Plan: | De Zaanse Eilanden |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0479.STED3782BP-0301 |
Het bestemmingsplan De Zaanse Eilanden van de gemeente Zaanstad.
De geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML bestand: NL.IMRO.0479.STED3782BP-0301 met de bijbehorende regels en bijlagen.
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de planregels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
Een op de verbeelding aangegeven vlak met eenzelfde aanduiding.
Uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daartegen aangebouwd op de grond staand gebouw, of ander bouwwerk, met een dak.
De van de weg afgekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één van de weg afgekeerde gevel, de gevel die kennelijk als zodanig moet worden aangemerkt.
Denkbeeldige lijn die strak loopt langs de achtergevel van een gebouw tot aan de perceelsgrenzen.
Installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een of meer techniekkasten opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie.
Een antennemast of andere constructie bedoeld voor de bevestiging van een antenne.
Waarde waarvan de aanwezigheid bekend is in de vorm van fysieke overblijfselen in de bodem.
Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
Het aanzicht van bebouwing dat wordt bepaald door de langs een wegzijde of binnen een cluster aanwezige gevelbreedten, kavelgrootten, grondvlakken, goot- en nokhoogtes, voorgevelrooilijnen - die bepalend zijn voor de afstand tussen bebouwing en openbare ruimte-, nokrichting, kapvormen en maaswijdten tussen bouwwerken (doorzichten).
Een in de regels of op de verbeelding aangegeven percentage dat de grootte van een bouwperceel aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd; hierbij worden ondergrondse bouwwerken die zichtbaar zijn boven peil meegerekend, met uitzondering van ondergeschikte bouwdelen.
Toegestaan gebruik dat ondergeschikt is en hoofdzakelijk gericht is op het verschaffen van tijdelijk nachtverblijf in een gedeelte van een woning en/of bijgebouwen, betreffende niet meer dan 6 slaapplaatsen.
De totale vloeroppervlakte van kantoren, winkels en/of bedrijven met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten gemeten tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren.
Gebruik van gronden en bouwwerken die bestaan op het tijdstip van inwerkingstreding van het bestemmingsplan.
De grens van een bestemmingsvlak.
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
Uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd op de grond staand gebouw, of ander bouwwerk, met een dak.
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
Een op de verbeelding aangegeven lijn die niet door gebouwen mag worden overschreden, behoudens krachtens deze regels toegelaten afwijkingen.
Een aanduiding die de scheiding aangeeft tussen de gedeelten van een bestemmings- of bouwvlak waarop verschillende maximale bouw- en/of goothoogten zijn toegestaan.
Een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder. Deze zijn aan te merken als bijzondere bouwlaag.
Een aaneengesloten stuk grond, samenvallend met een kadastraal perceel of met aan dezelfde eigena(a)r(en) toebehorende kadastrale percelen, waarop krachtens het plan zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
Een grens van een bouwperceel.
Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct, hetzij indirect steun vindt in of op de grond.
Deze afkorting staat voor de brutovloeroppervlakte.
Iedere bovenbeëindiging van een gebouw.
Een constructie ter vergroting van een gebouw, welke zich tussen de dakgoot en de nok van een dakvlak bevindt, waarbij deze constructie onder de nok is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlak is geplaatst.
Een 'omgekeerde' dakkapel. Dit is geen uitbouw van, maar een uitsparing in de kap.
Een hellend vlak in een dak.
Het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, het verkopen, verhuren en/of leveren van goederen aan personen die deze goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, waaronder grootschalige detailhandel, voluminieuze detailhandel, tuincentrum en supermarkt.
Inrichtingen ten behoeve van het bedrijfsmatig verlenen van commerciële en niet-commerciële diensten.
De bouwlaag op de begane grond.
Al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw.
Een weg met een buurtontsluitende of erfontsluitende functie voor verkeer (daaronder ook begrepen langzaam verkeer).
Een aanduiding die de scheiding vormt tussen de gedeelten van een bestemmingsvlak waarop verschillende functies zijn toegestaan.
