direct naar inhoud van 4.1 Algemene uitgangspunten
Plan: Westzanerdijk
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0479.STED3755BP-0307

4.1 Algemene uitgangspunten

4.1.1 Dansen op het veen

De ruimtelijke structuurschets van Zaanstad, genaamd: 'Dansen op het veen', geeft voor de verschillende delen van het plangebied drie verschillende gebiedstyperingen, namelijk:

  • het gebied rondom de Westzanerdijk wordt aangeduid met de gebiedstypering 'Zaans gemengd gebied'. Dat wil zeggen: een gebied met een voor Zaanstad typerende menging van wonen én werken;
  • het zuidwestelijke gedeelte van het plangebied (Aris van Broekweg en omgeving) wordt aangeduid met de gebiedstypering 'Centrumgebied' wat betekent dat ter plaatse een menging van diverse functies zoals wonen, werken en dienstverlening plaatsvindt;
  • het noordoostelijke deel van het plangebied (Vrijheidsheldenwijk, Zagen- en Schavenwijk) wordt aangeduid met de gebiedstypering 'Woongebied'. Dit houdt in dat de hoofdfunctie van dit gebied wonen is.

afbeelding "i_NL.IMRO.0479.STED3755BP-0307_0046.jpg"

Ruimtelijke structuurschets van Zaanstad - "Dansen op het veen"

4.1.1.1 Zaans gemengd gebied

De gebiedstypering Zaans gemengd gebied wordt in Dansen op het veen onderverdeeld in de profielen Linten en Dorp. Deze profielen zijn beide op het plangebied van het bestemmingsplan Westzanerdijk van toepassing.


Profiel: Linten

De dorpslinten zijn belangrijke identiteitsdragers voor Zaanstad. Zij dragen bij tot het historisch besef van de stad en de wens om de dorpen dorps te houden. Dit profiel wordt gekenmerkt door kleinschaligheid.

Ieder lint heeft zijn eigen karakteristiek, waarmee het bijdraagt aan de eigen identiteit van het dorp. Belangrijkste kenmerk van de linten is dat zij geen deel uitmaken van een netwerk en zich langs één richting hebben ontwikkeld. De linten hebben een zeer groene uitstraling, door het weidse landschap achter de bebouwing. De openbare ruimte wordt bepaald door het lint zelf, dat meestal wordt geflankeerd door diepe voorerven en op sommige plaatsen nog wordt begeleid door een dijksloot. Dit profiel kent een menging van functies die van oorsprong sterk was. Nu is het zwaartepunt meer en meer op wonen komen te liggen. Er is wat verspreide bedrijvigheid en op diverse plekken zijn kleine concentraties van voorzieningen. Vestiging van ambachtelijke niet-hinderlijke bedrijvigheid blijft mogelijk. Deze vorm van bedrijvigheid (bedrijven <250 m2) zorgt voor een substantiële bijdrage aan de werkgelegenheid in Zaanstad. Daarnaast worden praktijkruimten aan huis gestimuleerd. In totaal wordt uitgegaan van rond de 10 arbeidsplaatsen per hectare. De bebouwingsdichtheid is wisselend en varieert tussen de 10 en 30 woningen per hectare, soms nog lager. Het voorzieningenniveau is beperkt, maar voldoet aan de eerste basisbehoeften.

Voor het autoverkeer dienen de linten meestal als buurtontsluiting. De bereikbaarheid per openbaar vervoer is vanwege de uitgestrektheid van de linten niet optimaal te regelen. De bereikbaarheid per auto is tamelijk goed. De linten vormen de drager van de langzaam verkeer structuur. Dit zijn over het algemeen aantrekkelijke en sociaal veilige routes.
De linten vervullen nu een bescheiden rol in het toeristisch en recreatief netwerk.
Dit kan op verschillende manieren worden versterkt:

o Het leggen van verbindingen met trekkers als de Zaanse Schans;

o Het inrichten van pleisterplaatsen op strategische plekken aan een aantal recreatieve routes;

o Het toevoegen van creatieve functies, horeca en cultuur.

Bij herstructurering:

o Niet verder laten afnemen van de huidige werkgelegenheid en zorg dragen voor het basisvoorzieningenpakket;

o Uitgaande van de huidige bebouwingsstructuur en vorm, zullen woningen over het algemeen in het middeldure tot dure segment gerealiseerd worden. Op sommige plaatsen is uimte voor het realiseren van een beperkt aandeel aan sociale woningbouw;

o De karakteristieken van het lint worden behouden door handhaving van het beschreven profiel, in combinatie met materiaalgebruik (overwegend gebakken materialen) en authentiek straatmeubilair.


