Plan: | Achtersluispolder |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0479.STED3741BP-0302 |
Het bestemmingsplan Achtersluispolder is een plan in het kader van de zogenaamde “Actualiseringslag bestemmingsplannen 2007-2016”. Dit houdt in dat het voorliggende bestemmingsplan meer toekomstgericht van aard is dan tot op heden het geval is geweest. De vigerende bestemmingsplannen voor dit plangebied zien op het planologisch reguleren van de industrie. Dit gebruik wordt grotendeels voortgezet in dit bestemmingsplan, waardoor het karakter van het plangebied, namelijk bedrijventerrein, niet wordt gewijzigd. Onlangs heeft voor het bedrijventerrein Achtersluispolder een revitalisering van de openbare ruimte plaatsgevonden.
Voor dit plangebied is door de gemeente Zaanstad een milieuonderzoek uitgevoerd. In dit onderzoek zijn de navolgende sectorale aspecten onderzocht:
Voor het bestemmingsplan is inwaartse milieuzonering toegepast, dat wil zeggen dat er een ruimtelijke scheiding zal worden aangebracht tussen milieubelastende activiteiten en milieugevoelige gebieden. Op basis hiervan is voor zones binnen het plangebied de algemene toelaatbaarheid van milieucategorieën vastgesteld. De consequenties hiervan zijn voor zowel de huidige, als de toekomstige situatie nader onderzocht. Het volledige milieuonderzoek is als bijlage bijgevoegd.
De akoestische situatie van het bestemmingsplan Achtersluispolder is in het kader van de Wet geluidhinder onderzocht.
Het plangebied Achtersluispolder maakt deel uit van het gezoneerde industrieterrein 'Industrieterrein Zaandammer- en Achtersluispolder' dat pp 18 januari 1991 bij Koninklijk Besluit is vastgesteld. Dit betekent dat de geluidswaarden die daarbij voor de omgeving zijn vastgesteld, niet mogen worden overschreden. In onderstaande figuur is deze geluidszone (grijs gemarkeerde gedeelte) voor het industrieterrein 'Achtersluispolder, Westerspoor-Zuid en omstreken' weergegeven.
Het grijs gearceerde gebied vormt het (gezoneerde) industrieterrein. Daaromheen bevinden zich de 55 dB(A) en de 50 dB(A) geluidscontouren en (de buitenste lijn) de zonegrens.
Bij het ontwerpbestemmingsplan werd er van uitgegaan, dat er geen “geluidsruimte“ meer beschikbaar was. Vandaar dat alle bedrijven bestemd werden naar de milieucategorie die het bedrijf heeft, dan wel, als er een overschrijding van de geluidszone dreigde, een functieaanduiding (maatbestemming) krijgen.
Nieuw aanvullend geluidsonderzoek door DHV, d.d. oktober 2010, dossiernummer AD1300-001-001, heeft tot het inzicht geleid dat er meer geluidsruimte is dan aanvankelijk werd voorzien. Vooral de bedrijven rond het westelijk deel van de Isaac Baarthaven en de Dirk Metselaarhaven profiteren daarvan, doordat hun een hogere algemeen toelaatbare milieucategorie kan worden toegekend. De meeste van deze bedrijven hebben een algemene milieucategorie gekregen van maximaal 4.2. Onder meer voor de bedrijven in de nabijheid van de woonschepen in het Zijkanaal H waarmee in het kader van een goede ruimtelijke ordening rekening moet worden gehouden, blijven er echter beperkingen. Hetzelfde geldt voor de bedrijven in de westzijde van het plangebied, bij de Zuiddijk, die zich in de onmiddellijke nabijheid van woningen bevinden.
In feite bestond deze beperking in bedrijfsuitoefening al door de vastgestelde geluidszone om het industrieterrein heen. Het bestemmingsplan doet niet anders dan volgen wat de geluidszone op grond van de Wet geluidhinder de gemeente opdraagt.
Overigens kennen de regels de mogelijkheid om ontheffing te verlenen voor bedrijven met één milieucategorie hoger of zelfs twee milieucategorieën hoger, indien deze bedrijven qua milieubelasting te vergelijken zijn met de toegestane milieucategorie. Om dit te bereiken zullen er doorgaans wel aanpassingen in het productieproces noodzakelijk zijn.
Onderstaande kaartjes geven de situatie aan in het ontwerpbestemmingsplan en de situatie in het vast te stellen bestemmingsplan.
Hieronder de afbeelding zonering ontwerpbestemmingsplan én de afbeelding zonering in vastgesteld plan.
Figuur Zonering (indeling in milieucategorie) zoals waas opgenomen in het ontwerpbestemmingsplan
Figuur Zonering (indeling in milieucategorie zoals is opgenomen in het vast te stellen bestemmingsplan (exclusief maatbestemmingen)
Buiten het industrieterrein bevinden zich geen woningen met een hogere geluidsbelasting dan 55 dB(A) als gevolg van de activiteiten op het genoemde industrieterrein.
Omdat binnen de planperiode geen ontwikkelingen zijn voorzien binnen het plangebied Achtersluispolder, behoudens voor die gedeelten van het plangebied waarvoor een wijzigingsbevoegdheid is opgenomen, wordt zoveel mogelijk uitgegaan van de bestaande situatie en naar analogie bestemd. Nieuwe bedrijven die zich op dit gezoneerde industrieterrein willen vestigen, zullen worden getoetst aan de geluidszone en het bestemmingsplan. Deze bedrijven kunnen zich uitsluitend vestigen, indien zij met hun benodigde geluidsruimte passen binnen de geluidzone van het gezoneerde industrieterrein. op die manier is sprake van een goede ruimtelijke ordening.
