nemen op de verbeelding. Daarnaast is een regel toegevoegd ten behoeve van de aanduiding Bedrijven 'B' bij de bestemming Wonen in de regels van dit herzieningsplan.
3.2 Economische uitvoerbaarheid
Omdat deze partiële herziening voorziet in voornamelijk ondergeschikte aanpassingen is afgezien van het opstellen van een planschaderisicoanalyse. Het is niet aannemelijk dat eventuele planschade zodanig hoog zal zijn dat dit een belemmering zal vormen voor de uitvoerbaarheid van deze herziening.
In het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is in artikel 6.2.1 een opsomming gegeven van de bouwplannen die worden beschouwd als bouwplan in de zin van artikel 6.12 Wro waarvoor een exploitatieplan dient te worden vastgesteld indien het kostenverhaal niet anderszins is verzekerd. Voorliggend bestemmingsplan maakt geen bouwplannen mogelijk, die zijn benoemd in artikel 6.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro). Dit betekent dat tegelijkertijd met dit bestemmingsplan geen exploitatieplan moet worden vastgesteld, waarmee de gemeente de door haar te maken kosten kan verhalen op de initiatiefnemer.