Plan: | Oude Haven |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0479.STED3757BP-0404 |
De Havenbuurt kent een aantal ruimtelijke opgaven, waarvoor in de komende jaren een passende oplossing moet worden gevonden. Ten eerste is funderingsherstel van een groot aantal woningen noodzakelijk en wordt ten delen al uitgevoerd. Ook stelt de beperkte woonoppervlakte van de historische arbeiderswoningen de woningbouwverenigingen voor de vraag of deze bebouwing toekomstbestendig is, of dat sloop/nieuwbouw de wijk een nieuw impuls zou moeten geven.
De bebouwing in de Havenbuurt stamt voor het overgrote deel uit de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw. Aan het begin van de Havenstraat is een aantal panden te vinden uit het einde van de negentiende en vroege twintigste eeuw. Vanaf daar is in zuidelijke richting de groei van de wijk en de verschillende bouwfases af te lezen. De samenhang in de Havenbuurt, met de Havenstraat langs de Zaan is als structuurbepalend element, nog steeds geheel intact. De wijk vormt een samenhangend, geïsoleerd wooneiland, ingesloten tussen de Zaan, een volkstuincomplex en het bos van het Hembrugterrein.
De arbeiderswoningen zijn allen opgetrokken uit baksteen en voorzien van een rood pannendak en vormen wat betreft schaal en materiaalgebruik een sterke visuele eenheid. De vorm van het dak is een zadeldak waarbij de noklijn parallel loopt aan de as van de weg. De woningen hebben over het algemeen geen voortuin.
Met beperkte middelen, maar met grote zorgvuldigheid zijn in de detaillering verwijzingen gedaan naar onder meer de Zaanse houtbouw.
De woningen zijn in smalle straten dicht opeen gebouwd, waardoor een vrij gesloten straatbeeld is ontstaan.
Zweedsestraat, Wyborgstraat en Torneastraat in 1962
De bestaande woningen zijn in een latere periode voorzien van nieuwe aaneengesloten houten dakkapellen. Hiermee is voldaan aan meer ruimtebehoefte in de woningen. Het bestaande straatbeeld is daarmee sterk veranderd. Het bestaande beeld van voorgevels met een lage goot (circa 2 meter) en een groot dakvlak waarin kleinschalige dakkapellen zijn geplaatst is verdwenen.
Zweedsestraat, Wyborgstraat en Torneastraat in 2007
In enkele gevallen zijn de dakkapellen vervangen met dakopbouwen. Dit heeft als gevolg dat het straatbeeld sterk is gewijzigd. De voorgevel over de hele lengte van het blok is opgetrokken. Het streven is de oorspronkelijke goothoogte terug te brengen om daarmee het karakteristieke kleinschalige beeld van de buurt te herstellen.
Incidenteel toont de voorgevel een schaalvergroting die onder architectuur is ontworpen. Deze architectuur komt voort vanuit het ensemble, niet vanuit de individuele woning. Dit is het geval in onderstaande woonstraatjes.
Rigastraat, Torneastraat en Wyborgstraat
De woningen hebben over het algemeen geen voortuin.De bebouwing begrenst de smalle straten en de woningen zijn daarmee dicht opeen gebouwd, waardoor een vrij gesloten straatbeeld is ontstaan.
De woningen zijn in eigendom bij een 4-tal partijen; te weten:
De woningen die in particulier eigendom zijn lopen via een traject wat begeleidt wordt vanuit de gemeente. Parteon is van plan de bestaande woningen te handhaven, funderingsherstel uit te voeren en op verzoek van bewoners kleine ruimtelijke aanpassingen aan de woning te doen. ZVH heeft besloten de bestaande woningen te slopen en te vervangen door nieuwbouw. Woningen die voldoen aan de normen van deze tijd. (Eerste bouwlaag 3,50 m in plaats van de gebruikelijke 3 meter; tweede bouwlaag 3 meter). Rochdale heeft zich nog niet uitgesproken de bestaande woningen te willen handhaven dan wel de bestaande opstallen te willen vervangen door nieuwbouw.