Het plangebied Achtersluispolder is ook gelegen binnen de geluidszone van het industrieterrein ‘Westpoort’ in Amsterdam. In de onderstaande figuur is deze geluidszone weergegeven.
Hieronder de afbeelding die verloren is gegaan
Gezoneerd industrieterrein Westpoort in Amsterdam
Binnen het plangebied Achtersluispolder bevinden zich (bedrijfs)woningen. De (bedrijfs)woningen bevinden zich op het gezoneerde industrieterrein. (Bedrijfs)woningen op het geluidgezoneerde industrieterrein zijn niet geluidgevoelig in de zin van de Wet geluidhinder. Hierdoor gelden ingevolge de Wet geluidhinder voor woningen en andere geluidgevoelige objecten die op het gezoneerde industrieterrein zelf zijn gelegen geen geluidsnormen. De geluidszone die rond het bedrijventerrein ligt omvat immers niet het bedrijventerrein zelf. Dit geldt overigens ook voor woonboten die wel binnen de geluidszone zijn gelegen.
Dit betekent niet, dat deze bestemmingen geen enkele bescherming genieten. In het kader van een goede ruimtelijke ordening dient te worden afgewogen, of de optredende en/of de voor de toekomst geprognosticeerde geluidbelasting aanvaardbaar is. Voor de afweging in het kader van een goede ruimtelijke ordening wordt voor de woningen op het industrieterrein Achtersluispolder, conform de Handreiking industrielawaai en vergunningverlening, een richtwaarde van 65 dB(A) gehanteerd. Nieuwe geluidsgevoelige objecten, zoals woningen, worden niet toegestaan binnen het plangebied Achtersluispolder.
Voor de woonboten die zich buiten het gezoneerde industrieterrein bevinden zijn in de genoemde handreiking geen richtwaarden opgenomen. Woonboten hebben doorgaans een minder goede gevelwering, zodat bij hoge geluidbelastingen op de gevel van de woonboot er in de woonboot relatief hoge geluidniveaus op kunnen treden. In de voorgenomen milieuzonering is expliciet rekening gehouden met de woonboten, door in de strook tegenover de woonboten de toegelaten milieucategorie te beperken tot maximaal categorie 3.1 (wel hebben de zittende bedrijven uit milieucategorie 3.2 een maatbestemming gekregen). Als uitgangspunt geldt dat geluidbelastingen tot 55 dB(A) zonder meer aanvaardbaar zijn. Uit het akoestisch onderzoek van DHV blijkt dat voor de huidige situatie bij enkele woonschepen de overschrijding beperkt blijft tot 1 dB(A). In de toekomstige situatie zal nergens meer een overschrijding van 55 dB(A) plaatsvinden op de gevels van de woonschepen.
Uit het akoestisch onderzoek ten behoeve van het bestemmingsplan Achtersluispolder, dat door DHV is uitgevoerd en als bijlage 2.11 is bijgevoegd, blijkt dat het bestemmingsplan in de huidige situatie en met de gekozen milieuzonering voor het aspect geluid voldoet aan de eisen van een goede ruimtelijke ordening.
De in het plangebied aanwezige woningen langs de Zuiddijk liggen niet binnen het gezoneerde industrieterrein. Om deze reden is voor deze woningen een hogere waarde vastgesteld van 55 dB(A) als gevolg van de industrieterreinen ‘Zaandammer- en Achtersluispolder’ en ‘Westpoort’.
In het plangebied bevinden zich meerdere wegen met wettelijke geluidszones. Ook wegen van buiten het plangebied hebben geluidszones binnen het plangebied.
De Wet geluidhinder, artikel 74, bepaalt dat wegen geluidszones hebben. Wegen waarvoor een maximumsnelheid van 30 km per uur geldt en wegen gelegen op een woonerf hebben geen geluidszone maar wel aandacht verdienen in het kader van een goede ruimtelijke ordening. Binnen het plangebied Achtersluispolder hebben de wegen een maximumsnelheid van 50 km per uur, inclusief de Sluispolderweg en de Noorder IJ- en Zeedijk. Deze wegen hebben een geluidszone van 200 meter aan weerszijden van de weg.
De Thorbeckeweg en de Dr. J.M. den Uylweg zijn aan de noordzijde net binnen het plangebied gelegen. De Dr. J.M. den Uylweg is 4 baans en binnenstedelijk en heeft een geluidszone van 350 meter. De Thorbeckeweg is een autoweg en zodoende buitenstedelijk en is 4 baans. De geluidszone van deze weg is 400 meter.
Binnen de geluidszone kan niet zonder meer nieuwe geluidsgevoelige bebouwing worden opgericht. Indien maatregelen ter beperking van de geluidsbelasting niet of onvoldoende mogelijk zijn dan kunnen in bepaalde situaties hogere waarden worden vastgesteld. In het ‘Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen’ worden de situaties en de maximaal toelaatbare hogere waarden vermeld. Binnen het plangebied Achtersluispolder worden nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen niet mogelijk gemaakt, waardoor het wegverkeerslawaai geen belemmering vormt voor het bestemmingsplan.
