Plan: | Kerkbuurt Westzaan |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0479.STED3759BP-0301 |
Westzaan, en dan met name de Kerkbuurt, kent een rijke hoeveelheid aan cultuurhistorische en archeologische waarden. Op 4 oktober 1991 is een groot deel van het onderhavige plangebied dan ook aangewezen als een van rijkswege beschermd dorpsgezicht. Het beschermde dorpsgezicht is van nationale waarde. De aanwijzing tot beschermd dorpsgezicht is opgenomen als bijlage 7 bij de toelichting.
Bijna driekwart van het plangebied is aangewezen als van rijkswege beschermd dorpsgezicht bij besluit van 4 oktober 1991. De gemeenteraad dient ingevolge de Monumentenwet voor deze gebieden een bestemmingsplan vast te stellen dat is gericht op de bescherming van de desbetreffende waarden. Dit betekent dat er voor de genoemde waarden sprake dient te zijn van een vooral conserverende planregeling. Voor zover het plan voorziet in nieuwbouwmogelijkheden dient op basis van het bestemmingsplan te kunnen worden afgedwongen dat de desbetreffende waarden zoveel mogelijk in ere worden gehouden dan wel hersteld. Het is daarbij niet de bedoeling dat er onnodige beperkingen worden opgelegd aan het gebruik van de gronden en opstallen in het beschermde dorpsgezicht. Voor een verdere toelichting op de planregeling voorzover die is toegespitst op de bescherming van het beschermde dorpsgezicht, wordt verwezen naar hoofdstuk 6 van de Beschrijving planvorm en bestemmingsplanregeling.
De karakteristieke ruimtelijke opbouw van Westzaan en de samenhang tussen de nederzetting en het open weidegebied vormen met de historisch waardevolle bebouwing in de Kerkbuurt de voornaamste achtergrond van het voornemen om een deel van Westzaan aan te wijzen tot beschermd dorpsgezicht. De begrenzing van het aan te wijzen dorpsgezicht wordt aan de noordzijde bepaald door de daar aanwezige rooilijnverlegging en aan de zuidzijde door de eerstvolgende brede sloot ten zuiden van de Weelsloot, oorspronkelijk een doorgaande vaarroute. Aan de oost- en westzijde valt de begrenzing in hoofdzaak samen met de achtererfgrenzen van de lintbebouwing en met de vaart de Gouw.
Vermelding verdient nog dat het beschermde dorpsgezicht zich voor wat betreft de oostzijde van het plangebied grensoverschrijdend is. Ook zijn de twee boerderijen aan de J.J. Allanstraat, direct grenzend aan het plangebied, aangewezen als beschermd dorpsgezicht. De weilanden ten oosten van het plangebied (Natura 2000 gebied) en de boerderijen vallen dus buiten het plangebied maar binnen de grenzen van het als beschermd dorpsgezicht aangewezen gebied.
Contour beschermde dorpsgezicht binnen het plangebied
Groot onderdeel van het bestemmingsplangebied is de aanwijzing tot beschermd dorpsgezicht. Het beeld van de in het gebied aanwezige monumenten is vanuit hun monumentale status extra beschermd. Het totaalbeeld van het beschermde dorspgezicht wordt echter mede bepaald door gebouwen die geen monumenten zijn. In het vigerende bestemmingsplan is de daadwerkelijke bescherming van het beeld van deze volumes geregeld met bouwvlakken, maximale goot- / en nokhoogte en een kappenplan. Dit kappenplan beschrijft de aanwezige kapvormen (type, nokrichting) en regelt dat bij een bouwaanvraag (sloop/nieuwbouw) het specifieke type kap terug moet komen.
In het kader van voorliggend bestemmingsplan is een cultuurhistorische en ruimtelijke analyse van het plangebied gemaakt welke door het gehele bestemmingsplan is verwerkt. Bij het maken van deze analyse is gebleken dat de huidige manier waarop het bestaande ruimtelijke beeld beschermd wordt niet afdoende is. Enerzijds werkt het kappenplan te restrictief; een voorbeeld is dat elk plan voor uitbreiding dat buiten het in het kappenplan aangeduide vak komt per definitie strijdig is met het kappenplan. Anderzijds wordt onvoldoende gestuurd op het behoud van de bestaande kapvormen aangezien geen nadere eisen dan kapvorm en nokrichting worden gesteld. Het risico bestaat daardoor dat de bestaande kapvormen bij (ver)nieuwbouw uit hun verband worden gerukt en het bestaande, als waardevol beoordeelde, beeld verloren gaat. Zo worden er geregeld bij nieuwbouwplannen "oneigenlijke" mansardekappen toegepast om zo een schaalvergroting dan wel een volledige extra bouwlaag een kleinschaliger uitstraling te geven. Bij dit soort kapvormen wordt de kap als het ware om de verdieping heen gevouwen. Dit is echter een kapvorm die niet aansluit bij het kleinschalige beeld van de Kerkbuurt.