Overzicht eigendommen van de woningbouwcorporaties
In de vigerende regelgeving zijn slechts grenzen gesteld aan de inhoud en de hoogte van de woningen. In het overzicht ‘Straatprofielen behorende bij het uitbreidingsplan’ wordt aangegeven dat bij straatprofielen van 10 meter tot en met 15 meter, de goothoogte laag moet zijn en blijven. De profielen van de woningblokken aan de Zweedestraat, Wyborgstraat en Torneastraat zijn <10 meter en vallen daarmee onder dit principe.
De bestaande woningen zijn in de loop van de tijd voorzien van aaneengesloten houten dakkapellen. Daarmee is de goothoogte van de woningen visueel verhoogd. De oorspronkelijke gootlijn is nog aanwezig. De goothoogte is vastgelegd op 3 meter en ook als zodanig opgenomen in het bestemmingsplan.
In het kader van de geplande ontwikkelingen in de Havenbuurt is de Cultuurhistorische Verkenning Havenbuurt in juli 2010 opgesteld. In principe wil de gemeente meewerken aan een schaalvergroting, maar wil de kwaliteit van het bestaande buurtje niet aantasten en de eenheid in het straatbeeld handhaven. Om deze kwaliteit goed in beeld te hebben is een cultuurhistorisch onderzoek gedaan voor dit gebied. Aan de hand van het cultuurhistorisch onderzoek is op hoofdlijnen gekeken waar de marges liggen voor eventuele schaalvergroting.
De belangrijkste aanbevelingen uit de Cultuurhistorische analyse met betrekking tot ruimtelijke ontwikkelingen zijn:
De koers voor het ruimtelijk (kwaliteit) beleid op hoofdlijnen is vastgesteld in het concept ontwerp woonbebouwing. Het beleid is erop gericht het onderscheidende en unieke karakter van de buurten te behouden en uit te buiten. Het stedenbouwkundig ensemble en het bebouwingsbeeld spelen hierin een belangrijke rol.
Het bebouwingsbeeld wordt bepaald door de langs een wegzijde aanwezige gevelbreedte, grondvlak, goot- en nokhoogte en voorgevelrooilijn. Het straatbeeld wordt bepaald door de afstand tussen bebouwing, nokrichting, kapvormen en de maaswijdte tussen bouwwerken en de inrichting van de openbare ruimte.
Wanneer deze verschillende fragmenten door hun onderlinge relatie een zekere ruimtelijke samenhang vertonen spreekt men van een ensemble. Dankzij deze ruimtelijke samenhang zijn ensembles herkenbaar en hebben ze als (potentieel) harmonisch geheel een zekere stedenbouwkundige waarde. Hoe meer ruimtelijke samenhang, hoe hoger de stedenbouwkundige waarde en des te kwetsbaarder het is voor ontwikkelingen die directe invloed hebben op de begrenzing van het openbaar gebied.
Het realiseren van schaalvergroting voor sloop-/nieubouw en renovatie in de Havenbuurt ligt in de opgave om ruimte te creëren ten behoeve woonkwaliteit van de bewoners ten opzichte van het behouden, danwel versterken van het kleinschalige karakter van de buurt.
De uitgangspunten voor schaalvergroting worden onderverdeeld in cultuurhistorische - en ruimtelijk-/stedenbouwkundige schaalvergroting.
De woonruimte kan vergroot worden door het het aanbrengen van dakkapellen aan de voorzijde. De bestaande woningen zijn in het verleden voorzien van aaneengesloten dakkapellen aan de voorzijde. In enkele gevallen met een dakopbouw, opgetrokken vanuit de oorspronkelijke gootlijn die nog als zodanig herkenbaar is in de gevel.
Afgezien van het feit dat de wijze van toepassing van dakkapellen in deze buurt afwijkt van de welstandscriteria is het toepassen van deze vorm van uitbreiding van de woning aan de voorzijde uitgangspunt. Het verschil van het toepassen van een dakkapel ten opzichte van een dakopbouw zit in het feit dat een dakkapel geen afbreuk doet aan de hoofdvorm van het bouwblok en het beeld vanaf de openbare weg.
