direct naar inhoud van Artikel 25 Leiding - Hoogspanningsverbinding (dubbelbestemming)
Plan: Landelijk gebied Assendelft
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0479.STED3758BP-0301

Artikel 25 Leiding - Hoogspanningsverbinding (dubbelbestemming)

25.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding (dubbelbestemming)' naast de andere voor die gronden aangewezen bestemming(en) (basisbestemmingen), tevens bestemd voor de aanleg, instandhouding en bescherming van een bovengrondse hoogspanningsleiding, ten behoeve van het transport van elektriciteit en een belemmeringenstrook zoals op de maatvoeringsaanduiding op de verbeelding is aangegeven en is mede bestemd voor:

  • a. de instandhouding en de bescherming van hoogspanningsleidingen;
  • b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • c. en overige voorzieningen ten behoeve van deze dubbelbestemming.

Waar een basisbestemming, aangegeven op de verbeelding, samenvalt met een dubbelbestemming geldt primair het bepaalde ten aanzien van de dubbelbestemming.

Voor zover op de verbeelding nog andere dubbelbestemmingen voor deze gronden zijn aangeduid, is de volgende voorrangsregeling van toepassing:

  • 1. in de eerste plaats de regels van artikel 31 ('Waterstaat - Waterkering');
  • 2. in de tweede plaats de regels van artikel 24 ('Leiding - Gas');
  • 3. in de derde plaats de regels van artikel 25 ('Leiding - Hoogspanningsverbinding´);
  • 4. in de vierde plaats de regels van artikel 30 ("Waarde- Ecologie');
  • 5. in de vijfde plaats de regels van artikel 26 (´Waarde - Archeologie 1');
  • 6. in de zesde plaats de regels van artikel 27 ('Waarde - Archeologie 2');
  • 7. n de zevende plaats de regels van artikel 28 ('Waarde - Archeologie 3');
  • 8. in de achtste plaats de regels van artikel 29 ('Waarde - Archeologie 5').
25.2 Bouwregels

Op en onder de in lid 25.1 genoemde gronden zijn uitsluitend toegestaan bouwwerken ten dienste van de leidingen.

25.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in lid 25.2 teneinde bouwwerken ten behoeve van de op deze gronden liggende primaire bestemmingen, mits advies is gevraagd aan de leidingbeheerder en geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het belang van de leiding en de externe veiligheid. Bij het bouwen zijn de regels van de betreffende primaire bestemming van toepassing.

25.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
25.4.1 Algemeen

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het afgraven, ophogen of egaliseren van gronden;
  • b. het aanleggen en/of verharden van paden;
  • c. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
  • d. het verwijderen en/of aanbrengen van bomen en opgaande beplanting;
  • e. het graven of dempen van waterlopen en/of waterpartijen;
  • f. verbreden of verdiepen van plassen, sloten of andere watergangen;
  • g. het aanleggen van ondergrondse of bovengrondse energie-, transport- en/of communicatieleidingen;
  • h. het verwijderen van bomen, houtgewas, de verwijdering van bodemvegetaties, riet en andere oevervegetatie;
  • i. het aanbrengen van oeverbeschoeiingen of aanleggelegenheden;
  • j. het plaatsen van onroerende objecten, zoals lichtmasten, wegwijzers en ander hoog straatmeubilair.
25.4.2 Uitgezonderde bouwwerkzaamheden

Het in lid 25.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:

  • a. het normale onderhoud betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan;
  • c. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende vergunning;
  • d. noodzakelijk zijn voor het aansluiten van bouwwerken op het net van openbare nutsvoorzieningen.
25.4.3 Voorwaarden voor verlening
  • a. de in lid 25.4.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van de leidingen en vooraf toestemming is gevraagd bij de leidingbeheerder;
  • b. de in lid 25.4.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien wordt getoetst of geen onevenredige aantasting zal plaatsvinden ten aanzien van de instandhouding of het herstel van de habitattypen en soorten, waarvoor instandhoudingsdoelen zijn geformuleerd in het ontwerpbesluit en/of het aanwijzingsbesluit voor het Natura 2000-gebied 'Polder Westzaan.