direct naar inhoud van Artikel 8 Gemengd
Plan: Landelijk gebied Assendelft
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0479.STED3758BP-0301

Artikel 8 Gemengd

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven in categorie A, B1 en B2 zoals genoemd in de bijage Staat van Bedrijfsactiviteiten - functiemenging;
  • b. (ondergeschikte) horeca tot en met categorie 1, zoals genoemd in de Staat van Horeca-activiteiten;
  • c. cultuur en ontspanning;
  • d. (ondergeschikte) detailhandel met uitzondering van detailhandel in volumineuze goederen;
  • e. maatschappelijke voorzieningen c.q. dienstverlening;
  • f. een woning per bouwvlak;
  • g. binnenopslag met uitzondering van mest, explosieve stoffen, brandbare stoffen en delfstoffen, met dien verstande dat verkoop aan huis niet is toegestaan.
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' tevens voor het behoud van cultuurhistorische waarden;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'caravanstalling' tevens het stallen van caravans;
  • j. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel uitgesloten' is detailhandel niet toegestaan;
  • k. ter plaatse van de aanduiding 'wonen uitgesloten' is wonen niet toegestaan;
  • l. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1' geldt de afwijkingsmogelijkheid zoals bedoeld in artikel 8.3.1 ten behoeve van splitsing tot twee volwaardige woningen;
  • m. ter plaatse van de functieaanduidingen zoals in de tabel genoemd: tevens een bedrijfsactiviteit met SBI-code zoals hierna in de tabel genoemd:

Functieaanduiding   Bedrijf   SBI Code  
specifieke vorm van gemengd 1   metaalwarenfabriek   259.B  
specifieke vorm van gemengd 2   smederij e.d.   255.B  
specifieke vorm van gemengd 3   schoonmaakbedrijf   812  
specifieke vorm van gemengd 4   houtzagerij   16101  
specifieke vorm van gemengd 5   machine- en apparatenfabriek   27.1  

  • n. tuin- en groenvoorzieningen;
  • o. openbare nutsvoorzieningen en voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding;
  • p. verkeer- en verblijfsvoorzieningen;
  • q. water;
  • r. en overige voorzieningen ten behoeve van deze bestemming.

waarbij geldt dat:

  • s. de functies zoals bedoeld onder a t/m d uitsluitend zijn toegestaan indien zij voorkomen in categorie A, B1 en B2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten - functiemenging;
  • t. voor de panden met de functies categorie B2 geldt de volgende bepaling:

1. panden dienen vrij te staan van woningen en andere milieugevoelige functies danwel

2. aan de panden dienen andere bouwkundige voorzieningen getroffen te zijn waardoor

milieubelasting voorkomen wordt op een vergelijkbare wijze als bij bouwkundige

afscheiding.

8.2 Bouwregels

Op en onder de in lid 8.1 genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met inachtneming van de volgende regels:

8.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • a. per bouwvlak is maximaal één woning toegestaan;
  • b. de inhoud van de woning bedraagt maximaal 500 m³;
  • c. voor wonen gelden de bouwregels zoals die zijn genoemd in artikel 23 Wonen;
  • d. ter plaatse van de maatvoeringsaanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' is ten hoogste de aangegeven bouwhoogte toegestaan.
  • e. ter plaatse van de maatvoeringsaanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)' is ten hoogste de aangegeven goot- en bouwhoogte en het aangegeven bebouwingspercentage toegestaan.
8.2.2 Erkers

Op en onder de in lid 8.1 genoemde gronden zijn slechts bouwwerken geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming toegestaan, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. er sprake is van een vlakke voorgevel;
  • b. de breedte van de erker niet meer dan 66 % van de breedte van de voorgevel van het bijbehorende woning mag bedragen;
  • c. de voorzijde van de erker mag niet meer dan 50% van de diepte van de afstand tussen de voorgevelrooilijn tot perceelsgrens beslaan en niet meer dan 1,5 m voor de voorgevel zijn gelegen;
  • d. de hoogte van de erker mag niet meer dan de hoogte van de vloer van de eerste verdieping van de bijbehorende woning +0.30 m bedragen;
  • e. een afdak boven de voordeur verbonden met de erker is toegestaan tot een maximum van de diepte van de betreffende erker.
8.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van terrein- en erfafscheidingen voor de naar de weg gekeerde gevel(s) van gebouwen mag niet meer dan 1 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van overige terrein- en erfafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van erfafscheidingen vanaf 3 m achter de voorgevelrooilijn mag niet meer dan 2 m bedragen;
  • d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer dan 3 m bedragen.
8.3 Afwijken van de bouwregels
8.3.1 Afwijken splitsing woning

Het bevoegd gezag kan omgevingsvergunning verlenen voor het binnenplans afwijken van het bepaalde in lid 8.2.1, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1', voor splitsing van de (voormalige bedrijfs) woning in twee separate zelfstandige woningen, mits:

  • a. het bedrijf ter plaatse is beëindigd;
  • b. door de splitsing maximaal twee zelfstandige en volwaardige woningen ontstaan;
  • c. indien wordt aangetoond dat er sprake is van cultuurhistorisch waardevolle bebouwing en dit bijdraagt aan de instandhouding van de betreffende bebouwing, is een grotere oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken toegestaan;
  • d. de vestiging van de nieuwe woning geen onevenredige beperking oplevert van de bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden van de omliggende (agrarische) bedrijven;
  • e. de nieuwe woning aanvaardbaar is uit oogpunt van een milieuhygiënisch verantwoord woon- en leefklimaat;
  • f. het bestaande architectonische karakter van de boerderij en de daaraan verbonden cultuurhistorische waarden niet worden aangetast;
  • g. geen onevenredige aantasting zal plaatsvinden ten aanzien van de instandhouding of het herstel van de habitattypen en soorten, waarvoor instandhoudingsdoelen zijn geformuleerd in het ontwerpbesluit en/of het aanwijzingsbesluit voor het Natura 2000-gebied 'Polder Westzaan'