De huidige dakkapellen voldoen niet aan de welstandseisen gezien het feit dat de afzonderlijke dakkapellen tot een aaneengesloten geheel zijn omgevormd. Omdat er sprake is van een bijzondere situatie en deze vorm gebiedsgericht als uitgangspunt is toegepast is het als ensemble een ruimtelijk acceptabel gegeven.
Voor de overige eisen blijven de welstandscriteria van kracht, in het bijzonder wat betreft de kopse zijden van de bouwblokken.
1. Uitbreiden binnen de karkateristiek van de Havenbuurt
De kleinschalige woningen bepalen in het bijzonder het karakter van deze buurt. De woningen voldoen alleen niet meer aan de woonwensen van deze tijd. Op hoofdlijnen zijn onderstaande uitgangspunten leidend:
Uitgangspunt is dat de rij een eenheid moet blijven en dat het stratenpatroon en rooilijn gehandhaafd moet blijven. Dit vloeit voort uit het gegeven dat de woningen direct grenzen aan het smalle profiel van de woonstraat. Omdat in de stedenbouwkundige uitgangspunten ruimte voor uitbreiding wordt gegeven aan de achterzijde gaat de voorkeur ernaar uit verspringingen in de gevel te behouden bij sloop nieuwbouw.
2. Uitbreiding van het hoofdvolume
Zoals eerder aangegeven heeft een enkel bouwblok een dak in de vorm van een plat dak met afgeschuimde zijvlakken. Dit is het geval in de Torneastraat nummer 13 t/m 45. Door het vervangen van deze kap met een mansardekap wordt het beeld vanaf de openbare weg in het bijzonder op de kopgevels sterk verbeterd.
Bij een mansardedak is daktoevoeging toegestaan in het onderste deel van het dakvlak. Hierbij kan onderscheid gemaakt worden tussen een schuin afgedekte dakkapel en een dakkapel met een plat dak. In beide gevallen dient de bovenaansluiting met het dakvlak op de knik van het dakvlak plaats te vinden.
3. Vergroting van de woonruimte
Bij kleinere en middelgrote erven (dit zijn erven waarvan de oppervlakte achter de achtergevel niet meer dan 300m2 bedraagt) mag de gezamenlijke bebouwde oppervlakte niet meer dan 75m2 en niet meer dan 50% van het achterervengebied bedragen.
Op grote erven (dit zijn erven waarvan de oppervlakte achter de achtergevel meer is dan 300m2) mag de gezamenlijke bebouwde oppervlakte van het bouwperceel maximaal 100m2 beslaan.
Samengevat is hieronder schematisch aangegeven waar de uitbreidingsmogelijkheden gevonden kunnen worden.
T.a.v. parkeren; Om de toenemende parkeerdruk op te vangen is het voorstel om tussen de rijen ‘gaten in de rij’ op te nemen om parkeerkoffertjes te realiseren. Dit geldt alleen voor sloop-nieuwbouw en is dus vooralsnog alleen van toepassing bij de woningen van ZVH.
Zaanstad is zich breed aan het oriënteren op de toekomst en wil haar positie binnen de metropoolregio Amsterdam versterken. De karakteristieke Zaanse kwaliteiten en de gunstige ligging binen de regio bieden volop kansen voor een aantrekkelijk en divers vestigingsklimaat, zoals ook verwoord in de nota Zaans evenwicht en de Ruimtelijke en economische structuurvisies. In dat kader is een stedenbouwkundige verkenning gedaan naar de ontwikkelingsmogelijkheden van de gebieden langs de Zaan en het IJ en naar de mogelijkheden om de relatie tussen Zaanstad en Amsterdam te versterken. Het historisch landschap van Zaan en IJ is daarbij drager.
