Plan: | Eerste partiële herziening Landelijk gebied Assendelft |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0479.STED3809BP-0301 |
Het bestemmingsplan Eerste partiële herziening Landelijk gebied Assendelft met identificatienummer NL.IMRO.0479.STED3809BP-0301 van de gemeente Zaanstad.
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
Het bestemmingsplan Landelijk gebied Assendelft met identificatienummer NL.IMRO.0479.STED3758BP-0301, vastgesteld bij raadsbesluit van 5 september 2013, met de bijbehorende regels en (deels) onherroepelijk ten gevolge van de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 28 januari 2015, nr. 201309767/1/R1.
Het aantal woningen zoals rechtmatig aanwezig op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan of waarvoor een omgevingsvergunning is verleend, dan wel een aanvraag omgevingsvergunning is ingediend, die kan worden verleend.
3.1 Aan artikel 3.4 van de regels van het Bestemmingsplan Landelijk gebied Assendelft wordt het volgende lid toegevoegd:
3.4.5 Afwijken rijbakken ten behoeve van hobbymatig gebruik
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 3.2.5 en lid 3.2.6 voor het realiseren van een rijbak buiten het bouwvlak en buiten de aanduiding 'specifieke vorm van sport - rijbak' met inachtneming van het volgende:
4.1 Aan artikel 4.1 van de regels van het Bestemmingsplan Landelijk gebied Assendelft wordt na sub r, onder vernummering van sub s t/m sub x, het volgende sub toegevoegd:
s. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch met waarden - 3' tevens een perceelsontsluiting ten behoeve van een agrarisch loonbedrijf;
4.2 Aan artikel 4.4 van de regels van het Bestemmingsplan Landelijk gebied Assendelft wordt het volgende lid toegevoegd:
4.4.6 Afwijken rijbakken ten behoeve van hobbymatig gebruik
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.2.5 en lid 4.2.6 voor het realiseren van een rijbak buiten het bouwvlak en buiten de aanduiding 'specifieke vorm van sport - rijbak' met inachtneming van het volgende:
5.1 Aan artikel 5.4 van de regels van het Bestemmingsplan Landelijk gebied Assendelft wordt het volgende lid toegevoegd:
5.4.5 Afwijken rijbakken ten behoeve van hobbymatig gebruik
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 5.2.5 en lid 5.2.6 voor het realiseren van een rijbak buiten het bouwvlak en buiten de aanduiding 'specifieke vorm van sport - rijbak' met inachtneming van het volgende:
6.1 Aan artikel 6.1 van de regels van het Bestemmingsplan Landelijk gebied Assendelft wordt na sub j, onder vernummering van sub k t/m sub s, het volgende sub toegevoegd:
k. ter plaatse van de aanduiding 'opslag uitgesloten' is buitenopslag niet toegestaan;
6.2 Sub m (welke is vernummerd tot sub n) van artikel 6.1 van de regels van het Bestemmingsplan Landelijk gebied Assendelft wordt als volgt gewijzigd:
m. buitenopslag is binnen het bestemmingsplan toegestaan met een maximale bouwhoogte van 3m, met uitzondering van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'opslag uitgesloten'.
7.1 Sub f van artikel 8.1 van de regels van het Bestemmingsplan Landelijk gebied Assendelft wordt als volgt gewijzigd:
f. wonen
7.2 Het tweede sub van artikel 8.2.1 van de regels van het Bestemmingsplan Landelijk gebied Assendelft wordt als volgt gewijzigd:
a. per bouwvlak is maximaal één woning toegestaan, dan wel het bestaande aantal woningen, en ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' niet meer dan het aangegeven aantal en met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'wonen uitgesloten' in geen geval een woning is toegestaan.
8.1 Aan artikel 9.1 van de regels van het Bestemmingsplan Landelijk gebied Assendelft wordt na sub o, onder vernummering van sub p, het volgende sub toegevoegd:
p. perceelsontsluitingen
9.1 Op dit plan is artikel 20 van de regels van het Bestemmingsplan Landelijk gebied Assendelft ongewijzigd van toepassing.