Voor de bepaling van de geluidsbelasting ten gevolge van de genoemde zoneringsplichtige wegen is gebruik gemaakt van de Standaard Rekenmethode 1 van het Reken- en meetvoorschrift geluidhinder 2006. De geluidscontouren van 63 dB, 58 dB, 53 dB en 48 dB zijn in tabel 1.4 van het milieuonderzoek vermeld. Hierbij is uitgegaan van de situatie zonder afscherming als gevolg van bebouwing (vrije veld situatie).
/In het kader van artikel 3.10 Wet ruimtelijke ordening (Wro) is door de gemeente Zaanstad een procedure voor een Projectbesluit gevoerd om de Dr. J.M. den Uylbrug te verbreden van 2 naar 4 rijbanen. Voor de woningen langs de Dr. J.M. den Uylweg is al eerder een hogere waarde vastgesteld. Echter door de aanpassing van de Dr. J.M. den Uylbrug is opnieuw een akoestisch onderzoek uitgevoerd. Er is onderzocht wat de gevolgen zijn van deze aanpassing en of er sprake is van een reconstructie van de weg volgens de Wet geluidhinder. In verband hiermee is ten behoeve van de Projectbesluitprocedure door het adviesbureau Movaris Nederland BV een akoestisch onderzoek, d.d. 16 juni 2010, kenmerk TVB-20188 - Versie 1.0, uitgevoerd. Uit het akoestisch onderzoek blijkt dat er inderdaad sprake is van een reconstructie in het kader van de Wet geluidhinder, omdat er voor een aantal woningen een toename van de geluidsbelasting zal plaatsvinden van 2 dB of meer.
In het akoestisch onderzoek zijn de benodigde geluidsreducerende maatregelen onderzocht om zoveel mogelijk te kunnen voldoen aan de toetswaarden. Door het aanbrengen van de benodigde geluidsreducerende maatregelen kan voor een groot aantal woningen de verhoging worden voorkomen. Echter niet voor alle woningen. Voor een aantal woningen is in het kader van het Projectbesluit nieuwe hogere waarde vastgesteld. De nieuwe hogere waarden zijn lager of gelijk aan de eerder vastgestelde hogere waarden, als gevolg van de genoemde geluidsreducerende maatregelen.
De procedure voor het Projectbesluit is inmiddels afgerond. Er zijn geen zienswijzen ingediend. De bouwvergunning voor de verbreding van de Dr. J.M. den Uylweg is op 18 maart 2010 door burgemeester en wethouders verleend. De bouwvergunning is onherroepelijk, aangezien er tijdens de procedure geen zienswijzen tegen de verbreding van de Dr. J.M. den Uylweg zijn ingediend. De nieuwe situatie is poditief bestemd in het bestemingsplan.
Op 1 januari 1982 is het onderdeel nieuwe situaties verkeerslawaai van de Wet geluidhinder in werking getreden en op 1 maart 1986 is het onderdeel bestaande situaties in werking getreden.
Voor woningen gebouwd na 1 januari 1982 en met een geluidsbelasting van meer dan 50 dB(A) zijn hogere waarden vastgesteld. Binnen het plangebied is voor met name de woningen langs de Zuiddijk een hogere waarde vastgesteld van 55 dB(A) als gevolg van de Dr. J.M. den Uylweg.
Voor de woningen langs de Zuiddijk is een hogere waarde vastgesteld van 55 dB(A) als gevolg van de industrieterreinen ‘Achtersluispolder, Westerspoor-Zuid en omstreken’ en ‘Westpoort’.
Binnen het plangebied Achtersluispolder worden geen bestaande situaties die niet geluidsgevoelig zijn, omgezet in een woonbestemming of andere geluidsgevoelige bestemming.
Het plangebied Achtersluispolder bevindt zich geheel buiten het beperkingengebied bebouwing ten aanzien van de aspecten geluid en externe veiligheid vanwege de Luchthaven Schiphol.
Voor kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten (nieuw en bestaand) binnen het plangebied dient toetsing plaats te vinden aan het plaatsgebonden risico en is er een verantwoordingsplicht voor het groepsrisico. De gevolgen van deze aspecten zijn voor het bestemmingsplan Achtersluispolder onderzocht.
Binnen het plangebied Achtersluispolder bevinden zich enkele bedrijven die vallen onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen, namelijk:
Americol BV
Americol BV valt op basis van de hoeveelheid opgeslagen gevaarlijke stoffen van meer dan 10 ton onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen. Uit het milieuonderzoek blijkt dat de plaatsgebonden risicocontour van 10-6 tot iets buiten de inrichting reikt. Volgens dit onderzoek bevinden zich geen (beperkt) kwetsbare objecten binnen deze contour. Het plaatsgebonden risico vormt geen belemmering voor het bestemmingsplan Achtersluispolder.
Tevens blijkt uit het milieuonderzoek dat het berekende groepsrisico nihil is. Hiermee blijft het groepsrisico ruimschoots onder de oriëntatiewaarde. Hieruit wordt geconcludeerd dat de aanwezigheid van Americol BV op deze locatie verantwoord is.