Profiel: Dorp

Dit profiel bevindt zich in de kernen van de oude linten (Krommenie en Westzaan) en in de oude kernen langs de Zaan (Wormerveer, Zaandijk, Koog).

Het lijkt in een aantal opzichten op het hierboven beschreven profiel van de linten. De openbare ruimte is kleinschalig. De uitstraling is groen, vooral door de vele bomen. Op een aantal plekken liggen kleinere ontmoetingsplaatsen en dorpspleinen. Voor het overige zijn de karakteristieken als beschreven bij de linten van toepassing.

Belangrijkste verschil is de iets hogere dichtheid (zo´n 30-50 woningen per hectare) en de uitgebreidere mogelijkheden voor het combineren van wonen met werkgelegenheid (tussen de 10 en 20 arbeidsplaatsen per hectare). Bijzonder kenmerkend is, dat op diverse plekken nog grootschalige en (semi-) industriële bedrijvigheid is gemengd door een gebied waar verder de woonfunctie overheerst. Dit geldt met name voor de gebieden langs de Zaan.

4.1.1.2 Centrumgebied

Profiel: Centrum-gebied

Dit is het meest stedelijke van alle profielen. De hoge dichtheid en de intensieve menging van diverse functies zijn de belangrijkste kenmerken, hoewel de samenstelling en intensiteit van de stedelijke knooppunten, waarop dit profiel vooral van toepassing is, onderling kan verschillen. Dit profiel beantwoordt van alle het meest aan de ambitie om de stad stadser te maken. Het kent een dynamisch karakter. Samen met het grote aanbod aan voorzieningen gaat dit gepaard met enige overlast door bewoners. In een hoge dichtheid tot meer dan 100 woningen per hectare is een compacte combinatie mogelijk van diverse stedelijke functies. Dit profiel heeft aantrekkingskracht op verschillende doelgroepen, zoals studenten en starters, maar ook voor ouderen is hier een markt. Gelet op deze doelgroepen zal het aandeel aan sociale woningbouw hoger kunnen zijn dan het gemiddelde. Daarnaast zijn er woningen in het middeldure tot dure segment mogelijk en is er een kleine markt voor woningen in het zeer dure segment.


Voor de werkgelegenheid wordt uitgegaan van 80-100 arbeidsplaatsen per hectare. Er bevinden zich dan ook uiteenlopende functies als dienstverlening, kantoren, detailhandel, horeca, leisure en wonen.


Ook het niveau van andere voorzieningen (bijvoorbeeld in de zorg en de cultuur) ligt op een hoog niveau. De huidige ontwikkeling is gericht op een uitbreiding van het voorzieningenniveau (zowel commercieel als niet-commercieel) en een verbreding van het aanbod. Het gebied bestaat uit een netwerk van hoogwaardige openbare ruimtes, ingericht op een intensief gebruik. Hierdoor leent dit gebied zich bij uitstek om het eigen karakter van de stad tot uitdrukking te laten komen. De gebruikte materialen zijn daarom van een hoogwaardige en duurzame kwaliteit. Op diverse plekken zijn grotere verblijfsruimtes uitgespaard.


De bereikbaarheid per OV en fiets is uitstekend. Per auto moeten enige concessies gedaan worden, vooral wat betreft de parkeermogelijkheden. Uitgangspunt is dat het parkeren in een gebouwde vorm wordt opgelost.

4.1.1.3 Woongebied

De gebiedstypering Woongebied wordt in Dansen op het veen onderverdeeld in de profielen Functioneel, Groen-stedelijk en Nieuw-tuinstedelijk. Voor het in het plangebied van het bestemmingsplan Westzanerdijk aanwezige gebied met de gebiedstypering Woongebied is het profiel Nieuw-tuinstedelijk van toepassing.


Profiel: Nieuw-tuinstedelijk

Dit profiel wordt gekenmerkt door een gemiddeld tot lage dichtheid van 30-40 woningen per hectare.

