direct naar inhoud van Hoofdstuk 5 Milieuaspecten
Plan: Landelijk gebied Westzaan
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0479.STED3761BP-0301

Hoofdstuk 5 Milieuaspecten

Voor het gebied is door de gemeente Zaanstad een milieuonderzoek uitgevoerd. Milieu valt in verschillende beleidsthema’s uiteen. Op de milieu-aspecten wordt uitgebreid ingegaan in het separate milieu-onderzoek bij deze toelichting Milieuonderzoek BP landelijk gebied Westzaan versie4-3 mei 2013. Hieronder is een korte samenvatting van de conclusies van het milieu-onderzoek opgenomen.


Bodem
Het hele plangebied is gemiddeld genomen licht verontreinigd met zware metalen, PAK en/of minerale olie. Plaatselijk kunnen ook matige tot sterke verontreinigingen voorkomen. Voor zover bekend leveren de verontreinigingen geen humane en verspreidingsrisico's op.

Op basis van de beschikbare informatie blijkt dat de huidige bodemkwaliteit niet overal geschikt is voor de bestaande functie. Daarom kan het bij (de uitvoering van) ruimtelijke ontwikkelingen noodzakelijk zijn om aanvullend onderzoek te doen of sanerende maatregelen uit te voeren. Voor een aantal nieuwe ontwikkelingen wordt in het bestemmingsplan een bodemonderzoek geeist.


Luchtkwaliteit
Voor de mogelijkheden voor nieuwe woningbouw binnen het bestemmingsplan geldt, dat de plannen worden geacht niet in betekenende mate bij te dragen aan een verslechtering van de luchtkwaliteit. Berekening van de luchtkwaliteit is daarvoor niet aan de orde.

Omdat een kinderboerderij als functie niet in de Regeling Niet In Betekenende Mate (NIBM) valt, moet onderzoek naar de gevolgen voor de luchtkwaliteit worden gedaan indien de wijzigingsbevoegdheid voor een kinderboerderij aan de Westzanerdijk 150 wordt toegepast.

Voor het conserverend deel van het bestemmingsplan blijkt dat de luchtkwaliteit, zoals in beeld gebracht met behulp van de 'Monitoringstool', geen belemmering vormt voor dit bestemmingsplan.


Geur
De geurproblematiek heeft in het plangebied betrekking op de agrarische bedrijven. Conform de huidige VNG-systematiek van bedrijfszonering, zouden veel van de agrarische bedrijven niet passen binnen de aanwezige (woon-)bebouwing. In de praktijk wordt de geurhinder voorkomen omdat vanuit het Activiteitenbesluit voldaan moet worden aan afstandsnormen. De huidige bedrijfsvoering wordt dus niet belemmerd. Eventuele nieuwe (burger-)woningen mogen uitsluitend op een minimale afstand tot de geuremitterende onderdelen van de bestaande agrarische bedrijven gerealiseerd worden. Omgekeerd moet bij eventuele agrarische bedrijfsverplaatsing rekening worden gehouden met eenzelfde afstand tot bestaande woningen.


Geluid
Binnen het plangebied zijn de aspecten industrielawaai, railverkeerslawaai, vliegtuiglawaai en wegverkeerslawaai onderzocht.

Er zijn in het bestemmingsplan nieuwe gevoelige bestemmingen opgenomen binnen de zones van gezoneerde industrieterreinen. Het gaat dan om de woningbouw Westzanerwerf (voormalig Pont Meijerterrein). Het terrein ligt deels binnen de zone van het gezoneerde industrieterrein Westelijk Havengebied. Onderzoek moet uitwijzen of er sprake is van een overschrijding van de voorkeursgrenswaarde of maximale grenswaarde uit de Wgh en/of de normen uit Ruimtelijke Milieuvisie en de Beleidsregel Hogere Waarden worden overschreden. Dat is als voorwaarde opgenomen in de wijzigingsbevoegdheid en de uit te werken woonbestemming.

Er zijn geen nieuwe ontwikkelingen gepland in de zone van de spoorlijn Zaandam-Uitgeest.

Het plangebied ligt grotendeels buiten het beperkingengebied van Schiphol. Een klein deel ligt er binnen. Daar worden geen nieuwe ontwikkelingen voorzien.

Door of nabij het plangebied lopen enkele wegen met een hoge verkeersintensiteit. Voor die wegen is een prognose voor de verkeersintensiteit opgesteld. Binnen de zoneringsplichtige wegen zijn vooralsnog geen nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen voorzien binnen de bestemmingsplanperiode. Er is sprake van één bestemmingswijziging van Agrarisch naar Wonen aan de Middel 95. De agrarische bedrijfswoning wordt gewijzigd in een burgerwoning. Deze woning ligt op korte afstand van de A8. Omdat een agrarische bedrijfswoning wordt beschouwd als een bestaande woning, hoeft op basis van art. 76 lid 3 Wgh niet getoetst te worden aan de grenswaarden.
Daarnaast is in het plan een wijzigingsbevoegdheid opgenomen voor bedrijf naar wonen voor de locatie Middel 136. De bevoegdheid kan alleen worden geëffectueerd indien aan de zijde van de A8 wordt voorzien in een scheidingsconstructie die niet als gevel in de zin van de Wet Geluidhinder wordt aangemerkt.

