direct naar inhoud van 3.3 Provinciaal beleid
Plan: C100
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0479.STED3771BP-0402

3.3 Provinciaal beleid

3.3.1 Structuurvisie Noord-Holland 2040 en de ruimtelijke verordening

Provinciale Staten hebben op 21 juni 2010 de Structuurvisie Noord-Holland 2040 en de Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie vastgesteld. De belangrijkste aanleiding is de inwerkingtreding van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening op 1 juli 2008, waarin is opgenomen dat provincies verplicht zijn om een structuurvisie voor hun grondgebied te maken. De provinciale rol in de ruimtelijke ordening verandert van een toetsende in een meer ontwikkelende. In de ruimtelijke structuurvisie heeft de provincie de hoofdbelangen benoemd die gezamenlijk de ruimtelijke hoofddoelstelling van de provincie vormen. Het gaat om ruimtelijke kwaliteit, duurzaam ruimtegebruik en klimaatbestendigheid.

De Provinciale ruimtelijke verordening schrijft voor waaraan de gemeentelijke bestemmingsplannen, projectbesluiten en beheersverordeningen moeten voldoen. De regels komen voort uit de ruimtelijke hoofddoelstelling uit de provinciale structuurvisie. De provinciale ruimtelijke verordening stelt regels voor de begrenzing van bestaand stedelijk gebied en zeer restrictieve regels voor verstedelijkingsbeleid in het landelijk gebied. De regels gaan onder andere over (on)mogelijkheden voor;

1. stedelijke ontwikkeling in het buitengebied,

2. de daaraan te stellen ruimtelijke kwaliteitseisen,

3. de Ruimte voor Ruimte-regeling en

4. de mogelijkheden voor verbrede landbouw.

Voor de Ecologische Hoofdstructuur, de nationale landschappen en de Rijksbufferzones zijn regels opgesteld ter behoud van de kernkwaliteiten van het landschap, de openheid, de weidevogelleefgebieden en het vastleggen van de landbouwhoofdstructuur. Uitwerking van de regels vindt deels plaats in de Beleidsnota Landschap en Cultuurhistorie. De verordening biedt GS ten aanzien van deze regels ontheffingsbevoegdheden.

3.3.2 Beleidskader landschap en cultuurhistorie

De nota is een uitwerking van de Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie (PRVS). De provincie vindt dat de ontwikkelingsgeschiedenis, de bebouwingskarakteristiek en de inpassing in de omgeving uitgangspunt moeten zijn voor nieuwe ruimtelijke plannen. In de Beleidsnota Landschap en Cultuurhistorie staan de eisen voor de ruimtelijke kwaliteit uitgewerkt.

3.3.3 Provinciaal Milieubeleidsplan

In het Provinciaal Milieubeleidsplan 2009-2013 (PMP) staan de milieudoelen van de provincie. Ook wordt daarin beschreven hoe die moeten worden gerealiseerd en binnen welke termijn. Voor de uitvoering van dit milieubeleidsplan maakt de provincie tweejaarlijkse uitvoerings- en monitoringsprogramma's. Gedeputeerde Staten hebben eind 2009 het uitvoerings- en monitoringsprogramma Milieu 2010-2011 vastgesteld.

3.3.4 Provinciaal Waterplan

Het Waterplan 2010 - 2015 is op 16 november 2009 door Provinciale Staten vastgesteld.

De strategische waterdoelen van de provincie zijn:

  • 1. het waarborgen van voldoende bescherming van mens, natuur en bedrijvigheid tegen overstromingrisico's via het principes van preventie, gevolgschade beperken en rampenbeheersing;
  • 2. het zorgen dat water in balans en verantwoord benut en beleefd wordt door mens, natuur en bedrijvigheid. Het watersysteem wordt versterkt en zo ook de beleving van het water door deze te combineren met natuurontwikkeling, recreatie en/of cultuurhistorie.
  • 3. het zorgen voor schoon en voldoende water.
  • 4. het zorgen voor maatwerk in het Noord-Hollandse grond- en oppervlaktewatersysteem, door middel van integrale gebiedsontwikkeling.
3.3.5 Cultuurhistorische Waardenkaart provincie Noord-Holland

Een belangrijk instrument voor het provinciaal cultureel erfgoedbeleid is de provinciale Cultuurhistorische Waardenkaart 2001. Op deze kaart staan de gebieden die voor Noord-Holland van historisch geografisch en archeologisch belang zijn. Ook worden de beschermde monumenten aangegeven. Doel van de kaart is de cultuurhistorische waarden binnen de provincie zichtbaar te maken zodat de ruimtelijke inrichters van goede informatie worden voorzien met betrekking tot deze waarden en daarmee rekening kunnen houden of ze zelfs als inspiratiebron kunnen gebruiken.
Deze kaart is echter geen beleidskaart en hij is per definitie onvolledig, omdat bij het samenstellen van de kaart het niet mogelijk bleek om ten behoeve daarvan aanvullend onderzoek te doen naar aanwezige nog onbekende archeologische vindplaatsen.