Kap die om de verdieping heen wordt"gevouwen".
Teneinde beter te kunnen sturen op het behoud van het bestaande beeld wordt in het voorliggende bestemmingsplan een extra slag gemaakt met betrekking tot het kappenplan. Het Kappenplan is zo aangespast dat het de actuele situatie weergeeft. De volgende uitgangspunten zijn daarbij leidend:
De rijks-, provinciale en gemeentelijke monumenten zijn als monument aangeduid op de verbeelding. Het betreft een signaleringsfunctie: in de regels behoeft geen regeling te worden opgenomen; de panden zijn reeds beschermd via:
Tevens bevinden zich in het plangebied nog een aantal beeldbepalende panden.
Rijksmonumenten
In het plangebied bevinden zich 28 rijksmonumenten, namelijk:
J.J. Allanstraat 463
Provinciale monumenten
In het plangebied bevinden zich de volgende provinciale monumenten:
"Jagerslust"
Gemeentelijk monument
Er bevindt zich in het plangebied één gemeentelijk monument:
Watermolenstraat 21
Beeldbepalend pand
Zeilenmakerstraat 2
Er zijn een aantal panden die in aanmerking komen voor gemeentelijk monument of beeldbepalend pand. Naar aanleiding van een cultuurhistorische verkenning zijn er een aantal bijzondere panden naar voren gekomen. Voor deze panden wordt een redengevende omschrijving opgesteld. De beoordeling van deze panden gebeurt op basis van een zestal criteria; architectuurhistorische waarde, cultuurhistorische waarde, stedenbouwkundige en/of situationele waarde, ensemblewaarde, gaafheid en zeldzaamheidswaarde.
De volgende panden worden met de tijd beoordeeld:
Kerkbuurt 20
De beschermde waarden betreffen in hoofdzaak;
De Kerkbuurt Westzaan is van cultuurhistorisch belang vanwege de bijzondere samenhang in de schaal en verschijningsvorm van houten bebouwing, lintstructuur, tuinen en de ruimtelijke en zichtrelatie van de kern van het oude dorp en de groenstroken daaromheen. De J.J. Allanstraat is vernoemd naar Johannes Jacobus Allan (1862-1933), lid van een vooraanstaand geslacht uit Westzaan. Het betreft hier het lange lint tussen de Overtoom in het zuiden en het beschermde dorpsgezicht in het noorden en behoort tot de meest karakteristieke gebieden in de Zaanstreek.
Johannes Jacobus Allan
De Kerkbuurt Westzaan is van architectuurhistorische waarde vanwege de verscheidenheid aan gebouwen die typerend zijn voor de Zaanstreek. Uit elke bouwperiode die de Zaanstreek kent is binnen het beschermde gezicht een voorbeeld te vinden, van molens, houten huizen, industrieel erfgoed tot 19e eeuwse villa's. De houten panden kennen vaak één bouwlaag met een enkele kap, met meestal enkele bijgebouwen. De stenen gebouwen zijn meestal ook één laag met een kap, veelal voorzien van de mansardekap die bijzonder en rijk zijn afgewerkt. Veel van deze panden hebben de status van Rijks-, Provinciaal- of gemeentelijk monument vanwege hun hoge architectuurhistorische waarde.
De Kerkbuurt Westzaan is van belang vanwege de structurele en visuele gaafheid van de dorpse omgeving en de aangrenzende polder. In het algemeen is de verkaveling en situering van de bebouwing ten opzichte van de historische situatie niet gewijzigd.
Wat betreft de archeologische waarden moet worden voorkomen dat deze worden aangetast door graafwerkzaamheden. Op 1 september 2007 is de vernieuwde Monumentenwet 1988 van kracht. In deze vernieuwde Monumentenwet 1988 wordt de status van archeologisch belangwekkende gebieden scherper geregeld en worden aan ingrepen in de bodem extra voorwaarden gesteld. Deze waarden worden dan ook beschermd door middel van een dubbelbestemming Waarde - Archeologie 1 en Waarde - Archeologie 4 in de regels.