Zelftankstation De Vijfhoek
Zelftankstation De Vijfhoek, Thorbeckeweg 2 is een verkooppunt voor motorbrandstoffen, waarbij tevens verkoop van LPG plaatsvindt. Uit het milieuonderzoek blijkt dat de plaatsgebonden risicocontour van 10-6 voor de huidige situatie voor een LPG tankstation met een doorzet tot 1000 m³/jaar LPG een afstand van 45 meter vanaf het vulpunt, 25 meter vanaf de ondergrondse tank en 15 meter vanaf afleverzuil dient te worden aangehouden. Op basis van de gewijzigde Revi dient in 2010 voor het LPG – tankstation van Shell een afstand van 35 meter vanaf het vulpunt, 25 meter vanaf de ondergrondse tank en 15 meter vanaf afleverzuil te worden aangehouden (tabel 2a, bijlage 1 van de Revi). Bij deze afstanden wordt voldaan aan de grenswaarde van 10-6 /jaar voor het plaatsgebonden risico. Binnen deze contour van het LPG tankstation bevinden zich geen kwetsbare- en beperkt kwetsbare objecten. Daarnaast is de realisatie van nieuwe kwetsbare- en beperkt kwetsbare objecten binnen deze contour niet mogelijk. De PR- contour van 10-6/jaar van het LPG –tankstation van Shell ligt binnen het plangebied Achtersluispolder. Het plaatsgebonden risico vormt geen belemmering voor het bestemmingsplan Achtersluispolder.
Voor de verantwoording van het groepsrisico van de inrichting is het invloedsgebied van belang.
In bijlage 2, tabel 1 van de Revi wordt de afstand tot de grens van het invloedsgebied, voor de categoriale inrichtingen genoemd. Voor een LPG tankstation met een doorzet kleiner dan 1500 m³/jaar geldt een afstand van 150 meter tot de grens van het invloedsgebied, gemeten vanaf het vulpunt. Dit is de afstand waarbinnen de hoogte van het groepsrisico moet worden bepaald. Aangezien de LPG doorzet van het Shell tankstation kleiner dan 1500 m³ /jaar is, ligt de grens van het invloedsgebied op 150 meter afstand vanaf het vulpunt.
In de huidige situatie wordt de oriëntatiewaarde van het groepsrisico met de huidige personendichtheid overschreden. De hoogte van het groepsrisico betreft de feitelijke situatie van het groepsrisico binnen het invloedsgebied van het LPG – tankstation van Shell. Met het vaststellen van de bestemmingplannen Zaandam Zuid en Achtersluispolder wordt aan de feitelijke situatie binnen het invloedsgebied van het LPG – tankstation niets veranderd. De personendichtheid binnen het invloedsgebied blijft hetzelfde als in de feitelijke situatie. De kwetsbare- en beperkt kwetsbare objecten in kwestie en het LPG- tankstation zijn al aanwezig. De bijdrage van beide bestemmingsplannen aan de ontwikkeling van het groepsrisico is nihil.
Als gevolg van het treffen van de veiligheidsmaatregelen door de LPG- sector worden de externe veiligheidsrisico's vanaf 2010 voor de LPG- tankstations kleiner. Hierdoor zal ook in 2010 de afstand voor het PR van 10-6 /jaar voor het LPG tankstation van Shell kleiner worden. Op basis hiervan wordt ook in de toekomst het groepsrisico kleiner. Uit het onderzoek blijkt dat het toekomstige groeprisico een factor 3 onder de oriëntatiewaarde van het groepsrisico blijft.
In de milieuvergunning dient de LPG doorzet van het tankstation tot maximaal 1000 m³/ per jaar te worden begrensd en dient de bevoorrading van het tankstation met LPG te worden beperkt tot alleen de dagperiode.
De externe veiligheidsrisico's voor de aanwezige personen binnen het invloedsgebied van het LPG tankstation van Shell “De Vijfhoek” wordt, mede door de toekomstige maatregelen, verantwoord geacht.
Kok tankstations BV
Aan de rand van het plangebied bevindt zich Kok Tankstations BV aan de Thorbeckeweg 1 in Zaandam. Voor deze inrichting is een Kwantitatieve Risico Analyse (QRA) uitgevoerd. Hieruit blijkt dat de plaatsgebonden risicocontour van 1.0 10-6 /jr. op 48 meter afstand vanaf het vulpunt ligt. Binnen deze risicocontour bevinden zich geen (beperkt) kwetsbare objecten.
Voor de verantwoording van het groepsrisico van de inrichting is het invloedsgebied van belang. In het QRA rapport wordt aangegeven dat de grens van het invloedsgebied van het LPG tankstation op 150 meter afstand van het vulpunt ligt. Binnen het plangebied ligt het sportpark Poelenburg binnen dit invloedsgebied. Binnen het plangebied Achtersluispolder bevinden zich binnen het invloedsgebied van 150 meter structureel geen personen. Hierdoor is er voor Kok Tankstations BV binnen het plangebied geen sprake van een aanwezig groepsrisico.
Tankstation van der Poel
Buiten het plangebied bevindt zich het tankstation Van der Poel, waarbij ook verkoop van LPG plaatsvindt. Het plangebied bevindt zich echter buiten het invloedsgebied van dit tankstation.
Chemtura
In de gemeente Amsterdam bevindt zich één bedrijf, dat op basis van externe veiligheid invloed uitoefent op het plangebied Achtersluispolder, namelijk Chemtura (voorheen Crompton Europe BV en Uniroyal) aan de Ankerweg 18 in Amsterdam.
Uit de kwantitatieve risico analyse (QRA) van het bedrijf, uitgevoerd door bureau Tebodin d.d. 3 juni 2005, blijkt dat de PR -contour van 10-6 /jaar van het bedrijf nagenoeg op eigen bedrijfsterrein ligt. De afstand tussen de grens van het plangebied en het bedrijf Chemtura bedraagt circa 400 meter. Het Plaatsgebonden Risico vormt dus geen belemmering voor het bestemmingsplan.