We treffen dit profiel aan in het gebied aan de west-(in het zuiden) of zuid- (in het noorden) kant van het spoor. Het is nagenoeg monofunctioneel van opzet, met uitzondering van enige voorzieningen in de (winkel-) centra van deze wijken. Verder is er nog wel enige ruimte voor wat (geclusterde) voorzieningen. Daarnaast zijn er mogelijkheden voor beperkte bedrijfsmatige activiteiten aan huis, alsmede voor enige verspreide niet-hinderlijke bedrijfjes. Het uitgangspunt is ongeveer 10 arbeidsplaatsen per hectare.

De bereikbaarheid is zowel gericht op de auto als het openbaar vervoer.


Bij herstructurering:

o Een grotere differentiatie in dichtheden en woontypologieën is gewenst;

o Woningen met een tuin zullen ook in de toekomst gewild zijn;

o Verdichting en gestapelde bouw in de nabijheid van de stedelijke knooppunten wordt gestimuleerd;

o Verdunnen op de overgangen naar het landelijk gebied is mogelijk;

o De beperkte openbare ruimte kan (visueel) worden vergroot door ruimte te maken voor voortuinen. Daarnaast kan de noodzaak tot waterberging worden benut voor het creëren van extra groen-blauwe ruimte.


4.1.2 Zichtbaar Zaans

In het concept ontwerp van de ruimtelijke structuurvisie Zaanstad 'Zichtbaar Zaans' zijn de gebiedsprofielen voor heel Zaanstad voor de toekomst weergegeven. De ruimtelijke structuurvisie is breed zowel intern als met externe partners opgesteld. De verwachting is dat deze medio 2012 wordt vastgesteld. Tot die tijd is 'Dansen op het Veen' leidend voor het ruimtelijk beleid.


De (concept ontwerp) ruimtelijke structuurvisie geeft voor de verschillende delen van het plangebied drie verschillende gebiedstyperingen, namelijk:

- Zaans gebied voor de Westzanerdijk/Overtoom;

- Werkgebied voor het gebied aan de Aris van Broekweg;

- Woongebied voor het woongedeelte ten zuidoosten van de Westzanerdijk;

- Recreatiegebied, binnenstedelijk voor het volkstuinenterrein en het groen grenzend aan het bedrijventerrein.


afbeelding "i_NL.IMRO.0479.STED3755BP-0307_0047.jpg"

Ruimtelijke structuurvisie Zaanstad 'Zaans zicht'

4.1.2.1 Zaans gebied

Binnen het gebiedsprofiel 'Zaans gebied' wordt de Westzanerdijk/Overtoom nader aangeduid met het profiel Lint:

Gebiedskenmerken:

Het profiel lint beschrijft de dorpslinten buiten de dorpskernen. De linten zijn belangrijke identiteitsdragers voor Zaanstad. Zij dragen bij tot het historische besef van de stad en de wens om het karakter van de dorpen te behouden. Dit profiel wordt gekenmerkt door kleinschaligheid en een lage dynamiek. Ieder lint heeft zijn eigen karakteristiek, waarmee het bijdraagt aan de eigen identiteit van ieder dorp afzonderlijk. De bebouwingsdichtheid is wisselend en varieert tussen de 10 en 30 woningen per hectare, soms nog lager. Het belangrijkste kenmerk van de linten is dat zij geen deel uitmaken van een netwerk en zich langs één richting hebben ontwikkeld. De linten van de stad vormen samen echter de basisstructuur van de stad. Een structuur met een hoge recreatieve en toeristische potentie.

Openbare ruimte:

De linten hebben een groene uitstraling, door het weidse landschap achter de bebouwing. Daarnaast dragen de erven met hun beplanting voor een belangrijk deel bij aan dit groene karakter. De openbare ruimte wordt bepaald door het lint zelf, meestal geflankeerd door diepe voorerven en op sommige plaatsen begeleid door een dijksloot. Elk lint heeft zijn eigen kenmerken, welke karakteristieken moeten worden behouden en versterkt. De inrichting bestaat overwegend uit gebakken materialen en authentiek straatmeubilair. Voor een aantal linten geldt een inrichting in asfalt.

Het behouden en stimuleren van streekeigen inrichting van het erf is een belangrijk uitgangspunt bij het versterken van de identiteit van het lint.

De sociale samenhang van deze linten is sterk ontwikkeld. Een aandachtspunt is de gerichtheid van de functies op het lint. Voor het autoverkeer dienen de linten meestal als buurtontsluiting. De uiteinden van de linten zijn vaak zwaar belast.

Parkeren vindt hoofdzakelijk plaats op eigen terrein of als langsparkeren.