De boerderijen langs de J.J. Allanstraat ondervinden een hogere geluidsbelasting als gevolg van het wegverkeer van de J.J. Allanstraat. Wanneer, bijvoorbeeld bij splitsing van een stolp na bedrijfsbeëindiging, een extra woning wordt gerealiseerd, is voor die woning waarschijnlijk een hogere waarde vereist. Akoestisch onderzoek is dan vereist. Ook is akoestische onderzoek vereist voor wegverkeer bij woningbouw op Westzanerwerf. Dat is opgenomen in de voorwaarden bij de wijzigingsbevoegdheid en de uit te werken woonbestemming voor deze locatie.


Externe veiligheid
Buiten het plangebied bevinden zich drie bedrijven die een invloedsgebied hebben dat zich uitstrekt over het plangebied: de BP Amsterdam Terminal (BAT) in het industriegebied Westelijk Havengebied, Chemtura in Amsterdam en het Total tankstation aan de Westerkoogweg. Voor de BAT geldt dat onderzoek met betrekking tot het nieuwbouwplan Westzanerwerf (nu met een wijzigingsbevoegdheid naar Wonen en een uit te werken woonbestemming opgenomen in het bestemmingsplan) nog niet beschikbaar is. Voor Chemtura wordt verondersteld dat eventuele woningbouw aan de Westzanerdijk 150 geen significant effect zal hebben op het gehanteerde groepsrisico. Voor het tankstation geldt dat slechts een zeer klein, onbewoond deel van het plangebied, valt binnen het invloedsgebied.

Het plangebied ligt binnen de invloedssfeer van wegen, waarop vervoer van gevaarlijke stoffen plaatsvindt. Uit het milieu-onderzoek blijkt dat daar voor het plangebied geen belemmeringen uit voortvloeien. Het plangebied ligt niet binnen de invloedssfeer van waterwegen en spoorlijnen en waarover transport van gevaarlijke stoffen plaats vindt.

Door het plangebied lopen een hoogspanningsleiding en een hoge druk aardgastransportleiding. Binnen de invloedssfeer van de hoogspanningsleiding bevinden zich geen gevoelige bestemmingen. Aan weerszijden van de hoge drukgasleiding mag in een zone van 4m niet gebouwd worden.


Bedrijven en milieuzonering
De functies wonen en bedrijvigheid kunnen elkaar planologisch beïnvloeden. Bestaande bedrijven kunnen een belemmering vormen voor nieuwe ontwikkelingen, zoals woningbouw. Omgekeerd kan nieuwe woningbouw (of andere geluidgevoelige functies) belemmeringen oproepen voor bedrijven in een gebied. Daarom worden er richtafstanden tussen bedrijven en gevoelige bestemmingen gehanteerd. Zaanstad heeft de landelijke richtlijnen daarvoor overgenomen en hanteert die in de zogenaamde 'Staat van Inrichtingen' bij bestemmingsplannen.

De agrarische bedrijven in het gebied worden apart bestemd en vallen niet onder het afwegingskader bedrijven en milieuzonering.

Naast de agrarische bedrijven, bevinden zich drie niet-agrarische bedrijven in het plangebied. Twee van de bedrijven passen niet conform de standaard afstanden uit de VNG-systematiek. De bedrijven hebben een passende mileuvergunning. Zij hebben in het bestemmingsplan een maatbestemming. Als er in geval van bedrijfsbeëindiging niet eenzelfde bedrijf terugkeert, zijn op deze locaties uitsluitend bedrijven in een lagere milieucategorie, die wel past binnen de milieuzonering, toegestaan.


Natuur: Flora- en faunabescherming
Het plangebied heeft grotendeels de status van Natura 2000 gebied. Dat wil zeggen dat er enkele zeldzame soorten voorkomen, van wie de biotoop tot op het niveau van Europese richtlijnen beschermd is. In 4.2 Natuur van deze toelichting en in het Milieu-onderzoek Milieuonderzoek BP landelijk gebied Westzaan versie4-3 mei 2013 wordt daar uitvoerig op ingegaan. Nieuwe ontwikkelingen in het bestemmingsplan zijn getoetst aan de Natuurbeschermingswet door middel van de Voortoets natuur februari 2013 Landelijk Gebied Westzaan. Dat heeft geleid tot een aantal extra randvoorwaarden die aan de nieuwe ontwikkelingen worden gesteld, bijvoorbeeld wat betreft omvang, aantal of aanvullende maatregelen, zoals verlichting. Sommige ontwikkelingen zijn uitsluitend toegestaan met een ontheffing, waarbij in het concrete geval getoetst wordt of de ontwikkeling mogelijke of significante gevolgen heeft voor de instandhoudingsdoelstellingen Natura 2000. Als dat in het concrete geval zo blijkt te zijn, kan de ontwikkeling geen doorgang vinden.


Duurzaamheid
Bovenop het Bouwbesluit streeft Zaanstad naar enkele kwaliteiten op het gebied van duurzaam bouwen. Binnen het bestemmingsplan wordt geen nieuwe woningbouw toegestaan van een schaal waarbij die kwaliteiten (zoals minimale dichtheden en zongericht verkavelen) een rol spelen.

Vanwege de waarde van het landschap wordt in het bestemmingsplan geen ruimte geboden aan windturbines. Kleine windmolens die op de daken van gebouwen staan, t.b.v. de eigen energievoorziening, zijn wel toegestaan. Zonnepanelen zijn in het plangebied wel op daken, maar niet als losse objecten op het maaiveld toegestaan.