Uit het Veiligheidsrapport VR01, die op 6 juni 2006 door de Provincie naar de gemeente Zaanstad is gestuurd, blijkt dat door het bedrijf Chemtura ruimschoots aan de oriëntatie waarde voor het groepsrisico wordt voldaan. Zij zijn hierbij uitgegaan van de aanwezige personen binnen de plaatsgebonden risicocontour van 10-9.
Het bestemmingsplan Achtersluispolder is overwegend conserverend van aard. Wel is er, in het kader van een gedeeltelijke verkleuring van de Achtersluispolder, een wijzigingsbevoegdheid opgenomen in de regels van het bestemmingsplan, waarbij de bestaande bestemming gewijzigd kan worden in (ook) een maatschappelijke bestemming. Onder deze bestemming kunnen ook kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten vallen, zoals een kinderdagverblijf. Alvorens toepassing te geven aan de wijzigingsbevoegdheid, zal het gemeentebestuur de (overschrijding van) het groepsrisico moeten beoordelen en een (eventuele)overschrijding moeten verantwoorden.
Voor het overige zijn er geen nieuwe (beperkt) kwetsbare objecten gepland binnen het plangebied. Hierdoor zal er geen toename van het groepsrisico plaatsvinden zodat er geen verdere verantwoording voor het groepsrisico hoeft te worden afgelegd. Overigens is de opgestelde QRA voor Chemtura als bijlage bij de toelichting gevoegd.
Een deel van het plangebied is gelegen binnen het invloedsgebied van 200 meter van twee wegen, waarop vervoer van gevaarlijke stoffen plaatsvindt. Het betreffen vooral de Thorbeckeweg (N516) en Dr. J.M. den Uylweg.
In verband met het woningbouwplan op de Conradterrein langs de Dr. J. M. den Uylweg is door het adviesbureau AVIV BV. rapportnummer 06917 dd. 27 februari 2006 een onderzoek naar de risico’s wegtransport gevaarlijke stoffen over de Thorbeckeweg (N516) en Dr. J.M. den Uylweg uitgevoerd. Uit het onderzoek blijkt dat het plaatsgebonden risico langs de Thorbeckeweg en de Dr. J.M. den Uylweg kleiner dan de grenswaarde van 1.0 10-6/jaar. Dit betekent dat er geen PR- contour van 10-6/jaar buiten de weg aanwezig is.
Tevens is het groepsrisico voor de huidige- en toekomstige situaties onderzocht. In alle gevallen is gebleken dat het groepsrisico ver onder de oriëntatiewaarde ligt.
Op basis hiervan wordt geconcludeerd dat het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg geen belemmeringen voor het plangebied Achtersluispolder zal vormen. Verder zijn er binnen de toetsingsafstand van 200 meter vanaf deze wegen geen nieuwe (beperkt) kwetsbare objecten gepland. Hierdoor zal er geen toename van het groepsrisico plaatsvinden waardoor de noodzaak ontbreekt om verdere verantwoording voor het groepsrisico af te leggen. Conclusie is dat er hier geen sprake is van een belemmering voor het bestemmingsplan.
Noordzeekanaal
Het plangebied ligt gedeeltelijk binnen de toetsingszone van 200 meter van het Noordzeekanaal. Ten aanzien van het plaatsgebonden risico blijkt uit het milieuonderzoek het volgende.
Er komt geen plaatsgebonden risicocontour van 10-6 voor binnen het plangebied als gevolg van het Noordzeekanaal. Het Basisnet water kent voor het Noordzeekanaal geen externe veiligheidsknelpunten nu en in de toekomst met een tijdshorizon van 2030.
Ten aanzien van het groepsrisico blijkt uit het milieuonderzoek het volgende.
Het groepsrisico ligt volgens de Risicoatlas Hoofdvaarwegen ter hoogte van het plangebied Achtersluispolder op een score van -5.37, indien zich 1000 personen/ha zich in dit deelgebied langs het Noordzeekanaal bevinden. De personendichtheid in het plangebied ligt binnen de toetsingzone van 200 meter van het Noordzeekanaal veel lager dan 1000 personen/ha. Bij zo een lage score is er van een groepsrisico voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over het Noordzeekanaal geen sprake.
Het Noordzeekanaal valt volgens het Basisnet Water onder de rode categorie. Dit betekent:
- geen nieuwe kwetsbare bestemmingen binnen de waterlijn;
- een plasbrandaandachtsgebied van 40 meter landinwaarts vanaf de waterlijn.
Binnen het plasbrandaandachtsgebied van 40 meter dient aan de vestiging van kwetsbare objecten een zorgvuldige afweging ten grondslag te liggen. Bij deze afweging dient de behoefte tot het realiseren van die kwetsbare objecten in het plasbrandaandachtsgebied te worden onderbouwd, waarbij ook mogelijke alternatieve locaties worden beschouwd. Daarnaast of in samenhang met deze afweging dient in ieder geval aandacht te worden besteed aan de bestrijdbaarheid van een plasbrand (hulpverlening & zelfredzaamheid mede in relatie tot effectreducerende maatregelen of brandvertragende maatregelen aan het gebouw). Het Basisnet Water betreft nog een ontwerp, maar het is verstandig om hier al wel op te anticiperen.
