Artikel 3 Bedrijf
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. bedrijven die in de van deze planregels deel uitmakende bijlage Staat van
Bedrijfsactiviteiten - functiemenging vallen onder de categorieën 1 en 2, alsmede voor bedrijven die niet in de lijst onder de desbetreffende categorieën zijn opgenomen, maar die wel naar aard en invloed aan dergelijke bedrijven gelijkgesteld kunnen worden;
-
b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' is ook een bedrijfswoning toegestaan;
-
c. ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van bedrijf - ... zijn bedrijfsactiviteiten toegestaan met een SBI-code zoals genoemd in onderstaande tabel:
Functieaanduiding
|
SBI-code
|
Specifieke vorm van bedrijf - 1
|
4677
|
-
d. en overige voorzieningen ten behoeve van deze bestemming en de inrichting van het terrein.
3.2 Bouwregels
Op en onder de in lid 3.1 genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met in achtneming van de volgende bepalingen:
3.2.1 Bedrijfsgebouwen
-
a. de bedrijfsgebouwen moeten binnen het bouwvlak worden gebouwd;
-
b. ter plaatse van de aanduidingen 'maximale goothoogte' en 'maximale bouwhoogte' is op de verbeelding de toegestane maximale goothoogte danwel bouwhoogte aangegeven;
3.2.2 Bedrijfswoningen
-
a. het aantal bedrijfswoningen mag niet meer dan het bestaande aantal per bouwvlak bedragen;de bedrijfswoningen moeten binnen het bouwvlak worden gebouwd;
-
b. ter plaatse van de aanduidingen 'maximale goothoogte' en 'maximale bouwhoogte' is op de verbeelding de toegestane maximale goothoogte danwel bouwhoogte aangegeven.
3.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:
-
a. de bouwhoogte van erfafscheidingen mag niet meer dan 2 meter bedragen;
-
b. de bouwhoogte van overige bouwwerken geen gebouwen zijnde mag niet meer dan 5 meter bedragen;
-
c. Lichtmasten zijn niet toegestaan.
3.3 Afwijken van de bouwregels
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:
-
a. lid 3.2.3 onder b teneinde bouwwerken hoger dan 5 meter toe te staan als dat voor de bedrijfsvoering noodzakelijk is;
-
b. lid 3.2.3 onder c teneinde lichtmasten toe te staan ten dienste van de bestemming met een maximum bouwhoogte van 4 meter.
-
c. lid 3.1 en lid 3.2.3 onder b teneinde de bouw van windenergie-installaties toe te staan, met dien verstande dat de bouwhoogte niet meer dan 15 meter mag bedragen.
3.3.1 Voorwaarden
Bij de toepassing van de bevoegdheid genoemd in lid 3.3 sub c wordt getoetst of geen onevenredige aantasting zal plaatsvinden van:
-
a. de bezonningssituatie op de aangrenzende percelen;
-
b. de gebruiksmogelijkheden van het perceel en de aangrenzende percelen;
-
c. de verkeerssituatie.
3.4 Afwijken van de gebruiksregels
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 3.1 onder a teneinde het bouwen en het gebruik van gronden en bebouwing ten behoeve van een bedrijf toe te staan, dat:
-
a. in de Staat van Bedrijfsactiviteiten - functiemenging valt onder één of meer categorieën hoger dan toegestaan, mits het desbetreffende bedrijf in vergelijking met bedrijven die vallen onder de toegestane categorie de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig beperkt en geen blijvende, onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het woon- en leefmilieu;
-
b. na uitbreiding, wijziging of aanpassing in de Staat van Bedrijfsactiviteiten - functiemengingvalt onder één of meer categorieën hoger dan toegestaan, mits de uitbreiding, wijziging of aanpassing niet tot gevolg heeft dat het bedrijf in vergelijking met bedrijven die vallen onder de toegestane categorie de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig beperkt en geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het woon- en leefmilieu.