Plan: | Eerste partiële herziening Krommenie |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0479.STED3871BP-0301 |
Het bestemmingsplan Eerste partiële herziening Krommenie met identificatienummer NL.IMRO.0479.STED3871BP-0301 van de gemeente Zaanstad.
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
Het bestemmingsplan Krommenie met identificatienummer NL.IMRO.0479.STED3758BP-0301, vastgesteld bij raadsbesluit van 5 september 2013, met de bijbehorende regels.
3.1 Aan artikel 3.1 van de regels van het Bestemmingsplan Krommenie wordt het een lid toegevoegd:
sub i: ter plaatse van de aanduiding 'rijbak' (rbk) tevens voor een bestaande paardenrijbak.
3.2 sub e van artikel 3.2.3 van de regels van het Bestemmingsplan Krommenie wordt als volgt gewijzigd:
e. behoudens het bepaalde in artikel 3.1 sub i mogen er geen rijbakken worden gebouwd.
4.1 Aan artikel 10.1 van de regels van het Bestemmingsplan Krommenie wordt het een lid toegevoegd:
sub k: daar waar de aanduiding 'specifieke vorm van Gemengd - 1 (sgd-1) is opgenomen is het parkeren ten behoeve van het gebruik van de Weiver 6 Krommenie toegestaan.
5.1 Op dit plan is artikel 13 van de regels van het Bestemmingsplan Krommenie ongewijzigd van toepassing.
6.1 Aan artikel 23.1 van de regels van Bestemmingsplan Krommenie wordt een lid toegevoegd:
sub h: ter plaatse van de aanduiding 'Bedrijf' (B), zijn tevens bedrijfsactiviteiten toegestaan tot en met de catagorie B1 in de zin van de Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging bestemmingsplan Krommenie.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan
uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere
bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 31.1 lid 1 'Algemene gebruiksregels' van het moederplan wordt vervangen door:
het gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven van gronden op een wijze of tot een doelstrijdig met de aan de grond gegeven bestemming;
een parkeerplaats of fietsenstalling gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven ten behoeve van een andere functie dan parkeren, tenzij op de betreffende locatie, of in de directe omgeving, vervangende parkerplaatsen dan wel fietsenstallingen worden gerealiseerd van gelijke omvang.
De tekst van artikel 32 van het moederplan wordt vervangen door:
32.1 Een gebouw mag alleen worden gebouwd indien uit de aanvraag om vergunning blijkt dat in, onder of nabij het gebouw voldoende parkeergelegenheid wordt gerealiseerd
32.2 Bij de uitoefening van de bevoegdheid voor het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw geldt dat:
1. voldoende parkeervoorzieningen voor auto's en fietsen wordt gerealiseerd op de betreffende locatie of in de directe omgeving daarvan in of buiten het plangebied;
2. voldoende betekent dat wordt voldaan aan de normen in de beleidsregels die zijn neergelegd in de 'Uitvoeringsnota Parkeren Zaanstad 2016" en;
3. indien deze beleidsregels gedurende de planperiode worden gewijzigd, rekening wordt gehouden met de wijziging.
De tekst van artikel 35.2 van het moederplan wordt vervangen door:
De afwijking kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
a. het straat- en bebouwingsbeeld;
b. de woonsituatie;
c. de milieusituatie;
d. de verkeersveiligheid;
e. de sociale veiligheid;
f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, en
g. bij de uitoefening van de bevoegdheid voor het verlenen van een omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan op grond van artikel 35.1 van het moederplan Krommenie geldt dat:
1. voldoende parkeervoorzieningen voor auto's en fietsen worden gerealiseerd op de betreffende locatie of in de directe omgeving daarvan in of buiten het plangebied;
2. voldoende betekent dat wordt voldaan aan de normen in de beleidsregels die zijn neergelegd in de “Uitvoeringsnota Parkeren Zaanstad 2016” en
3. indien deze beleidsregels gedurende de planperiode worden gewijzigd, rekening wordt gehouden met de wijzigingen.
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een vergunning, en afwijkt van het plan, mag mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
Bij omgevingsvergunning kan eenmalig worden afgeweken van het bepaalde in artikel 11.1 voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk met maximaal 10 %.
het gebruik en laten gebruiken van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in artikel 11.3 te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
indien het gebruik, bedoeld in artikel 11.3, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Artikel 11.1 is niet van toepassing op bouwwerken, die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het toen geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
artikel 11.3 is niet van toepassing op het gebruik of laten gebruiken dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Eerste partiële herziening Krommenie'.