De Houthavenkade is gesitueerd aan het stuk Zaan dat wordt omschreven als 'de Baai van Zaandam'. Het is gelegen aan de zuidkant van het centrum van Zaanstad en is strategisch gelegen als schakelpunt tussen de binnenstad met zijn fijnmazige structuur en de werkgebieden aan de zuidkant hiervan. De ligging langs de Provincialeweg en aan het water biedt kansen om het gebied van een kwaliteitsslag te voorzien en door te ontwikkelen tot een aantrekkelijke entree van het Zaanse centrum. In het SPVE Houthavenkade (bijlage 6) wordt ingezet op ontwikkelingen naar een gemengd woon-werkgebied dat qua schaal enerzijds aansluit op de Russische buurt en anderzijds op de Provinciale weg. Vanwege de diversiteit aan aanwezige functies is het goed mogelijk dat het terrein niet direct als geheel, maar juist per deelgebied wordt ontwikkeld. Ten behoeve van deze ontwikkeling is vooralsnog een wijzigingsbevoegdheid opgenomen conform de stedenbouwkundige uitgangspunten.
Het is nog onduidelijk hoe het gebied er uiteindelijk precies uit zal gaan zien. Het gebied valt binnen de zone van het Noordzeekanaal tot en met het gebied van Inverdan waarbinnen thematische ontwikkelingen plaats kunnen vinden. Het behoud van werkgelegenheid en binnenstedelijke bedrijventerreinen is hierbij uitgangspunt. In de structuurschets Dansen op het Veen is uitgegaan van een verhouding van 80% werken en 20% wonen.
Rondom de Houthavenkade blijkt een van de weinige plekken aan de Zaan te zijn waar nog de mogelijkheid is om zonder al te veel milieutechnische beperkingen woningbouw te realiseren. Bovenstaande constateringen leiden tot het streven naar een programmatisch palet voor de Houthavenkade waarbinnen veel verschillende functies mogelijk zijn, zowel wat betreft woonprogramma als in economische ontwikkeling. Om dit levendige en stedelijk karakter te kunnen realiseren wordt van een nieuwe percentuele verhouding uitgegaan van een programma waarin minimaal 40% van het totaal te realiseren bruto vloeroppervlak voor de werkfunctie wordt gerealiseerd. Ook voor het woonprogramma is minimaal 40% van het totaal te realiseren bruto vloeroppervlak gereserveerd. De overige 20% van het programma is bij nadere uitwerking van het plan flexibel in te delen naar programma.
Programma wonen
Woningbouw wordt strategisch ingezet om de sociale kwaliteit van diverse openbare gebieden zoveel mogelijk te verbeteren. Binnen de Houthavenkade zouden minimaal 120 woningen kunnen worden gerealiseerd en maximaal 160. De uitwerking van de woningen moet voldoen aan de beleidskaders die zijn vastgelegd in de Woonvisie Zaanstad 2008-2020 ("Zaans Mozaiek").
Het totaal beschikbare bruto vloeroppervlak voor het gebied is 40.000 m². Voor woningen geldt dat 40% van 40.000 m² uitkomt op 16.000 m² bruto vloeroppervlak dat beschikbaar is voor woningen. Welk type woningen precies gerealiseerd worden is nog geen duidelijkheid over, maar wanneer het om relatief kleinere woningen gaat, geldt gemiddeld 80 m² gebruiksoppervlak. Dit komt neer op 80 x 1,25 = circa 100 m² bruto vloeroppervlak per woning. Het aantal woningen komt dan uit op 16.000/100 = 160 woningen maximaal.
Wanneer van grotere woningen wordt uitgegaan, geldt gemiddeld 111 m² gebruiksoppervlak. Dit komt neer op 111 x 1,2 = circa 133 m² bruto vloeroppervlak per woning. Het aantal woningen komt dan uit op 16.000/133 = 120 woningen minimaal.
20% van het totaal beschikbare bruto vloeroppervlak van 40.000 m² kan flexibel worden ingevuld met wonen en/of werken. Het maximum aantal extra toe te voegen woningen bedraagt 80.
Het staat de ontwikkelende partij vrij om de grootte van de woningen zelf te bepalen. De berekening is gebaseerd op een minimum en een maximum en de precieze bruto vloeroppervlakten van te realisieren woningen kunnen hier dus van afwijken.
Programma werken
Voor bedrijven geldt dat 40% van het totaal beschikbare bruto vloeroppervlak van 40.000 m² uitkomt op minimaal16.000 m² bruto vloeroppervlak dat beschikbaar is voor werken. De 20% die flexibel kan worden ingevuld komt dan uit op maximaal 8.000 m² bruto vloeroppervlak dat er extra bij zou kunnen komen.
