direct naar inhoud van 5.1 Stedenbouwkundige aspecten
Plan: Krommenie
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0479.STED3763BP-0301

5.1 Stedenbouwkundige aspecten

Gebiedsspecifieke uitgangspunten

5.1. Centrum en lint

Het beleid voor de kern van Krommenie is in lijn met de cultuurhistorische waarde gericht op het versterken en verbeteren van het karakter van het lint en het behoud van de structuur met paden. Vooral de samenhang tussen de bebouwing en de structuur met het lint, de paden en de vaart is van bijzondere waarde. De nadruk ligt daarbij op het karakter, de maat en de schaal van de gebouwen in samenhang met de structuur. Behoud van de afwisseling is daarbij gewenst. De laatste jaren vindt er veel vernieuwing plaats op de hoofdstraten. Hierdoor verandert het karakter en de historische sfeer van de straat zeer snel. De diversiteit is te vinden in verschillende goothoogten en gevelindelingen en de architectuur uit verschillende tijdperken. Geadviseerd wordt om bij planvorming sloop van beeldbepalende en technisch goede bebouwing zoveel mogelijk te vermijden.

De Padlaan en de Heiligeweg zijn eveneens dragers van de structuur van de streek, maar zijn kwalitatief minder en verdienen daarom extra aandacht. De ontmoeting tussen de Hoofdstraat en de Heiligeweg wordt ontwikkeld als centrum van het dorp. Na de brand van het appartementengebouw aan de noordzijde van het begin van de Heiligeweg is deze kans aangegrepen voor een nieuwe invulling. De dynamiek langs het lint bestaat uit aanpassingen aan bestaande gebouwen en het inpassen van kleinschalige projecten. Dit past goed bij het karakter van het gebied.

5.2 Stationsbuurt

De Stationsbuurt bestaat uit woonbuurten langs de weg vanaf het station Krommenie in en vormt een entree tot het dorp. Naast de begeleiding van deze route is de samenhang tussen de bebouwing binnen de verschillende buurten van belang. Dynamiek op grote schaal is in de woonbuurten niet te verwachten. Aanvragen zullen zich hier vooral richten op aan- en opbouwen.

Als verbinding tussen Krommenie en Noorderwelf is een nieuwe verdiepte weg haaks op de Provincialeweg gerealiseerd. Dit gebied wordt Poort Clam Dycke genoemd en is de locatie waar het treinstation Krommenie-Assendelft naar toe is verplaatst. Deze ingrijpende plannen haken aan op de ontwikkeling van de noordzijde van de wijk Noorderwelf (zie ook gebied 8D).

Op deze locatie is aan de zijde van Krommenie ook een school gevestigd, het VMBO/TRIAS college, waarbij een luchtbrug boven de verdiepte weg verschillende delen van de school met elkaar verbindt.

De voormalige locatie van deze school aan de Fortuinlaan is daarmee een nieuw ontwikkelgebied geworden voor woningbouw.

5.3 Uitbreidingen

Het beleid voor de drie wijken is terughoudend. Er zijn geen bijzondere cultuurhistorische waarden, op de route van de Heilige weg en Militaire weg na. De kwaliteit ligt voor een groot deel in het groen en de openbare ruimte. De wens uit te breiden is duidelijk aanwezig bij de bewoners van de tweelaags woningen en heeft geleid tot opbouwen, aanbouwen en dakkapellen. De hoekwoningen zijn hier en daar voorzien van een bescheiden erker. Het is de inzet voor deze woningen de leesbaarheid van de herhalingen te handhaven, wat inhoudt dat aan- en opbouwen per rij van een vergelijkbaar model moeten zijn. Voor de meer individuele gebouwen en complexen ligt de nadruk op de rol in de openbare ruimte.

Momenteel wordt gewerkt aan een visie voor het Rosariumgebied waarin met respect voor het huidige gebruik de mogenlijkheden onderzocht worden voor het toevoegen van een sportvoorziening.

5.4 Willis

Door de strenge repetitie van de basiseenheid werken afwijkingen in de basiseenheid snel verstorend, zeker daar waar deze basiseenheid zelf een duidelijke architectonische opbouw heeft. Aanpassingen in de vorm van serres of dakkapellen moeten zorgvuldig bekeken worden.

De achterzijde van de benedenverdieping wordt in een aantal gevallen aan het zicht onttrokken door de hoge erfafscheidingen. Eventuele aanbouwen aan de achterzijde zijn daar soms mogelijk zonder het geheel te verstoren. Individuele wensen zijn moeilijk in te passen in de nadrukkelijk vormgegeven composities. Het bewaren van de relatief complexe architectonische eenheid is de inzet voor het welstandsbeleid.