Concreet betekent dit dat beperkt kwetsbare objecten zich mogen vestigen binnen het plasaandachtsgebied, maar dat voor kwetsbare objecten een zorgvuldige afweging dient plaats te vinden. Dit vraagt om een maatoplossing. (Mede) daarom is er niet voor gekozen om dit in het bestemmingsplan mogelijk te maken. Indien toelaten van kwetsbare objecten ook uit ander oogpunt, bijvoorbeeld uit stedenbouwkundig oogpunt, wenselijk is, dient de weg van een omgevingsbesluit met afwijking bewandeld te worden.
Voorzaan
Het plangebied grenst aan de Voorzaan. Hierover vindt vervoer van gevaarlijke stoffen plaats. Door de Regionale Brandweer Zaanstreek Waterland is een nader onderzoek uitgevoerd naar het transport van gevaarlijke stoffen ter plaatse van de Wilhelminasluis in Zaandam. Uit een eerder onderzoek bleek namelijk dat het gedeelte rond de Wilhelminasluis een verhoogd risico had en werd een aanbeveling gedaan voor extra aandacht voor dit gedeelte. Uit het nader onderzoek ter plaatse van de Wilhelminasluis blijkt het volgende:
Dit betekent dat er langs de rivier, vanuit het oogpunt van het plaatsgebonden risico, geen belemmeringen voor woonbebouwing zijn. Ook zijn er geen beperkingen ten aanzien van toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen.
De conclusie dat er geen groepsrisico optreedt, wordt bepaald door enerzijds de lage vervoersfrequentie van gevaarlijke stoffen over de Zaan en anderzijds de relatief geringe schadeafstanden bij een plasbrand.
(Bron: onderzoek 'Risicoanalyse van het transport van gevaarlijke stoffen ter plaatse van de Wilhelminasluis in Zaandam' in opdracht van de gemeente Zaanstad)
De algemene conclusie uit dit onderzoek is dat het plaatsgebonden risico zelfs lager is dan 10-7 per jaar en dat het groepsrisico verwaarloosbaar is. Hierdoor vallen de risico's ruim onder de wettelijk aanvaardbare normen waardoor de noodzaak ontbreekt om verdere verantwoording voor het groepsrisico af te leggen. Conclusie is dat er hier geen sprake is van een belemmering voor het bestemmingsplan
Uit het 'Milieuonderzoek Hembrugterrein' van januari 2003 blijkt dat als gevolg van de transporten over het Noordzeekanaal de contour voor het plaatsgebonden risico van 10-9 ongeveer loopt over de oever. Dit betekent dat in de huidige situatie geen sprake is van een overschrijding van het plaatsgebonden risico. Het is bij zo een laag PR ook niet noodzakelijk het groepsrisico verder te beoordelen.
Langs de Sluispolderweg bevindt zich een 8 bar gasleiding van het energiebedrijf. De veiligheidszone voor bebouwing tot deze leiding is 3,5 meter. Aangezien alleen gasleidingen van 20 bar en hoger worden opgenomen in de planregels en verbeelding, is deze niet verder vertaald.
Het industrieterrein Achtersluispolder wordt grotendeels ontsloten door één weg, namelijk de Sluispolderweg. Bij ernstige calamiteiten bestaat de mogelijkheid dat het industrieterrein niet meer ontsloten kan worden.
In het advies van de Regionale Brandweer is aangegeven dat het bedrijventerrein Achtersluispolder in het algemeen qua bereikbaarheid voor hulpdiensten een knelpunt vormt. Bedrijven zijn slechts bereikbaar via de Sluispolderweg en via het water (Zijkanaal H en Barndegat) voor hulpdiensten en brandweer. Tevens vormt de Sluispolderweg voor het zuidelijke deel van de Achtersluispolder de enige route voor personen om te ontvluchten vanuit het effectgebied in geval van rampen en ongevallen. Hiermee is de bereikbaarheid van een groot aantal bedrijven volgens de Regionale Brandweer onvoldoende. Ten aanzien van de bereikbaarheid hanteert de Regionale Brandweer de richtlijnen met betrekking tot de bereikbaarheid zoals beschreven in de NVRB publicatie ‘Handleiding bluswatervoorziening en bereikbaarheid’. De Regionale Brandweer adviseert op basis hiervan om twee van elkaar onafhankelijke ontsluitingen te hebben en bij voorkeur aan twee tegenover elkaar liggende zijden van het plan. Hierdoor kan een incident altijd bovenwinds worden benaderd.
Ontruiming van het plangebied kan eventueel plaatsvinden via het water, aangezien zich in het plangebied voldoende aanlegmogelijkheden voor schepen bevinden. Verder is in het bestemmingsplan een wijzigingsbevoegdheid opgenomen die een brug over de Isaac Baarthaven en Zijkanaal H in de toekomst mogelijk moeten maken. Ten aanzien van de blusmogelijkheden binnen het plangebied kan nog worden opgemerkt dat in overleg met diverse partijen wordt bezien hoe de blusmogelijkheden in het plangebied verbeterd kunnen worden.
Het bestemmingsplan Achtersluispolder maakt het vestigen van nieuwe bedrijven die vallen onder het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (BEVI) niet mogelijk. In de regels zal hiervoor een verbod worden opgenomen Binnen het bestemmingsplan Bedrijventerrein Zuid zal voor het industrieterrein Hoogtij mogelijkheden worden gecreëerd voor bedrijven die vallen onder het BEVI om zich daar te kunnen vestigen.