Vanuit economisch oogpunt zou het wenselijk zijn de locatie te ontwikkelen tot een terrein waar wellness, leisure en horeca de boventoon voeren. Qua concrete invulling bestaan er mogelijkheden voor hotel(s) met restaurant en congresruimte evt. in combinatie met sauna en fitnessactiviteiten. De locatie leent zich ook uitstekend voor horecabedrijvigheid in relatie tot deze functies. Uitbreiding met horeca vormt een welkome aanvulling op het huidige horeca-aanbod in het centrum van de stad en zal de overloopfunctie tussen centrum en Zuiderhout versterken. Met het eveneens realiseren van woonwerk-eenheden kan er een extra bijdrage worden geleverd aan het bedrijfsprofiel van dit gebied. Dit laatste is belangrijk voor (door)startende ondernemingen. Daarnaast is een invulling in de vorm van een zorghotel met aanverwante voorzieningen een mogelijkheid.
Elementen Houthavenkade
De houthavenkade bestaat uit een aantal elementen, te weten De Wand, De Havenkom en De Insteekhaven.
De Wand
Langs de Provinciale weg bevindt zich De Wand: een stedelijk afwisselend werkmilieu. Nu de Provinciale weg zich meer en meer ontwikkelt als een economische drager en voorkant van de stad, wordt dit bestaande bebouwingslint langs deze stadsstraat verder ontwikkeld tot een stedelijk lint naar hedendaagse maatstaven. De bebouwing bestaat uit aaneengesloten gestapelde eenheden met een groene zone langs de Provincialeweg. De wandvorming is niet alleen wenselijk vanuit ruimtelijk opzicht maar ook noodzakelijk om een geluidsluw - en dus voor wonen geschikt - achterliggend gebied te maken. De Wand begeleidt en geeft een gezicht aan de stadsstraat. Belangrijk in deze wand is de overgang naar de Russische buurt. Een onderdeel van deze opgave is het zichtbaarder maken van De Insteekhaven vanaf de Provinciale weg.
In De Wand bevinden zich aan de zijde van de Provincialeweg geen woonfuncties. Door de prominente ligging langs de Provincialeweg en de daarlangs reeds aanwezige hogere bebouwing van onder andere Albert Heijn, is er aanleiding voor een verbijzondering in de vorm van een hoogteaccent in het bouwblok. De exacte situering hiervan dient nader te worden bepaald, maar zal ergens liggen aan de noordzijde van de hoek van de Houthavenkade. De directe hoek op de Houthavenkade is hier geen logische plek. Een noordelijker gelegen situering gaat een betere relatie aan met de gebouwen van Albert Heijn schuin aan de overzijde van de Provincialeweg.
De Havenkom
De Havenkom is de zone langs de Houthavenkade waar een stedelijk woon-werkmilieu gecreëerd gaat worden dat in maat en schaal aansluit bij De Havenkom en het Zaaneiland. Deze zijde van de Houthavenkade heeft bijzondere kwaliteiten door de reeds aanwezige promenade (op de zonzijde) met uitzicht op de woonboten, het water en het Zaaneiland.
Over de Houthavenkade lopen langzaamverkeerroutes die Inverdan verbinden met Zuiderhout en het Hembrugterrein. De kade leent zich bij uitstek voor horeca en andere voorzieningen. De wand langs de Houthavenkade heeft een fijnmazige stedelijke uitstraling waar meerdere functies naast en boven elkaar kunnen bestaan. De bebouwingshoogte sluit qua bouwhoogte aan de noordzijde aan bij de bestaande laagbouwwoningen.
Het deel van De Havenkom, ten noorden van de brug naar het Zaaneiland is functioneel gedifferentieerd en mag in zijn uitwerking een eigen structuur hebben. In deze zone wordt een belangrijke langzaamverkeerroute tot stand gebracht. Hiermee wordt de voor de ruimtelijk structuur belangrijke Houthavenkade weer een onderdeel van het openbare netwerk van verbindingen. Programmatisch wordt hier ingezet op wonen in combinatie met andere functies; niet alleen vanwege de meerwaarde voor het gebied, maar ook voor de sociale veiligheid op de verschillende langzaamverkeerroutes.