Een niet tot de openbare weg behorende of niet voor het openbaar verkeer toegankelijke, geheel of gedeeltelijk besloten of open ruimte of samenstel van ruimten, bestemd tot of in gebruik als autostalling.
Een weg met een gebiedsontsluitende of wijkontsluitende functie voor verkeer (daaronder ook begrepen langzaam verkeer).
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
Bewoning of andere geluidsgevoelige functies zoals bedoeld in de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder.
Woningen en andere geluidgevoelige gebouwen, geluidsgevoelige maatschappelijke dienstverlening en voorzieningen of geluidgevoelige terreinen, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder en artikel het Besluit geluidhinder.
Geluidsgevoelige maatschappelijke dienstverlening en voorzieningen als bedoeld in de Wet geluidhinder en Besluit Geluidhinder, zijnde:
Een woning waarboven en/of waaronder een andere woning is gebouwd of andere woningen zijn gebouwd, dan wel waaronder voorzieningen als winkels en dienstverlening zijn gebouwd.
Op de verbeelding aangegeven lijn die strak loopt langs de voorgevel van een gebouw tot aan de perceelsgrens.
Ruimten in de open lucht in openbaar gebied, waaronder in ieder geval worden begrepen parken, bermen, plantsoenen, oevervoorzieningen en open speelplekken met of zonder speeltoestellen, met de daarbij behorende sloten, vijvers en daarmee gelijk te stellen wateren en ondergrondse infrastructurele voorzieningen.
Een met de grond verbonden Woning bedoeld voor de huisvesting van één huishouden, daaronder begrepen beroep aan huis, met een zelfstandige ontsluiting op de begane grond en niet zijnde een gestapelde woning.
Gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
Het bedrijfsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, geheel of overwegend door middel van handwerk, dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende bijgebouwen, met behoud van de woonfunctie, kan worden uitgeoefend, waaronder niet wordt begrepen de uitoefening van detailhandel en/of horeca.
De uitoefening van een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende bijgebouwen, met behoud van de woonfunctie, kan worden uitgeoefend, waaronder niet wordt begrepen de uitoefening van detailhandel.
Een afdekking van een gebouw, met ten minste twee schuine zijden waarbij de hellingshoekminimaal 20° en ten hoogste 60º bedraagt en waarvan de bovenzijde maximaal 33% is afgevlakt.
Dienstverlening op het gebied van en voorzieningen voor overheid, welzijn, ouderen, (para)medische behandeling, onderwijs (waaronder begrepen jeugd-/kinder- en naschoolse opvang), sport, openbare orde en veiligheid, cultuur en religie en vergelijkbare maatschappelijke dienstverlening en voorzieningen met uitzondering van brandweerkazernes.
Het bieden van langdurige, intensieve niet georganiseerde zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt gegeven aan een ieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak door één of meer leden uit diens directe dan wel sociale omgeving, waarbij de zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie.
Een door de feitelijke terreininrichting aanwezig verschil tussen het beloop van lijnen in het veld en een aangegeven bestemmings- of bouwgrens.
Voorzieningen ten behoeve van het openbare nut en/of de waterhuishouding, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.
De grondkerende constructie aan en in de aan een watergang grenzende kant van een terrein.
Een buiten de gevel of dakvlakken uitstekend deel van een bouwwerk. Voor een nadere omschrijving en maatvoering zie artikel Toegelaten overschrijdingen.
Openbaar toegankelijke rijwegen, voet- en fietspaden, pleinen, groenvoorzieningen en water, met inbegrip van bij deze voorzieningen behorende nutsvoorzieningen, bermen, taluds, waterlopen en waterbouwkundige kunstwerken, ondergrondse afvalsystemen en ondergrondse infrastructurele voorzieningen.
De weg als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b van de Wegenverkeerswet 1994, alsmede pleinen, parken, plantsoenen, openbaar water en ander openbaar gebied dat voor publiek algemeen toegankelijk is, met uitzondering van wegen uitsluitend bedoeld voor de ontsluiting van percelen door langzaam verkeer.
