direct naar inhoud van Artikel 19 Water - 1
Plan: Zaandam Noord
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0479.STED3773BP-0401

Artikel 19 Water - 1

19.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. water(berging), waterstaatkundige werken en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • b. sluizen, kaden, havenvoorzieningen;
  • c. (haven) op- en overslag, palen, laad- en losplaatsen en andere oevervoorzieningen;
  • d. scheepvaartverkeerstekens en andere nautische verkeersvoorzieningen;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'brug' tevens voor een brug;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'jachthaven' is tevens een jachthaven toegestaan;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'baggerspeciedepot' is tevens een baggerspeciedepot toegestaan;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'steiger' is tevens een steiger toegestaan;
  • i. en overige voorzieningen ten behoeve van deze bestemming.
19.2 Bouwregels

Op en onder de in lid 19.1 genoemde gronden mogen, met uitzondering van gebouwen behorend bij bruggen en sluizen, uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd ten dienste van de bestemming met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de maximum bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde bedraagt 5 meter;
  • b. de maximum bouwhoogte scheepvaartverkeerstekens en andere nautische verkeersvoorzieningen bedraagt 12 meter;
  • c. de doorvaarthoogte van bruggen mag niet minder dan 1,20 meter bedragen;
  • d. de hellingshoek van bruggen mag niet minder bedragen dan 4%;
  • e. de maximum bouwhoogte van bruggen is 18 meter;
  • f. ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van water - 1' zijn hijsinstallaties toegestaan van maximaal 9 meter;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - 2' is boven het water een gebouw toegestaan met een vloeroppervlak van maximaal 30 m² en een hoogte van 3 meter.
  • h. de afmetingen van een steiger zijn als aangegeven in de aanduiding 'steiger';
  • i. in afwijking van het bepaalde in sub a mag de bouwhoogte van (drijvende) kranen 30 meter bedragen.
19.3 Specifieke gebruiksregels
19.3.1 Strijdig gebruik

Tot een gebruik dat strijdig is met de bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden voor het aan- en afmeren of afgemeerd houden of laten aan- en afmeren of afgemeerd houden van:

  • a. schepen anders dan ten behoeve van het gebruik ten dienste van de bestemming dan wel het gebruik van de aangrenzende gronden;
  • b. woonschepen, woonarken of anderszins vaartuigen die zijn bestemd voor het wonen of het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten;

alsmede:

  • c. het belemmeren van een vlotte, veilige, doelmatige en milieuvriendelijke afwikkeling van het scheepvaartverkeer en instandhouden van de oevers.