Vanwege de uitgestrektheid van de linten is de bereikbaarheid per openbaar vervoer niet optimaal te regelen. De bereikbaarheid per auto is tamelijk goed. De linten vormen de drager van de langzaam verkeerstructuur. De linten vormen voor fietsers te lange routes, die het fietsverkeer belemmeren. Meer oost-west verbindingen zijn gewenst. De linten zijn over het algemeen aantrekkelijke en sociaal veilige routes.


Functies:

Van oorsprong kent het profiel een sterke menging van functies. Nu ligt het zwaartepunt meer op wonen, maar nog steeds is de uitwisselbaarheid van functies en flexibiliteit van bebouwing van belang. Een sterke variatie in eigendom en individualiteit van kavels en panden is duidelijk herkenbaar.

Er is wat verspreide bedrijvigheid en op diverse plekken zijn kleine concentraties van voorzieningen. Vestiging van ambachtelijke niet-hinderlijke bedrijvigheid blijft mogelijk. Deze vorm van bedrijvigheid (bedrijven < 250 m²) zorgt voor een substantiële bijdrage aan de werkgelegenheid in Zaanstad. Daarnaast worden praktijkruimten aan huis gestimuleerd. In totaal wordt uitgegaan van rond de 10 arbeidsplaatsen per hectare.

Het voorzieningenniveau is beperkt, maar voldoet aan de eerste basisbehoeften.

Het aantal agrarische bedrijven neemt nog steeds af. Het behoud van deze voor het landschap belangrijke bouwmassa's moet worden gestimuleerd. Dit kan worden bereikt door binnen de karakteristieke bouwvolumes woningbouw, eventueel aangevuld met bedrijvigheid, toe te staan.

Nieuwe vormen van bedrijvigheid kunnen worden gestimuleerd door:

- Het inrichten van pleisterplaatsen op strategische plekken aan een aantal recreatieve routes;

- Het toevoegen van creatieve functies, horeca en cultuur.

Bij herstructurering niet verder laten afnemen van de huidige werkgelegenheid en zorg dragen voor het Basisvoorzieningenpakket;

- Nieuwe concepten zoals het flexibel wonen/werken aangrijpen;

- Kleinschalige ontwikkelingen als 'kamperen bij de boer' en andere vormen van recreatief gebruik in het landelijke gebied toestaan.

4.1.2.2 Werkgebied

Binnen het gebiedsprofiel 'Werkgebied' wordt het binnenstedelijke bedrijventerrein rond de Aris van Broekweg nader aangeduid als 'Gemengd werkgebied'.

Gebiedskenmerken:

Dit profiel gaat uit van arbeidsintensieve werkgelegenheid; dienstverlening en kantoren zijn beperkt toegestaan. Perifere Detailhandel (PDV), maakt deel uit van dit profiel. Dit is alleen

toegestaan in Zuiderhout en in het zuidelijke deel van Noorderveld. Binnen dit profiel is, afhankelijk van de geschiktheid van de locatie, ook woningbouw mogelijk. Milieu, bereikbaarheid en nabijheid van voorzieningen zijn bepalend voor de aanwezigheid van woningen. Bedrijven tot en met categorie 3 zijn toegestaan, terwijl ook hier sprake is van een inwaartse zonering. Er is extra aandacht voor representatieve bebouwing en een zorgvuldig materiaalgebruik.

Openbare ruimte:

De openbare ruimte dient hier als een verbinding tussen de diverse functies. Daarbij kan de ruimte dienen ter clustering van diverse activiteiten, bijvoorbeeld door de realisatie van verschillende pleinen. De openbare ruimte moet zowel functioneel als ruimtelijk afgestemd zijn op de bedrijfstypen, die zich in het gebied bevinden. Zo krijgt een gebied met kantoorachtige bedrijfsruimten een geheel andere inrichting dan bijvoorbeeld een gebied met perifere detailhandel.

De bereikbaarheid is nog hoofdzakelijk op de auto gericht, maar door de ligging meer nabij het stadscentrum is ook het openbaar vervoer een goede optie. Daarnaast is de bereikbaarheid per fiets goed. Bij herstructurering ligt de nadruk op de mogelijkheid om de inrichting van ruimtes in combinatie van water en groen aantrekkelijker en representatiever te maken. Uitgangspunt hierbij is recreatief gebruik en 'pauzegroen'.