Een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak met aan ten hoogste één zijde een gesloten wand.
Elke al dan niet overdekte stallinggelegenheid ten behoeve van (gemotoriseerd) verkeer op privaat terrein.
de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang met dien verstande dat indien een terrein is gelegen aan meerdere wegen de laagste weg bepalend is;
de hoogte van de kruin van de dijk ter hoogte van de hoofdtoegang;
de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld;
het N.A.P. of het plaatselijk aan te houden waterpeil.
De regels, deel uitmakende van het bestemmingsplan De Zaanse Eilanden.
Een gebouw of een gedeelte daarvan dat dient voor het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, architectonisch, kunstzinnig, juridisch, medisch, paramedisch, therapeutisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied.
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotische/pornografische aard plaatsvinden, waaronder in ieder geval worden verstaan een prostitutiebedrijf, een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.
Een speeltoestel als bedoeld in het Besluit veiligheid attractie- en speeltoestellen.
Voorzieningen voor speelgelegenheden, zoals speeltoestellen, ontmoetingsplaatsen voor jongeren en sport- en speelplaatsen/terreinen met inbegrip van multifunctionele verharde speelvelden, voetbalkooien, skatebanen, sport- en spelattributen (doelwanden, basketbalpalen etc.) en trapvelden.
Staat van Bedrijfsactiviteiten die deel uitmaakt van deze regels.
Constructie aan of loodrecht op een oever, die tot ligplaats dient voor één of meerdere pleziervaartuigen.
De op of bij een weg behorende bouwwerken, zoals verkeerstekens, wegbebakeningen, bewegwijzeringen, verlichting, halteaanduidingen, parkeerregulerende constructies, afvalcontainers, brandkranen, informatie- en reclameconstructies, rijwielstandaarden, papier- en plantenbakken, zitbanken, communicatievoorzieningen, gedenktekens, speelvoorzieningen en abri's.
Een bovenwijkse weg met een functie voor doorgaand verkeer (daaronder ook begrepen langzaam verkeer).
Een zelfbedieningszaak in goederen met hoofdzakelijk een grote verscheidenheid aan levens- en genotsmiddelen.
Digitale of analoge kaart van het bestemmingsplan De Zaanse Eilanden met bijbehorende verklaring, waarop de bestemmingen van de in het plan aangewezen gronden, zijn aangegeven.
Gebouwde voorzieningen gericht op ontspanning en vrijetijdsbesteding en waar aan sociaal-cultureel werk wordt gedaan met inbegrip van een clubhuis, buurthuis en sportclubgebouw.
De ontsluiting, circulatie, veiligheid en parkeersituatie van het openbaar gebied, perceel en aangrenzende percelen.
Rotondes, voet- en fietspaden, bermen, bruggen, viaducten, geluidschermen, bushaltes, verkeerslichten, lantaarnpalen en fietsenstallingen.
Strakke voorgevel zonder uit- of inspringingen, waarbij uit- of inspringingen tot 0,30 m niet worden meegerekend.
De naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die kennelijk als zodanig moet worden aangemerkt.
Niet-dragende gevel tussen het exterieur en interieur van een gebouw.
Een op zich zelfstaand gebouw dat door de vorm onderscheiden kan worden van het
hoofdgebouw en door ligging, constructie en/of afmetingen daaraan ondergeschikt is.
Natuurlijke of kunsmatige begrenzing of afscheiding die het water in zijn loop tegenhoudt en het achterliggende gebied beschermt tegen overstroming.
Werken, waaronder begrepen kunstwerken, verbandhoudend met de waterstaat, zoals dammen, dijken, duikers, sluizen, beschoeiingen, remmingswerken, uitgezonderd steigers.
Een gebouw of een gedeelte daarvan dat door zijn indeling en inrichting bestemd is als ruimte voor detailhandel, eventueel met bijbehorende kantoorruimte en/of magazijn. Onder winkel wordt mede verstaan commerciële dienstverlening zoals postagentschap, een kapperszaak, een reisbureau of een bankfiliaal.
