direct naar inhoud van Artikel 17 Water - Woonschepenligplaats
Plan: Landelijk gebied Westzaan
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0479.STED3761BP-0301

Artikel 17 Water - Woonschepenligplaats

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water - Woonschepenligplaats' aangewezen gronden zijn bestemd:

  • a. het afmeren van woonschepen;
  • b. het afmeren van plezierbootjes of (onderhouds)vlotten, behorend bij een woonschip;
  • c. drijvende bergingen en bergingen op palen of steigers;
  • d. bijbehorende afmeervoorzieningen, zonder welke het gebruik van het woonschip als woning niet goed mogelijk is;
  • e. (openbare) nutsvoorzieningen en voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' tevens voor het behoud van cultuurhistorische waarden;
  • g. water;
  • h. overige voorzieningen ten behoeve van deze bestemming voor aangewezen ligplaatsen voor woonschepen met bijbehorende afmeervoorzieningen.
17.2 Bouwregels

Op en onder de in lid 17.1 genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de maximum afmetingen van een woonark zijn:
    • 1. lengte: 20 m;
    • 2. breedte: 6,50 m;
    • 3. hoogte: 5 m boven de waterlijn;
    • 4. diepte: 2 m onder de waterlijn.
  • b. de maximum afmetingen van een woonboot zijn
    • 1. lengte: 32 m;
    • 2. breedte: 6,50 m;
    • 3. hoogte: 5 m boven de waterlijn;
    • 4. diepte: 2 m onder de waterlijn.
  • c. de afstand tussen twee naast of achter elkaar liggende woonschepen bedraagt ten minste 5 m. Deze tussenafstand wordt tot stand gebracht doordat met elk der woonschepen een afstand van tenminste 2,5 m tot de daartussen gelegen waterkavelgrens in acht wordt genomen:
  • d. per woonschip mogen op en aan de oever bijbehorende voorzieningen zoals vlonders, steigers en terrassen, worden gebouwd of aanwezig zijn tot een totale oppervlakte van maximaal 20 m2 de hoogte van de bijbehorende voorzieningen mag niet meer bedragen dan 0.50 m.
17.3 Afwijken van de bouwregels
  • a. Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder 17.2. sub b, onder de punten 1 en 2 genoemde afmetingen tot maximaal 25 respectievelijk 6,875 m, mits dat niet leidt tot overschrijding van de waterkavelgrens, genoemd in 17.2. sub d;
  • b. Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van de onder 17.2 sub c onder punten 1 en 2 genoemde afmetingen tot maximaal 40 respectievelijk 7,50 m, mits dat niet leidt tot overschrijding van de waterkavelgrens, genoemd in 17.2. sub d;
  • c. Het college kan afwijken van het bepaalde van het bepaalde in lid 17.2 onder sub c, onder punt 4 voor een diepte tot 4 m onder de waterlijn.
17.4 Specifieke gebruiksregels

Voor de onder in lid 17.1 genoemde gronden gelden de volgende regels:

  • a. woonboten, woonarken en toebehoren zijn uitsluitend toegestaan binnen de grenzen van de aanduiding 'woonschepenligplaats';
  • b. (drijvende) bergingen en (onderhouds)vlotten zijn uitsluitend toegestaan binnen de grenzen van de waterkavel;
  • c. Voor zover de gronden niet worden benut voor het innemen van een ligplaats met een woonschip, mogen ze worden gebruikt als water. Lid 17.1 is dan van toepassing.
17.4.1 Strijdig gebruik

Tot gebruik strijdig met de bestemming wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruiken of laten gebruiken van gronden voor permanente buitenopslag;
  • b. het gebruiken of laten gebruiken van gronden voor opslag-, laad- en losactiviteiten ten behoeve van handelsdoeleinden;
  • c. het gebruiken of laten gebruiken van de ruimte tussen woonschepen voor permanente buitenopslag;
  • d. het gebruiken of laten gebruiken van de ruimte tussen woonschepen voor opslag-, laad- en losactiviteiten ten behoeve van handelsdoeleinden;
  • e. het gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven van gronden als afmeervoorziening ten behoeve van plezierbootjes, anders dan voor eigen gebruik;
17.4.2 Toegestaan gebruik

Onder strijdig gebruik wordt niet verstaan het gebruik van gedeelten van woonschepen voor kantoor en/of praktijkruimte ten behoeve van aan huis verbonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten behorende tot ten hoogste categorie 1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten - Bedrijventerrein, indien en voor zover:

  • a. de woonfunctie als primaire functie gehandhaafd blijft;
  • b. het vloeroppervlak in gebruik voor kantoor-en/of praktijkruimte of de bedrijfsmatige activiteit niet groter is dan 30% van het bruto vloeroppervlakte van het hoofdgebouw en erfbebouwing, met een maximum van 65 m²;
  • c. ten behoeve van de kantoor- en/of praktijkruimte wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
  • d. het gebruik geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer;
  • e. geen horeca en geen detailhandel mag plaatsvinden, uitgezonderd een beperkte verkoop ondergeschikt aan de uitoefening van de kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  • f. het beroep of de activiteit door de bewoner wordt uitgeoefend.