direct naar inhoud van Artikel 3 Agrarisch
Plan: Westzanerdijk
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0479.STED3755BP-0307

Artikel 3 Agrarisch

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. de uitoefening van grondgebonden agrarische bedrijven niet zijnde intensief;

en tevens voor:

  • b. dagrecreatief medegebruik;
  • c. verkoop van eigen (streekgebonden) producten, tot max, 50 m2;
  • d. groenvoorzieningen;
  • e. (openbare) nutsvoorzieningen en voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding;
  • f. verkeersvoorzieningen;
  • g. water;
  • h. en overige voorzieningen ten behoeve van deze bestemming.
3.2 Bouwregels

Op en onder de in lid 3.1 genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met in achtneming van de volgende bepalingen:

3.2.1 Bouwwerken ten behoeve van de uitoefening van agrarische bedrijven

Voor het bouwen van bouwwerken ten behoeve van de uitoefening van agrarische bedrijven gelden de volgende bepalingen:

  • a. alle bouwwerken zijn uitsluitend toegestaan voorzover noodzakelijk voor de uitoefening ter plaatse van het bestaande agrarische bedrijf;
  • b. de bouwwerken dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd.
3.2.2 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen, niet zijnde kassen ten behoeve van de uitoefening van agrarische bedrijven gelden de volgende bepalingen:

  • a. bedrijfsgebouwen mogen slechts voor één agrarisch bedrijf worden gebouwd;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' is ten hoogste de aangegeven maximale bouwhoogte toegestaan;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte' is ten hoogste de aangegeven maximale goothoogte toegestaan.
3.2.3 Bedrijfswoningen ten behoeve van de uitoefening van agrarische bedrijven

Voor het bouwen van bedrijfswoningen ten behoeve van de uitoefening van agrarische bedrijven gelden de volgende bepalingen:

  • d. het aantal bedrijfswoningen mag niet meer dan het bestaande aantal per bestemmingsvlak bedragen;
  • e. de bedrijfswoningen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' is ten hoogste de aangegeven maximale bouwhoogte toegestaan;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte' is ten hoogste de aangegeven maximale goothoogte toegestaan;
  • h. de maximale inhoudsmaat van een bedrijfswoning mag niet meer dan 500 m³ bedragen;
  • i. de afstand tussen de as van de weg en naar de weg gekeerde gevel dient ten minste de bestaande afstand te bedragen.
3.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van erfafscheidingen mag niet meer dan 2 meter bedragen, met dien verstande dat de hoogte van erfafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel en het verlengde daarvan niet meer dan 1 meter mag bedragen;
  • b. de bouwhoogte van lichtmasten mag niet meer dan 4 meter bedragen;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 10 meter bedragen;
  • d. er mogen geen paardenbakken worden gebouwd.
3.3 Nadere eisen
3.3.1 Algemeen

Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:

  • a. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • b. het landschaps- en bebouwingsbeeld;

nadere eisen stellen aan de plaats en de omvang van bouwwerken.

3.3.2 Voorwaarde

Bij de afweging of er sprake is van een onevenredige aantasting van het landschaps- en bebouwingsbeeld worden de beeldkwaliteitseisen betrokken zoals geformuleerd in het Beeldkwaliteitsplan Buitengebied d.d. 2 september 2009.

3.4 Specifieke gebruiksregels
3.4.1 Strijdig gebruik

Tot een gebruik dat strijdig is met de bestemmingsomschrijving wordt in elk geval aangemerkt:

  • a. het gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven van gronden en bebouwing ten behoeve van seksinrichtingen en Bevi inrichtingen;
  • b. het gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven van gronden en bebouwing ten behoeve van glastuinbouwbedrijven of kassen;
  • c. het gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven van gronden en bebouwing voor de huisvesting van seizoensarbeiders;
  • d. het gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven van gronden als standplaats voor kampeermiddelen;
  • e. het gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven van gronden en bebouwing voor detailhandel anders dan de verkoop van (streekgebonden) producten met een verkoopvloeroppervlakte die niet meer dan 50 m² mag bedragen;
  • f. het gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven van gronden en bebouwing ten behoeve van paardenhouderijen en/of maneges;
  • g. het gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven van gronden en bebouwing ten behoeve van paardenbakken;
  • h. het gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven van gronden en gebouwen ten behoeve van de opslag van goederen en materialen anders dan ter plaatse noodzakelijk is ten behoeve van de bestemming;
  • i. het gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven van gronden voor het storten van puin en afvalstoffen;
  • j. het gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven van gronden en gebouwen voor de stalling en/of opslag van (aan het oorspronkelijk gebruik) onttrokken voer-, vaar- of vliegtuigen;
  • k. het gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven van bijbehorende bouwwerken en bedrijfsgebouwen als zelfstandige woning en/of afhankelijke woonruimte en/of kamerverhuur.
  • l. het gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven van gronden en bebouwing ten behoeve van windenergie-installaties.
3.4.2 Toegestaan gebruik

Onder strijdig gebruik wordt niet verstaan het gebruik van gedeelten van woningen en/of bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een huisgebonden beroep of bedrijf behorende tot ten hoogste categorie A van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, indien en voor zover:

  • a. de woonfunctie als primaire functie gehandhaafd blijft;
  • b. het vloeroppervlak voor een huisgebonden beroep en/of bedrijf mag niet meer dan 30% van het bruto vloeroppervlakte van de woning en bijbehorende bijbehorende bouwwerken bedragen, met een maximum van 65 m²;
  • c. ten behoeve van een huisgebonden beroep en/of bedrijf wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
  • d. het gebruik geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het (vaar)verkeer;
  • e. geen horeca en geen detailhandel mag plaatsvinden met uitzondering van bed & breakfast, het bepaalde onder 3.1 onder c waarbij de verkoopvloeroppervlakte niet meer dan 50 m² mag bedragen, ondergeschikt aan de uitoefening van een huisgebonden beroep en/of bedrijf;
  • f. het beroep of de activiteit door de bewoner wordt uitgeoefend.
3.5 Afwijken van de gebruiksregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 3.4 teineinde één windenergie-installatie ten dienste van de bestemming toe te staan, met dien verstande dat de bouwhoogte ervan niet meer dan 12 meter mag bedragen.