Het plan Achtersluispolder bevindt zich buiten het beperkingengebied voor externe veiligheid, geluid en de hoogte van de luchthaven Schiphol
Er zijn geen wettelijke normen of grenswaarden voor de geurbelasting. Het landelijk geurbeleid is erop gericht dat in 2000 niet meer dan 12% van de bevolking hinder ondervindt van geur en dat er in 2010 geen ernstig gehinderden meer zullen voorkomen. In Zaandam Zuid ligt het percentage inwoners dat de afgelopen 12 maanden in of rond de woning vaak last heeft gehad van stank als gevolg van bedrijven of fabrieken op 13,3%, volgens de Zaanpeiling van 2009. Dit percentage ligt iets hoger dan het landelijk geurbeleid van 12%, maar lager dan het percentage geurgehinderden van 15,9% voor geheel Zaanstad.
Binnen het plangebied Achtersluispolder bevinden zich geen grote geuremitterende bedrijven of bronnen. Incidenteel kan binnen het plangebied als gevolg van de activiteiten op het industrieterrein ‘Westpoort’ in Amsterdam geuroverlast optreden.
Het betreft een plangebied, waarbinnen voornamelijk industriële activiteiten plaatsvinden. Alle vormen van bedrijvigheid, waaronder industrie en kantoren, worden niet beschouwd als geurgevoelige objecten. Kantoren kunnen een mate van bescherming worden geboden door deze bijvoorbeeld te voorzien van geurfilters.
Het aspect geur vormt voor dit bestemmingsplan geen belemmering.
Uit de berekeningen blijkt dat overal binnen het plangebied wordt voldaan aan de grenswaarden, zoals die zijn opgenomen in de luchtkwaliteitseisen van Bijlage 2 van de Wet milieubeheer. De resultaten voor de luchtkwaliteit zijn verkregen door middel van de Monitoringstool 2010 voor de jaren 2009, 2010, 2015 en 2020.
Naast het feit dat overal ruimschoots wordt voldaan aan de grenswaarden zal de luchtkwaliteit binnen het plangebied per saldo niet achteruit gaan en mogelijk in de toekomst verbeteren, omdat nieuwe bedrijven, die er zich willen vestigen, zullen moeten voldoen aan de emissie-eisen volgens de Best Beschikbare Technieken (BBT).
Daarnaast is in het Regionaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit van de Noordvleugel het industrieterrein Achtersluispolder aangemeld als een IBM-project (In Betekenende Mate project).
Voor het gedeeltelijk vernieuwen (verbreden) van de Dr. J.M. den Uylbrug is door het adviesbureau Witteveen + Bos een luchtkwaliteitonderzoek, d.d. juli 2010, referentie ZSR87-3/boeg3/003, uitgevoerd naar de consequenties hiervan. Uit het luchtkwaliteitonderzoek blijkt dat door de verbreding van de Dr. J.M. den Uylbrug in alle peiljaren wordt voldaan aan de grenswaarden voor stikstofdioxide en fijn stof. Andere stoffen dan stikstofdioxide en fijn stof die mede de luchtkwaliteit bepalen en waarvoor grenswaarden gelden, zullen nergens de grenswaarden overschrijden als gevolg van het wegverkeer.
De luchtkwaliteit vormt geen belemmering voor het bestemmingsplan.
Binnen het plan Achtersluispolder is een inventarisatie uitgevoerd naar de bestaande bedrijven. In de bijlagen 2.2a van het milieuonderzoek zijn de aanwezige bedrijven en bestaande maatschappelijke en overige voorzieningen opgenomen.
In het plangebied komen voornamelijk bedrijven voor. Het betreft een industrieterrein, waarbij langs de Zuiddijk, op enkele locaties langs de Vredeweg in het plangebied zich woningen bevinden. In de nabije omgeving van het plangebied – gelegen in de gemeente Amsterdam – bevinden zich in Zijkanaal H woningen, dan wel woonboten.
De toelaatbaarheid van bedrijven en bedrijfsactiviteiten is gekoppeld aan een “Staat van bedrijfsactiviteiten”, die gebaseerd is op de VNG brochure “Bedrijven en milieuzonering” uitgave 2009.
Het plangebied Achtersluispolder kan worden getypeerd als gebied met grote bedrijvigheid. Voor de Achtersluispolder is ten opzichte van het ontwerpbestemmingsplan gekozen voor inwaartse milieuzonering in plaats van het conserverend bestemmen van de bedrijfslocaties. Als gevolg van de inwaartse milieuzonering is de algemene toelaatbaarheid per bedrijfslocatie op basis van de milieucategorie als volgt vastgesteld:
De bovengenoemde gebiedstypering ziet er als volgt uit:
Figuur. Zonering (indeling) in milieucategorieën exclusief maatbestemmingen maatbestemmingen)
Nieuwe bedrijven of functies binnen het plangebied zijn toelaatbaar, indien de bedrijven voldoen aan de algemene toelaatbaarheid met betrekking tot de milieucategorie. Overigens kennen de regels de mogelijkheid om ontheffing te verlenen voor bedrijven met één milieucategorie hoger of zelfs twee milieucategorieën hoger, indien deze bedrijven qua milieubelasting te vergelijken zijn met de toegestane milieucategorie. Om dit te bereiken zullen er doorgaans wel aanpassingen in het productieproces noodzakelijk zijn.
