direct naar inhoud van Artikel 35 Algemene afwijkingsregels
Plan: Krommenie
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0479.STED3763BP-0301

Artikel 35 Algemene afwijkingsregels

35.1 Algemeen

Indien niet op grond van een andere bepaling van deze planregels een omgevingsvergunning kan worden verleend, dan kan bij omgevingsvergunning afgeweken worden ten behoeve van:

  • a. gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen en elektriciteitsvoorzieningen met een maximum bouwhoogte van 5 meter, en een maximum brutovloeroppervlak van 30 m² worden gebouwd;
  • b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals gedenktekens, plastieken, straatmeubilair,vrijstaande muren, keermuren, trapconstructies, bebouwing ten behoeve van al dan niet ondergrondse afvalopslag, geluidwerende voorzieningen, lichtmasten, walradars, vlaggenmasten, duikers en andere waterstaatkundige werken worden gerealiseerd;
  • c. de in de planregels voorgeschreven maten, afmetingen, percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages; De afwijking is slechts dan van toepassing indien dit bedoeld is voor een ruimtelijke en/of technisch beter verantwoorde uitvoering van het bouwwerk;
  • d. het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -instensiteit daartoe aanleiding geven;
  • e. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van vlucht- en/of noodtrappen worden gebouwd;
  • f. met een geringe mate, van de plaats en richting van de bestemmingsgrenzen, indien dit noodzakelijk is in verband met afwijkingen of onnauwkeurigheden ten opzichte van de feitelijke situatie of in die gevallen waar een rationele verkaveling van de gronden een geringe afwijking vergt.
  • g. de in de regels toegestane maximum bouwhoogte met ten hoogste 3 m worden overschreden ten behoeve van zonnepanelen.
35.2 Voorwaarden

De afwijking kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de woonsituatie;
  • c. de milieusituatie;
  • d. de verkeersveiligheid;
  • e. de sociale veiligheid;
  • f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.