Een complex van ruimten, bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden niet zijnde kamerverhuur.
Een woning welke een zelfstandig gebouw vormt en direct toegankelijk is vanaf het aangrenzende maaiveld.
Het bedrijfsmatig verlenen van diensten aan derden, zoals administratie, informatie- en communicatietechnologie, marketing, reclame, advocaten, makelaars, advies- en ingenieurbureaus en training.
Een woning bestemd voor personen met fysieke en/of psychische beperkingen, waar zorgverlening en/of begeleiding mogelijk is.
Een van de weg afgekeerde gevel van een hoofdgebouw, niet zijnde de achtergevel of voorgevel.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
De kortste afstand tussen bouwwerken onderling alsmede van bouwwerken tot de perceelsgrens gemeten vanaf elk deel van het bouwwerk.
Tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en/of het hart van de scheidsmuren.
Vanaf het peil tot aan het laagste punt van het bouwwerk, met uitzondering van fundering of ondergeschikte onderdelen van het bouwwerk.
Tussen de voet van de antennedrager en het hoogste punt van de antenne-installatie; als de antennedrager aan de gevel van een gebouw wordt bevestigd, wordt gemeten tussen het punt waarop de antenne met antennedrager het dakvlak kruist en het hoogste punt van de antennedrager.
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
De bebouwde oppervlakte van de afzonderlijke bouwlagen bij elkaar opgeteld.
Helling langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
De hoek die gevormd wordt door de helling langs het dakvlak ten opzichte van horizontale vlak aangegeven in graden.
Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. zakelijke dienstverlening voorzover genoemd in categorie A van de Staat van Bedrijfsactiviteiten - functiemenging b. maatschappelijke voorzieningen c.q. dienstverlening voorzover genoemd in categorie A van de Staat van Bedrijfsactiviteiten - functiemenging, of categorie B2 van deze Staat van Bedrijfsactiviteiten voor zover het betreft 'Onderwijs'; c. tuin; d. wonen; het bepaalde in artikel 9 is van overeenkomstige toepassing met uitzondering van artikel 9.2.2; e. verkeer-verblijfsgebied; het bepaalde in artikel 6 is van overeenkomstige toepassing; f. water; het bepaalde in artikel 8 is van overeenkomstige toepassing; g. nutsvoorzieningen; h. onder- en bovengrondse afvalcontainers.
Op en onder de in lid 1 genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met inachtneming van de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van de hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:
a. ter plaatse van de maatvoeringsaanduiding 'maximum bouwhoogte' op de verbeelding is ten hoogste de aangegeven maximum bouwhoogte toegestaan; c. een gebouw mag alleen worden gebouwd indien uit de aanvraag om een omgevingsvergunning blijkt dat in, onder of nabij het gebouw voldoende parkeergelegenheid wordt gerealiseerd (zie artikel 14.2).
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van een dakterras gelden de volgende bepalingen:
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op en onder de in lid 4.1 genoemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met inachtneming van de volgende bepalingen:
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op en onder de in lid 5.1 genoemde gronden mag niet worden gebouwd.
Tot gebruik strijdig met de bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruiken van de tuin voor de voorgevel van de woning als parkeervoorziening.
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van gebouwen geldt het volgende: a. de bouwhoogte mag niet meer dan 3,5 meter bedragen; b. de oppervlakte per gebouw mag niet meer dan 25 m² bedragen.
Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde geldt het volgende:
a. maximum bouwhoogte terreinafscheidingen: 2 meter; b. maximum bouwhoogte speelvoorzieningen: 5 meter c. maximum bouwhoogte andere bouwwerken geen gebouwen zijnde: 3 meter.
De op de verbeelding voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden. Deze bestemming is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen.
