direct naar inhoud van Artikel 8 Woongebied - 2
Plan: Willem 't Hartplein
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0476.BP001P0002-0401

Artikel 8 Woongebied - 2

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Woongebied - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen in de vorm van appartementen, al dan niet in combinatie met een ruimte voor beroeps- en/of bedrijfsuitoefening aan huis;

met de daarbij behorende:

  • b. groenvoorzieningen;
  • c. verkeer- en verblijfsvoorzieningen;
  • d. openbare nutsvoorzieningen;
  • e. water;
  • f. tuinen, erven en terreinen;
  • g. bouwwerken.

Ten aanzien van beroeps- en/of bedrijfsuitoefening aan huis gelden de volgende regels:

Een woning en de daarbij behorende bijgebouwen op gronden als bedoeld lid 8.1 sub a mogen worden gebruikt voor beroeps- en/of bedrijfsuitoefening aan huis, mits:

  • 1. de gezamenlijke vloeroppervlakte niet meer bedraagt dan 30% van het bruto vloeroppervlakte van de betreffende woningen en de bijbehorende bijgebouwen met een maximum van 40 m²;
  • 2. het beroeps- en/of bedrijfsuitoefening aan huis betreft die:
    • a. niet vergunningplichtig is op grond van de Wet milieubeheer;
    • b. valt binnen de van deze regels deel uitmakende bijlage 1 ´Staat van Bedrijven´ milieucategorie 1, dan wel daarmee is gelijk te stellen voor wat betreft de milieugevolgen voor de omgeving;
    • c. het geen detailhandel of horeca betreft;
    • d. op de bij de betreffende woning behorende gronden geen buitenopslag van goederen ten behoeve van het aan huis gebonden beroep en/of bedrijf plaatsvindt;
    • e. in de omgeving van de betreffende woning geen onevenredige vergroting van de verkeers- en parkeerdruk optreedt;
    • f. de activiteit geen afbreuk doet aan het woonkarakter van de omgeving.
8.2 Bouwregels
  • a. Voor het bouwen van woningen gelden de volgende regels:
    • 1. woningen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
    • 2. het aantal woningen bedraagt niet meer dan het aangegeven aantal ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden';
    • 3. de bouwhoogte mag niet meer dan de aangegeven bouwhoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' bedragen.
  • b. Voor het bouwen van bijgebouwen bij woningen gelden de volgende regels:
    • 1. de goothoogte van bijgebouwen mag niet meer dan 3 m bedragen, dan wel de bestaande goothoogte indien deze meer is;
    • 2. de bouwhoogte van bijgebouwen mag niet meer dan 6 m bedragen, dan wel de bestaande bouwhoogte indien deze meer is, met dien verstande dat de bouwhoogte van bijgebouwen nooit hoger mag zijn dan de bouwhoogte van woningen.
  • c. Ten aanzien van oppervlaktenormen voor bijgebouwen gelden de volgende regels:
    • 1. de gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 50 m²;
    • 2. de gezamenlijke oppervlakte van een bijgebouw mag, met inachtneming van het bepaalde in lid 8.2 sub c onder 1, niet meer bedragen dan 50% van het erf aan de zij- en achterkant van de woning.
  • d. Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
    • 1. de bouwhoogte van erf- of terreinafscheidingen mag niet meer dan de toegestane bouwhoogte als bepaald in het Besluit omgevingsrecht (Bor) bedragen;
    • 2. de bouwhoogte van vlaggenmasten mag niet meer dan 6 m bedragen;
    • 3. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 5 m bedragen.
8.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van:

  • a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de sociale veiligheid;
  • d. de milieusituatie;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
8.4 Specifieke gebruiksregels
8.4.1 Strijdig gebruik van bestemming

Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:

  • a. het gebruiken of laten gebruiken van bijgebouwen voor bewoning;
  • b. het gebruiken of laten gebruiken van bijgebouwen als recreatief nachtverblijf;
  • c. het gebruiken of laten gebruiken van gronden en gebouwen ten behoeve van seksinrichtingen danwel ten behoeve van prostitutie.