Functies:

Dit profiel gaat uit van arbeidsintensieve werkgelegenheid, waarbij gedacht wordt aan 55-65 arbeidsplaatsen per hectare. Bij herstructurering ligt de nadruk op het behouden van de huidige arbeidsplaatsen. In oudere bedrijfspanden tijdens (en soms ook na) het transitieproces ruimte bieden aan diverse creatieve en startende ondernemers (broedplaatsen).

4.1.2.3 Woongebied

Binnen het gebiedsprofiel 'Woongebied' wordt het woongedeelte ten zuidoosten van de Westzanerdijk nader aangeduid als 'Nieuw tuinstedelijk'.


Gebiedskenmerken:

Het nieuw tuinstedelijke profiel is van toepassing op de meeste naoorlogse wijken met een woonprogramma dat voornamelijk uit laagbouw bestaat. Dit profiel wordt gekenmerkt door een gemiddelde dichtheid van 30-40 woningen per hectare. In deze mono functionele wijken zijn de voorzieningen geclusterd in winkelcentra. Verder is er nog enige ruimte voor wat geclusterde voorzieningen. Bij transformatie wordt ingezet op het verbinden van de wijkcentra door middel van de voorzieningen, verkeer- groen- en waterstructuur. Daarnaast is er een grotere differentiatie in dichtheden en woontypologieën gewenst. Hierbij wordt gedacht aan verdichting en gestapelde bouw in de nabijheid van de wijkcentra en bij de aansluiting op stations en/of het stadscentrum. Verdunnen op de overgangen naar het landelijke gebied is mogelijk. De wijken bestaan uit architectonisch samenhangende buurten die een grote mate van woningdifferentiatie kennen


Openbare ruimte:

De openbare ruimte wordt versterkt door een duidelijke samenhang tussen de groene inrichting van de buurten en de voortuinen. Een groene wijk is de opgave. Dit wordt bereikt door groene routes, ecologische verbindingen en groene straatprofielen. Gezocht moet worden naar manieren om water aan de openbare ruimte toe te voegen. Dit om de noodzaak tot waterberging vorm te geven en voor het creëren van extra blauwgroene ruimte.

De bereikbaarheid is zowel gericht op de auto als het openbaar vervoer. Het fietsnetwerk wordt versterkt om het autogebruik binnen de wijk en de wijken onderling terug te dringen. Sociale samenhang is een belangrijk uitgangspunt. Extra aandacht moet worden gegeven aan de relatie tussen de woning en het openbare gebied. De woningen en voorzieningen zijn gericht op de openbare ruimte.

Bij verdichting/gestapelde bebouwing is gebouwd parkeren een wens om de kwaliteit van de openbare ruimte te garanderen. Deze parkeeroplossingen worden afgezoomd door woningen en entrees. Bij herstructurering moeten andere, minder dominante parkeeroplossingen voor de auto worden gevonden.

Bijzondere openbare ruimtes zijn duidelijk begrensd en kennen een hogere kwaliteit van de inrichting van deze openbare ruimte.

Functies:

Naast de wijk- en buurtcentra is er mogelijkheid voor beperkte bedrijfsmatige activiteiten aan huis, evenals voor enkele verspreide niet-hinderlijke bedrijfjes en multifunctionele gebouwen. Het uitgangspunt is ongeveer 10 arbeidsplaatsen per hectare.


4.1.2.4 Recreatiegebied

Binnen het gebiedsprofiel 'Recreatief, binnenstedelijk' wordt het volkstuinenterreinen en het groen grenzend aan het bedrijventerrein nader aangeduid met het profiel Parken:

Gebiedskenmerken:

Naast de parken vallen ook de begraafplaatsen en volkstuinen binnen dit profiel. Samen vormen ze een belangrijk onderdeel van het groen-blauwe netwerk in de stad. Het zijn de binnenstedelijke recreatiegebieden. De nadruk ligt hier op de gebruikswaarde en de beleving van grootschalig groen in de stad. Het beleid is gericht op het multifunctionele gebruik van de grotere parken door een verantwoorde mix van recreatie, educatie en natuurbeleving. Door de individualisering van de sport zullen de parken steeds meer gebruikt gaan worden door individuele sporters.

Openbare ruimte:

Het verbinden van deze binnenstedelijke groene ruimtes onderling en met de buitenstedelijke natuur- en recreatiegebieden versterkt de ecologische kwaliteit van de stad. Bij herstructurering is de opgave het verhogen van de gebruikswaarde van de grotere parken. Het behouden van het authentieke karakter van de kleinere oude stadsparken is een belangrijke opgave.