De Insteekhaven
Aan de zuidkant van de insteekhaven wordt kleinschalige aaneengesloten woonbebouwing voorgesteld die aansluit bij de maat en schaal van de Russische buurt aan de overkant. Deze buurt kenmerkt zich door een binnenstedelijk laagbouwmilieu met vooral grondgebonden woningen met tuinen. De buurt heeft een duidelijke (Zaan)stadse uitstraling door de sfeer die enerzijds rustig is, in de luwte en aan het water, maar anderszijds ook gelegen is vlakbij het station, centrum en voorzieningen. Bij de openbare basisschool, gelegen aan de Hogendijk 83, wordt een brug naar de Houthavenkade aangelegd.
De bouwhoogte sluit aan bij die van de Russische buurt. De bebouwingsstructuur mag anders worden vormgegeven dan de overkant. Deze tegenstelling tussen beide zijden van het water heeft altijd binnen dit gebied gezeten, voorheen lange houtloodsen en nu bedrijfsgebouwen.
De openbare ruimte langs De Insteekhaven zal in het eindbeeld over het grootste deel openbaar toegankelijk zijn. In het middengebied ontmoeten de drie sferen elkaar. Hier wordt ingezet op een nieuwe langzaam verkeerverbinding tussen het Zaaneiland en de Russische buurt middels een directe route en een nieuwe brug over De Insteekhaven. Door deze verbinding ontstaat een nieuw en vierde deelgebied: een kleine driehoek aan de oostzijde die zich goed leent voor een kleinschalig, stedelijk woonmilieu. Er wordt vanuit gegaan dat de bestaande woonbebouwing binnen het gebied ook op termijn behouden kan blijven.
Vanuit de buurt ontstond wegens overlast het verzoek om iets te doen met het stukje groen van de Golofkinstraat tussen 27 en 29. Indien de speelplek voor de buurt kan worden opgeheven is bebouwing van deze plek voor de hand liggend. Bebouwing heelt dit deel van dit oude pad aan en hersteld de voormalige structuur gedeeltelijk. Dit is op de verbeelding opgenomen. Wanneer een akkoord is bereikt met de buurt, kan binnen onderstaande uitgangspunten worden meegewerkt.
Huidig beeld Golofkinstraat tussen 27 en 29
Bebouwing kan binnen de maat en schaal van de buurt. De kavel is voldoende breed voor twee woningen. De kavel bepaald de breedte van ± 5,50 meter breedte per woning. Door een korte steeg in de achtertuin is het mogelijk om de twee woningen geschakeld te bouwen. Bij een diepte van maximaal 10 meter levert dat een goede woning op. De goothoogte mag maximaal 5,50 meter bedragen om aan te sluiten op de naast gelegen woningen. Met een mansarde kap is er ook een goede woning te bouwen die aansluit op het ritme van de straat. De beide woningen kunnen ook als een twee onder een kap worden gebouwd. Hierbij moet echter de ritmiek en de kapvorm aansluiten bij de van de naastliggende woningen. Een extra eis is een goede mee ontworpen erfafscheiding naar het naast gelegen pleintje. Voor de woningen moeten drie parkeerplaatsen in de directe omgeving worden gerealiseerd.
De uitgangspunten zijn verder verhelderd in de schets hieronder. Hierbij is het aanzicht aangegeven als een twee onder een kap en twee geschakelde woningen.
Toekomstige schets Golofkinstraat tussen 27 en 29
Aan de Houthavenkade bevinden zich momenteel vijf steigers voor het aanmeren van woonboten. Voor de aanleg van een zesde steiger waar twee woonboten aan kunnen meren, is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen. Voorgesteld wordt om een van deze twee ligplaatsen in te zetten voor het ligplaats nemen van de woon/werkboot uit het Noordzeekanaal. De ligplaatsen dienen door of namens de gemeente aangelegd te worden, inlcusief aanleg steiger en aanlsuitpunten voor de nutsvoorzieningen. De woonboten kunnen worden aangesloten op het rioleringsstelsel dat al aanwezig is voor de andere ligplaatsen.