In het plan Zuidereilanden zijn een aantal uit het landschap voortkomende oost-west structuurlijnen opgenomen. Deze structuurlijnen, in de vorm van water en/of groen, leveren (visuele) dwarsverbindingen. Het betreft het centraal gelegen park en de oost-west assen (water en groen) die het plangebied in kleinere buurten onderverdelen. Hierdoor ontstaat een opzet van woonbuurten met een min of meer landelijk karakter, van elkaar gescheiden door landschappelijke zones.

De zones vormen tevens de verbindende schakels tussen de Nurten. Ook het terrein van de centraal gelegen groenvoorziening heeft deze betekenis.

De deelplannen Zuidereilanden, Noordereilanden en Middeneilanden moeten als één totaalgebied worden gezien. Op de overgang van de deelplannen is een duidelijke centrale plek te herkennen, daar waar de hoofdontsluitingsroute eindigt in de parkzone. De hoofdroute wordt met een rotonde aangesloten op de noord-zuid gerichte buurtontsluiting, waar de overige straten op aansluiten.

Aan de noordoostzijde van de rotonde vormt het enige gestapelde woonblok een herkenbaar stedenbouwkundig accent.

Tegenover het park, op de kruising Rosariumlaan en Serooskerkestraat staan woongebouwen met een bijzondere vormgeving; met 'de voeten in het water'. Hiermee wordt de wijze waarop met het gebied wordt omgegaan benadrukt. Naar de randen van het gebied wordt in toenemende mate met losse, kleinere bouwblokken gewerkt, in relatie tot de bestaande bebouwing, waarmee transparantie naar binnen en naar buiten wordt verkregen. De randen van het gebied worden niet opgehoogd, zodat de erven daar het niveau van de polder benaderen. De bestaande woningen en erven aan de oostzijde vormen als het ware kleine wooneilanden.

Ten tijde van de totstandkoming (in de voorontwerpfase) van dit uitwerkingsplan zijn door bewoners aan de al gereedgekomen woningen aan de "Vlagzalm" de mogelijkheden onderzocht voor een dakopbouw boven op hun woning. Inmiddels is positief besloten over dit initiatief. Daarom zullen de dakopbouwen deel uitmaken van het uitwerkingsplan.'

In het plan Noordereilanden is een aantal uit hét landschap voortkomende oost-west structuurlijnen opgenomen. Deze structuurlijnen, in de vorm van water en/of groen, leveren (visuele) dwarsverbindingen. Deze structuurlijnen en de hoofdontsluitingsweg doen een opzet van woonbuurten ontstaan met daartussen landschappelijke zones. Deze zones vormen tevens de verbindende schakels tussen de buurten. In het meest oostelijk plandeel is het element water verder versterkt doorliet creëren van een eiland met woonbebouwing. Dit eiland is door middel van enkele bruggen met de omgeving

verbonden.

De beide deelplannen Zuidereilanden en Noordereilanden moeten als een totaalgebied worden

gezien. De overgang tussen de beide gebieden wordt gevormd door de centrale parkzone.

De woonbebouwing in het gebied wordt gevormd door eengezinswoningen. 1n het hart van het

gebied bevinden zich de wat langere bouwblokken. Naar de randen van het gebied wordt met

losse, kleinere bouwblokken gewerkt, in relatie tot de bestaande bebouwing aan de Uitweg en

aan de Taandijk. Hiermee wordt tevens transparantie naar binnen en naar buiten verkregen.

5.5 Wonen

De wijk Krommenie Zuid bestaat uit buurten uit verschillende perioden. Rond de Heiligeweg en de Weverstraat staat bebouwing van voor de tweede wereldoorlog. De buurten achter deze wijken zijn uit de vijftiger en zestiger jaren. Ten zuiden van de Heiligeweg liggen enkele buurten met verschillende verkavelings- en bebouwingsvormen.

Zuiderham dateert uit 1970. De hoofdontsluiting wordt gevormd door de Neptunuslaan en de Jupiterstraat, die haaks op elkaar staan. De wijk is in vier kwadranten te verdelen, waarbij de noordoostelijke kwadrant (de Grote Beer en de Kleine Beer) van de drie andere verschilt wat betreft stedelijke structuur, bebouwing en goen. In dit kwadrant staan drie grote flats en een school, omgeven door groen en water. Het groen bestaat voornamelijk uit gazons met verschillende soorten bomen. De andere delen van de wijk bestaan voor het grootste deel uit laagbouw in de vorm van eengezinswoningen in een rij of twee onder een kap.

Noorderham is een nieuwbouwwijk uit de jaren '67-'70. Er staat voornamelijk laagbouw, waaronder veel bungalows (in het noorden en het zuiden) en eengezinswoningen. Langs de randen aan de zuid- en oostkant van de wijk (Kervelstraat en Gagarinstraat) staan flatgebouwen, evenals langs de belangrijkste toegangsweg, de Zilverschoonlaan. De wijk wordt in noord-zuid richting in tweeen gedeeld door een brede waterloop; de Watering. Deze waterloop staat rechtstreeks in verbinding met het buitengebied.

