direct naar inhoud van Artikel 11 Recreatie
Plan: Westzanerdijk
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0479.STED3755BP-0307

Artikel 11 Recreatie

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. dagrecreatie;
  • b. speelvoorzieningen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'recreatie', is uitsluitend het houden van hobbydieren toegestaan;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin', is uitsluitend een volkstuinencomplex toegestaan;

met de daarbij behorende:

  • e. detailhandel: ondergeschikt, gerelateerd aan en ten dienste van de bestemming;
  • f. horeca, maximaal categorie 1zoals opgenomen in bijlage 6 "staat van horecaactiviteiten", : ondergeschikt, gerelateerd aan en ten dienste van de bestemming;
  • g. groenvoorzieningen;
  • h. (openbare) nutsvoorzieningen en voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding;
  • i. verkeersvoorzieningen;
  • j. water;
  • k. en overige voorzieningen ten behoeve van deze bestemming.
11.2 Bouwregels

Op en onder de in lid 11.1 genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met inachtneming van de volgende bepalingen:

11.2.1 Hoofdgebouwen ten behoeve van het houden van hobbydieren

Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van het houden van hobbydieren gelden de volgende bepalingen:

  • a. per gebouw mag de bebouwde oppervlakte niet meer dan 25 m² bedragen;
  • b. de totale oppervlakte van gebouwen en bouwwerken mag per bouwperceel niet meer dan 100 m² bedragen;
  • c. de bouwhoogte mag niet meer dan 3 meter bedragen.
11.2.2 Hoofdgebouwen ten behoeve van speelvoorzieningen

Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van speelvoorzieningen gelden de volgende bepalingen:

  • a. de totale bebouwde oppervlakte van gebouwen mag per bestemmingsvlak mag niet meer dan 50 m² bedragen;
  • b. de bouwhoogte mag niet meer dan 3 meter bedragen.
11.2.3 Hoofdgebouwen ten behoeve van volkstuinen

Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van volkstuinen gelden de volgende bepalingen:

  • a. de totale oppervlakte van de gebouwen op de volkstuinpercelen mag per perceel niet meer dan 25 m² bedragen;
  • b. de goothoogte van de gebouwen op de volkstuinpercelen mag maximaal 3,5 meter bedragen;
  • c. de bouwhoogte van de gebouwen op de volkstuinpercelen mag maximaal 4 meter bedragen;
  • d. Binnen een bouwvlak kan maximaal 1 verenogingsgebouw worden geplaatst.
  • e. de inhoudsmaat van een verenigingsgebouw mag niet meer dan 175 m³ bedragen;
  • f. de goothoogte van een verenigingsgebouw mag niet meer dan 4 meter bedragen.
11.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van erfafscheidingen mag niet meer dan 2 meter bedragen, met dien verstande dat de hoogte van erfafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel en het verlengde daarvan niet meer dan 1 meter mag bedragen;
  • b. de bouwhoogte van speeltoestellen mag niet meer dan 5 meter bedragen;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer dan 3 meter bedragen.
11.3 Specifieke gebruiksregels
11.3.1 Strijdig gebruik

Tot een gebruik in strijd met de bestemmingsomschrijving wordt in ieder geval aangemerkt:

  • a. het gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven van gronden ten behoeve van seksinrichtingen en geluidzoneringsplichtige inrichtingen;
  • b. het gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven van gronden als standplaats voor kampeermiddelen;
  • c. het gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven van gronden en bebouwing ten behoeve van detailhandel, anders dan opgfenomen onder 10 lid 1 onder e;
  • d. het gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven van gronden en bebouwing ten behoeve van de opslag van goederen, materialen anders dan ter plaatse noodzakelijk is ten behoeve van de bestemming;
  • e. het gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven van gronden voor het storten van puin en afvalstoffen;
  • f. het gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven van gronden en gebouwen voor de stalling en/of opslag van (aan het oorspronkelijke gebruik) onttrokken voer-, vaar- of vliegtuigen, anders dan ter plaatse noodzakelijk is ten behoeve van de bestemming;
  • g. het gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven van bijbehorende bouwwerken en gebouwen als zelfstandige woning en/of afhankelijke woonruimte.