Een inventarisatie van de bestaande bedrijven is uitgevoerd en de resultaten zijn in de bijlage 2.2a van het milieuonderzoek opgenomen. Per bedrijf is bekeken of deze past binnen de gewenste c.q. vigerende bestemming. Indien dit niet het geval is, is bepaald of dit bedrijf een functieaanduiding krijgt. Dit laatste betekent dat het bedrijf een aparte functieaanduiding op de verbeelding krijgt. Indien het bestaande bedrijf ophoudt te bestaan, dan zal alleen een zelfde bedrijf of een type bedrijf dat past binnen de algemene toelaatbaarheid op die locatie worden toegelaten. Bedrijven passen niet binnen het bestemmingsplan als ze in een hogere categorie zijn ingedeeld dan in het bestemmingsplan is aangegeven op de betreffende gronden.
Uit de inventarisatie blijkt dat 33 inrichtingen, op basis van de afstanden in de genoemde VNG brochure, niet passen binnen de bestemming. De bedrijven zijn allemaal in het bezit van een actuele milieuvergunning, dan wel vallen onder het Activiteitenbesluit, die voldoende waarborgen geeft om de omliggende woningen te beschermen tegen milieuoverlast. Hierdoor zijn deze bedrijven op de huidige locatie binnen het bestemmingsplan handhaafbaar. Deze bedrijven krijgen een maatbestemming die door middel van een aparte functieaanduiding op de verbeelding wordt aangeduid.
Binnen het plangebied op het industrieterrein zijn (bedrijfs)woningen aanwezig. Ten aanzien van de aspecten geluid en geur is voor de aanwezige (bedrijfs)woningen de te hanteren methodiek beschreven in de betreffende hoofdstukken. Vestiging van nieuwe bedrijven die vallen onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) worden binnen het plangebied uitgesloten. Voor het aspect stof worden in de milieuvergunning de grenswaarden opgenomen volgens de NeR (Nederlandse emissierichtlijnen). Aangezien het emissiegrenswaarden betreffen worden de bedrijven ten opzichte van de aanwezige (bedrijfs)woningen niet onevenredig belast. De aanwezige (bedrijfs)woningen profiteren ook van de emissie-eis, die in de milieuvergunning is, c.q. wordt opgenomen.
In de regels is overigens opgenomen, dat er geen nieuwe (bedrijfs)woningen mogen worden gevestigd op het industrieterrein.
Het plangebied was oorspronkelijk polderlandschap, doorsneden met sloten en bebouwd met een enkele boerderij. Het noordwestelijke gedeelte (Vredeweg) van het plangebied kwam rond 1900 in ontwikkeling als industrieterrein. Het terrein ten zuiden daarvan was tot circa 1955 polderlandschap. Vanaf 1955 is het plangebied ingericht als industriegebied, zo werd de Isaac Baarthaven medio 1956 gegraven. Het gebied ten zuiden van de Isaac Baarthaven kwam vanaf medio jaren zeventig tot ontwikkeling.
Het plangebied is over het geheel genomen sterk verontreinigd met lood, matig verontreinigd met koper en licht verontreinigt met PAK en zink. Er kan gesteld worden dat hoe eerder het terrein is ontwikkeld hoe ernstiger en complexer de aanwezige verontreinigingen. Op een aantal locaties is sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging, die al dan niet saneringsurgent is.
De oorzaak van de verontreinigingen zijn met name de verschillende bedrijfsactiviteiten, variërend van scheepsbouw tot houtopslag. Daarnaast zijn de ophogingen en dempingen, die in het verleden met allerlei materiaal (waaronder afval) werden uitgevoerd een bron van bodemverontreiniging.
Op een aantal locaties is sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging die al dan niet saneringsurgent is. De saneringsurgentie per verontreinigingslocatie verschilt en is onder andere afhankelijk van het gebruik van de locatie, de omvang en soort verontreiniging. De urgentie (termijn waarop gesaneerd moet worden) die is vastgesteld voor de specifieke locaties zijn in de Achtersluispolder gebaseerd op het huidige gebruik van het gebied (te weten bedrijventerrein). Ook dit bestemmingsplan gaat uit van een bedrijvenfunctie van het gebied, zodat de urgentie voor sanering van de specifieke locaties niet verandert. Indien de verkleuring van een deel van het gebied dat noodzakelijk maakt, zal (aanvullend) onderzoek en wellicht sanering noodzakelijk zijn om ook nieuwe functies mogelijk te maken.
De in de bijlage van de toelichting opgenomen inventarisatie geeft aan welke beschermde soorten zijn waargenomen. Dit bestemmingsplan is echter hoofdzakelijk conserverend van aard. De revitalisering van het bedrijventerrein kan worden gerealiseerd zonder dat er ontheffingen hoeven te worden aangevraagd. Indien bestaande bebouwing zou moeten worden gesloopt en vervangen door nieuwbouw en beschermde soorten zouden daardoor worden verstoord, dient een ontheffing te worden aangevraagd. Dit is de verantwoordelijkheid van de eigenaar of beheerder. Hetzelfde geldt ten aanzien van bijvoorbeeld veranderingen in het Vijfhoekpark die tot een verstoring zouden leiden. De effecten van verstoring moeten voorafgaand aan de activiteit in beeld worden gebracht, waarna een beoordeling van de te volgen procedure volgt. Overtreding van de Flora- en Faunawet is een economisch delict.