30.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Ecologie (dubbelbestemming)' aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, tevens bestemd voor:
-
a. behoud, herstel en/of ontwikkeling van een natte en/of droge ecologische hoofdstructuur;
-
b. behoud, herstel en/of ontwikkeling van landschappelijke waarden en/of natuurwaarden,waaronder inbegrepen weidevogelleefgebied;
-
c. bijbehorende en ondergeschikte verharde en onverharde paden, wegen en parkeervoorzieningen;
-
d. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
-
e. bijbehorende en ondergeschikte groenvoorzieningen;
-
f. bouwwerken van algemeen nut;
-
g. en overige voorzieningen ten behoeve van deze dubbelbestemming.
Waar een basisbestemming, aangegeven op de verbeelding, samenvalt met een dubbelbestemming geldt primair het bepaalde ten aanzien van de dubbelbestemming.
Voor zover op de verbeelding nog andere dubbelbestemmingen voor deze gronden zijn aangeduid, is de volgende voorrangsregeling van toepassing:
-
1. in de eerste plaats de regels van artikel 31 ('Waterstaat - Waterkering');
-
2. in de tweede plaats de regels van artikel 24 ('Leiding - Gas');
-
3. in de derde plaats de regels van artikel 25 ('Leiding - Hoogspanningsverbinding´);
-
4. in de vierde plaats de regels van artikel 30 ("Waarde- Ecologie');
-
5. in de vijfde plaats de regels van artikel 26 (´Waarde - Archeologie 1');
-
6. in de zesde plaats de regels van artikel 27 ('Waarde - Archeologie 2');
-
7. in de zevende plaats de regels van artikel 28 ('Waarde - Archeologie 3');
-
8. in de achtste plaats de regels van artikel 29 ('Waarde - Archeologie 5').
30.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
30.5.1 Algemeen
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren:
-
a. het afgraven, ophogen of egaliseren van gronden;
-
b. het aanleggen en/of verharden van paden;
-
c. het aanleggen van dammen, duikers en vlonders;
-
d. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
-
e. het aanbrengen van bomen en opgaande beplanting;
-
f. het graven of dempen van waterlopen en/of waterpartijen;
-
g. verbreden of verdiepen van plassen, sloten of andere watergangen;
-
h. het aanleggen van ondergrondse of bovengrondse energie-, transport- en/of communicatieleidingen;
-
i. het aanbrengen van oeverbeschoeiingen of aanleggelegenheden.
30.5.2 Uitzondering
Het in lid 30.5.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
-
a. het normale onderhoud of beheer betreffen;
-
b. activiteiten betreffen die plaatsvinden in het kader van natuurbeheer op basis van een beheersplan ex Natuurbeschermingswet 1998, het bosbeheer of het landschapsonderhoud;
-
c. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan;
-
d. mogen worden uitgevoerd krachtens een op grond van andere regelgeving verleende vergunning;
-
e. noodzakelijk zijn voor het aansluiten van bouwwerken op het net van openbare, nutsvoorzieningen.
30.5.3 Voorwaarden voor verlening
De in lid 30.5.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
-
a. de landschappelijke waarden;
-
b. de natuurlijke waarden;
-
c. de cultuurhistorische waarden;
-
d. de instandhoudingsdoelstelling van het gebied.
Er dient vooraf toestemming te worden gevraagd bij de waterbeheerder in het geval van ingrepen in het watersysteem.