10.1 Op dit plan is artikel 23 van de regels van het Bestemmingsplan Landelijk gebied Assendelft ongewijzigd van toepassing.
9.1 Sub c van artikel 30.1 van de regels van het Bestemmingsplan Landelijk gebied Assendelft wordt als volgt gewijzigd:
c. bijbehorende en/of ondergeschikte verharde en onverharde paden, wegen, perceelsontsluitingen en parkeervoorziening.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan
uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere
bouwplannen buiten beschouwing.
11.1 Artikel 35.1 van de regels van het Bestemmingsplan Landelijk gebied Assendelft komt als volgt te luiden:
35.1 Geluidzone - inudstrie 1
35.1.1 Aanduidingsomschrijving
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie 1' zijn, behalve voor de
andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd tot de geluidzone - industrie
behorend bij het industrieterrein HoogTij, zoals vastgesteld bij provinciaal inpassingsplan
'Aanpassing geluidzones Westpoort en Hoogtij' van 2 maart 2015.
35.1.2 Bouw- en gebruiksregels
11.2 Artikel 35.2 van de regels van het Bestemmingsplan Landelijk gebied Assendelft komt als volgt te luiden:
35.2 Geluidzone - inudstrie 2
35.2.1 Aanduidingsomschrijving
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie 2' zijn, behalve voor de
andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd tot de geluidzone - industrie
behorend bij het industrieterrein Westpoort, zoals vastgesteld bij provinciaal inpassingsplan
'Aanpassing geluidzones Westpoort en Hoogtij' van 2 maart 2015.
35.2.2 Bouw- en gebruiksregels
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een vergunning, en afwijkt van het plan, mag mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
Bij omgevingsvergunning kan eenmalig worden afgeweken van het bepaalde in artikel 14.1 voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk met maximaal 10 %.
Behoudens voor zover uit de Richtlijnen 79/409/EEG en 92/43/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 2 april 1979 inzake het behoud van de vogelstand onderscheidenlijk van 21 mei 1992 inzake de instandhouden van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna beperkingen voortvloeien ten aanzien van ten tijde van de inwerkingtreding van een bestemmingsplan bestaand gebruik, zijn de volgende regels van overgangsrecht ten aanzien van gebruik van toepassing:
het gebruik en laten gebruiken van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Behoudens voor zover uit de Richtlijnen 79/409/EEG en 92/43/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 2 april 1979 inzake het behoud van de vogelstand onderscheidenlijk van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna beperkingen voortvloeien ten aanzien van ten tijde van de inwerkingtreding van een bestemmingsplan bestaand gebruik, zijn de regels van overgangsrecht ten aanzien van gebruik van toepassing:
het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in artikel 14.3 te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Behoudens voor zover uit de Richtlijnen 79/409/EEG en 92/43/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 2 april 1979 inzake het behoud van de vogelstand onderscheidenlijk van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna beperkingen voortvloeien ten aanzien van ten tijde van de inwerkingtreding van een bestemmingsplan bestaand gebruik, zijn de volgende regels van overgangsrecht ten aanzien van gebruik van toepassing:
indien het gebruik, bedoeld in artikel 14.3, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Artikel 14.1 is niet van toepassing op bouwwerken, die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het toen geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Behoudens voor zover uit de Richtlijnen 79/409/EEG en 92/43/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 2 april 1979 inzake het behoud van de vogelstand onderscheidenlijk van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna beperkingen voortvloeien ten aanzien van ten tijde van de inwerkingtreding van een bestemmingsplan bestaand gebruik, worden in een bestemmingsplan de volgende regels van overgangsrecht ten aanzien van gebruik opgenomen:
artikel 14.3 is niet van toepassing op het gebruik of laten gebruiken dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Eerste partiële herziening Landelijk gebied Assendelft'.