Het is verboden om zonder omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk of van werkzaamheden de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren: a. het aanleggen en verbreden van sloten, vijvers en andere wateren; b. het aanbrengen van ondergrondse transport-, energie-, telecommunicatie- of andere leidingen en de daarmee verband houdende constructies; c. het uitvoeren van grondbewerkingen, heien uitgezonderd, op een grotere diepte dan de bij de 7.2.2 sub c aangegeven diepte, waartoe ook wordt gerekend woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, aanleggen van drainage en ontginnen.
Het bepaalde onder 7.2.1 is niet van toepassing op werken:
1. De omgevingsvergunning als bedoeld in 7.2.1 wordt verleend indien gebleken is dat de in lid 7.2.1 genoemde werken en werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen daarvan niet zullen leiden tot verstoring van archeologische resten; 2. voor zover de in lid 7.2.1 genoemde werken en werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen daarvan kunnen leiden tot een verstoring van archeologisch materiaal, wordt de omgevingsvergunning pas verleend indien daaraan de volgende voorschriften worden verbonden:
3. de omgevingsvergunning wordt niet verleend dan nadat de aanvrager een rapport heeft overgelegd, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld.
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. water en waterberging; b. steigers, taluds, duikers en dammen; c. bruggen en andere oeververbindingen; d. oevervoorzieningen en bermen; e. waterrecreatie; d. de aan- en afvoer van oppervlaktewater; e. overige voorzieningen ten behoeve van deze bestemming.
Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:
a. de doorvaarthoogte van bruggen mag niet minder bedragen dan 1,10 meter. b. grenzend aan de bestemming 'Tuin' is per woning een steiger toegestaan met een maximum afmeting van 5 m lang en 1 m diep; c. maximale bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: 3 meter.
Tot gebruik strijdig met de bestemming wordt in ieder geval gerekend het afmeren en voortdurend afgemeerd houden van - schepen anders dan ten behoeve van recreatief gebruik, het gebruik ten dienste van de bestemming dan wel het gebruik van de aangrenzende gronden; - woonschepen, woonarken of anderszins vaartuigen die zijn bestemd voor wonen of het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten, danwel daarvoor worden gebruikt.
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op en onder de in lid 9.1 genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met inachtneming van de volgende bepalingen:
Voor het bouwen gelden de volgende bepalingen:
a. de gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd; b. de bebouwingsdiepte van de woningen is maximaal 13 m; c. ter plaatse van de figuur gevellijn dient de voorgevel van de woningen op of evenwijdig aan de gevellijn gebouwd te worden; d. indien bij een bouwperceel sprake is van verspringing van de gevellijn, mag een van de verspringingen van de gevellijn als uiterste bouwgrens worden aangehouden; e. de woningen mogen zowel vrijstaand als aan elkaar worden gebouwd; f. de bouwhoogte op de gevellijn is minimaal 4 m; g, de maximum bouwhoogte bedraagt 13 m; h. elke woning is voorzien van een kap waarvan minimaal 70% van de breedte een minimum hellingshoek van 40 graden heeft; i. als een woning een voorzetgevel heeft, mag deze maximaal 0,5 m dik zijn en maximaal 2 m boven de nok uitsteken.
Voor het bouwen geldt het bepaalde in 9.2.1, a en b en de volgende bepalingen:
a. de maximum goothoogte op de gevellijn is 6 m; b. de maximum bouwhoogte is 9,5 m; c. ter plaatse van de figuur gevellijn dient de voorgevel van de woningen op de gevellijn gebouwd te worden; d. elke woning is voorzien van een kap waarvan de nok evenwijdig ligt aan de Aubade; e. de noklijn ligt op minimaal 7,5 m van de perceelsgrens van de Aubade; f. voor woningen liggend aan de paden naar de Zaanse Eilanden geldt verder het volgende: - de kap en de nok liggen haaks op de Aubade en parallel aan het pad naar de Zaanse Eilanden; - de bouwhoogte bedraagt maximaal 12 m.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van een dakterras gelden de volgende bepalingen:
Aan de voorgevel van de woningen mogen uitbouwen worden gerealiseerd tussen de erfgrens en de gevellijn in de vorm van erkers of balkons. Deze mogen maximaal 40 % van de gevelbreedte bedragen, liggen minimaal 2m. van de zij-erfgrens en zijn maximaal 1,2 m. diep en, in het geval van erkers, maximaal 3,5 m. hoog.
