direct naar inhoud van Artikel 13 Water
Plan: Achtersluispolder
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0479.STED3741BP-0302

Artikel 13 Water

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. waterhuishouding, -berging, -lopen en -werken;
  • b. waterwegen;
  • c. waterstaatkundige werken;
  • d. haven voor zeevaart en binnenvaart waarbij laden en lossen is toegestaan binnen de bestemming 'Water' daar waar deze grenst aan de bestemming 'Bedrijventerrein' en voor zover passend in de milieucategorie van het aangrenzende bedrijventerrein;
  • e. scheepsbouw, voor zover deze activiteit een onderdeel is van de activiteiten op gronden in de aangrenzende bestemming "Bedrijventerrein" en deze activiteiten binnen de bestemming "Bedrijventerrein"op die bestemming zijn toegestaan en deze activiteiten in nautische zin niet op bezwaren stuiten;
  • f. ter plaatse van de functieaanduiding 'jachthaven', is een jachthaven toegestaan;
  • g. ter plaatse van de functieaanduiding 'laad- en losplaats' mogen voorzieningen worden geplaatst ten behoeve van het laden en lossen, zoals steigers en kademuren, inclusief het dempen van water;
  • h. ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van water - 1' is een drijvend dok toegestaan;
  • i. ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van water - 2' zijn hijsinstallaties en hellingbanen toegestaan;
  • j. ter plaatse van de aanduiding 'jachthaven' is tevens toegestaan het gebruik als jachthaven, met inbegrip van de inkoop en verkoop van boten alsmede het verhuren van boten;
  • k. ter plaatse van de functieaanduiding 'brug'zijn bruggen toegestaan.

Met de daarbijbehorende:

  • l. groenvoorzieningen;
  • m. duikers, sluizen en andere vergelijkbare voorzieningen.
13.2 Bouwregels

Op en onder de in lid 13.1 genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming met inachtneming van de volgende regels:

  • a. steigers, meerpalen, remmingswerken en dergelijke mogen uitsluitend worden gebouwd in een strook van ten hoogste 25 meter, gemeten vanaf de bestemmingsgrens met de aangrenzende bestemming en voor zover tegen het oprichten daarvan geen bezwaren bestaan vanuit nautisch oogpunt;
  • b. drijvende dokken mogen slechts gebouwd worden ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van water - 1' en kranen en hellingbanen mogen slechts gebouwd worden ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van water - 2';
  • c. de doorvaarthoogte van bruggen binnen de gronden aangegeven onder lid 13.1 onder k mag niet minder dan 1,20 meter bedragen, met uitzondering ter plaatse van de functieaanduiding “brug” waar de doorvaarthoogte niet minder dan 2,25 m ten opzichte van het waterpeil (-50 cm NAP) mag bedragen.
13.3 Wijzigingsbevoegdheid
13.3.1 wro-zone wijzigingsgebied

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening en met inachtneming van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht, de gronden van de bestemming 'Water' binnen de 'wro-zone wijzigingsgebied' te wijzigen in de bestemming 'Bedrijventerrein, 'Dienstverlening', 'Maatschappelijk', 'Sport', 'Horeca', 'Recreatie', 'Water' en 'Verkeer-Verblijfsgebied', met inachtneming van de voorwaarden genoemd onder 13.3.2.

13.3.2 Voorwaarden

Voor de wijzigingsbevoegdheid dienen de volgende voorwaarden in acht te worden genomen:

  • a. Ten aanzien van de bestemming 'Horeca' is horeca toegelaten in horeca-categorie 1a, 1b en 1c en in horeca-categorie 2, met dien verstande dat het bruto vloeroppervlak (bvo) per horeca-inrichting niet meer mag bedragen dan 300 m2 en voor het gehele gebied van de wro-zone wijzigingsgebied ten hoogste 1.200 m2 horeca is toegestaan;
  • b. Ten aanzien van de bestemming 'Dienstverlening' mag het bebouwd opppervlak per bedrijf niet meer bedragen dan 200 m2 en het totale bebouwd oppervlak van deze bestemming niet meer mag bedragen dan 4.000 m2;
  • c. Ten aanzien van de bestemmingen 'Maatschappelijk', 'Sport' en 'Recreatie' mag het totale oppervlak van deze bestemmingen niet meer bedragen dan 10.000 m2;
  • d. de bouwhoogte bedraagt maximaal 15 meter;
  • e. de parkeernormen in de Parkeernota Zaanstad 2009 dienen in acht te worden genomen.
13.4 Afwijken van de bouwregels
  • a. Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 13.1 onder k ten behoeve van het oprichten van een brug, mits bij de waterbeheerder terzake advies is gevraagd;
  • b. Bij de toepassing van de bevoegdheid genoemd in lid 13.4 onder a wordt getoetst of geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
    • 1. de bereikbaarheid per schip van de bedrijven in het plangebied;
    • 2. de verkeersveiligheid op het water.
  • c. Tevens zal bij de toepassing van de bevoegdheid genoemd in lid 13.4 onder a advies ingewonnen worden bij de waterbeheerder.