Krommenie Midden bestaat uit buurten uit verschillende perioden. Ten noorden van de Heiligeweg en rond de Eikenlaan staat bebouwing van voor de 2de wereldoorlog. De buurt ten noorden van de Heiligeweg heeft een tuindorpachtig karakter. De huizen zijn laag en in elke straat staan bomen. Aan de noord-westrand van de wijk ligt het Rosariumpark. Het vormt het eindpunt van de groene long, die vanuit het landelijk gebied de wijk in reikt. Aan de Heiligeweg, bij de kruising met de Rosariumlaan, ligt een klein winkelcentrum als 'stedelijk concentratiepunt' in de wijk.

Oud Krommenie is oorspronkelijk ontstaan langs de hoofdstraat (Vlietsend, Zuiderhoofdstraat, Noorderhoofdstraat). De rest van de wijk behorende bij het plangebied wordt gevormd door verschillende buurtjes met verschillende functies. Alle bebouwing is laagbouw met uitzondering van een aantal meergezinswoningen (2 á 3 lagen) langs de Serooskerkestraat in het noorden en het Durghorstplantsoen in het zuiden. Centraal in het gebied ligt het Agathepark. Dit park is het grootste groenelement in eze wijk. De oostgrens van het plangebied wordt gevormd door de Durghorst, ten westen van de Noorderhoofdstraat. De buurt tussen de Serooskerkestraat en het Blok heeft een tuindorpachtig karakter.

Rond 2000 is een nieuwbouwgebied, Willis, aan weerszijden van de Vlusch ontstaan. Het westelijk deel is vanaf het lint zichtbaar, het oostelijk deel ligt verscholen achter de lintbebouwing. De wijk is qua ontsluiting en oriëntatie in zich zelf gekeerd en heeft geen directe relatie met het lint van de Vlusch. Beide delen van het gebied worden gekarakteriseerd door rijen woningen met een repeterende basiseenheid. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen tussenwoningen of eindwoningen. De blokken zijn van alle kanten zichtbaar. Privacy wordt deels bereikt door hoog opgetrokken erfscheidingen.

In een aantal blokken is de individuele woning alleen te onderscheiden door het terugkerende patroon van voordeuren en ramen. In andere blokken wordt het individuele karakter van een woning juist benadrukt door de bovenste verdieping smaller te maken waardoor ieder huis afzonderlijk zichtbaar wordt. In een aantal blokken wordt de woningscheidende wand extra benadrukt om het individuele huis zichtbaar te maken. Binnen een gekozen vorm van repetitie of schakeling zijn alle woningen gelijk. Lessenaarsdaken geven de toon aan. Met de richting van de nok is gevarieerd. Het kleur- en materiaal gebruik is uniform: wit stucwerk, rode bakstenen, houten kozijnen.

Het plangebied bevat een aantal woonwagen locaties. Aan de Komarowlaan, staan circa 5 woonwagens. Ze zijn gelegen ten noorden van het Sportpark 'De Slipkuil'. Ook bevinden zich ten westen van de Rosariumlaan, in de groenzone nabij het kruispunt met de Militaireweg circa 5 woonwagens.

De gemeentelijke ambities op het gebied van wonen zijn vastgelegd in de Woonvisie. De woonvisie hecht groot belang aan woonkwaliteit in brede zin. Hieronder staan de doelen genoemd;

  • 1. Kwantitatieve bouwopgave;
  • 2. Kwaliteitsverbetering sociale huursector door herstructurering;
  • 3. Mogelijk maken van een wooncarriere door het bieden van voldoende treden op de woonladder;
  • 4. Differentiatie;
  • 5. Bestaande diversiteit woonmilieus versterken en nieuwe woonmilieus ontwikkelen;
  • 6. Creëren van ruimtelijke kwaliteit;
  • 7. Duurzaamheid als norm.

Tot slot is er een ontwikkeling gaande die ervoor zorgt dat steeds meer mensen er voor kiezen om hun huis te verbouwen in plaats van te verhuizen. De economische crisis en de daaruit voorvloeiende crisis op de woning(bouw) zijn oorzaken hiervan. Verbouwen en Uitbreiden is een alternatief voor verhuizen. Het vergroten van het hoofdgebouw, een aangebouwde veranda, serre of dakkapel creëert snel meer ruimte. Ook in Zaandam Noord is deze trend waarneembaar. Zaanstad heeft de afgelopen jaren namelijk veelvuldig meegewerkt aan de realisatie van dakopbouwen op woningen die in de basis uit twee lagen bestaan. Overigens op voorwaarden dat ze zijn vormgegeven als complete verdieping en per rij hetzelfde model toegepast wordt (trendsetter). Het bestemmingsplan anticipeert op de toenemende vraag. De ambitie om de opbouw binnen de rij op dezelfde wijze uit te voeren is vastgelegd in de welstandscriteria die gelden voor de wijk.