1. parkeervoorzieningen zijn niet toegestaan voor de voorgevel van de woning; 2. artikel 9.1 sub c geldt niet ter plaatse van de Aubade;
Onder toegestaan gebruik wordt verstaan het gebruik van gedeelten van woningen ten behoeve van een huisgebonden beroep en/of bedrijf, mits: a. de woonfunctie als primaire functie gehandhaafd blijft; b. het vloeroppervlak in gebruik voor de beroeps- of de bedrijfsmatige activiteit niet groter is dan 30% van het bruto vloeroppervlak van de woning, met een maximum van 65 m²; c. de ruimtelijke uitstraling en invloed op de omgeving passend is bij de woonfunctie; d. het gebruik geen parkeeroverlast veroorzaakt; e. het gebruik geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer; f. er geen horeca en/of detailhandel plaatsvindt, uitgezonderd bed en breakfast; g. het beroep of bedrijf door de bewoner wordt uitgeoefend.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwwerk waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Het bouwen van woningen of andere geluidgevoelige objecten, is slechts toegestaan indien de geluidsbelasting op de gevel niet meer bedraagt dan:
a. de voorkeursgrenswaarde, dan wel; b. de door burgemeester en wethouders vastgestelde hogere waarde.
Deze bepaling blijft buiten toepassing indien een geluidluwe gevel wordt gerealiseerd.
Een gebouw mag alleen worden gebouwd indien uit de aanvraag om vergunning blijkt dat in, onder of nabij het gebouw voldoende parkeergelegenheid wordt gerealiseerd (zie artikel 14.2).
Tot een gebruik dat strijdig is met de bestemmingsomschrijving wordt aangemerkt: a. het gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven van gronden op een wijze of tot een doel strijdig met de aan de grond gegeven bestemming; b. het gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven van gronden en gebouwen en bebouwing zonder dat in voldoende parkeergelegenheid wordt voorzien; c. het gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven van gronden als permanente standplaats voor kampeermiddelen; d. het gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven van gronden ten behoeve van seksinrichtingen; e. het gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven van gronden en bebouwing ten behoeve van de opslag van goederen, materialen anders dan ter plaatse noodzakelijk is ten behoeve van de bestemming; f. het gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven van gronden als een opslagplaats van vuurwerk-verkoop; g. het gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven van gronden voor het storten van puin en afvalstoffen; h. het gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven van gronden en bebouwing voor de stalling en/of opslag van (aan het oorspronkelijke gebruik) onttrokken voer-, vaar- of vliegtuigen;
Indien niet op grond van een andere bepaling van deze planregels een omgevingsvergunning kan worden verleend, dan kan bij omgevingsvergunning toegestaan worden, dat:
De afwijking kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
Het is toegestaan de in dit plan aangegeven bouw- en/of bestemmingsgrenzen te overschrijden ten behoeve van:
De regels van de Bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9, lid 2, van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:
Indien in de planregels bij dit bestemmingsplan wordt gerefereerd aan wet- en regelgeving betreft het wet- en regelgeving zoals deze luidden op het moment van het ter inzage leggen van het ontwerp van dit plan.
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een vergunning, en afwijkt van het plan, mag mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
Bij omgevingsvergunning kan eenmalig worden afgeweken van het bepaalde in artikel 15.1 voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk met maximaal 10 %.
Het gebruik en laten gebruiken van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in artikel 15.3 te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in artikel 15.3, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Artikel 15.1 is niet van toepassing op bouwwerken, die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het toen geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 15.3 is niet van toepassing op het gebruik of laten gebruiken dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan De Zaanse Eilanden van de gemeente Zaanstad.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van <……>
De voorzitter, de griffier,