Plan: | Oud Noord |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0473.BPStationsomgOudNo-VG01 |
Het bestemmingsplan Stationsomgeving/Oud Noord met identificatienummer NL.IMRO.0473.BPStationsomgOudNo-VG01 van de gemeente Zandvoort.
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
Een aan het hoofdgebouw gebouwde en daaraan ondergeschikte en afzonderlijke ruimte, waarmee het rechtstreeks in verbinding staat.
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
Een dienstverlenend beroep volgens de lijst van aan huis gebonden beroepen opgenomen in bijlage 2 van de planregels of vrij beroep, dat in of bij een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.
Een bedrijfsmatige activiteit volgens de lijst van aan huis gebonden bedrijven opgenomen in bijlage 2 van de planregels, die in of bij een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.
De denkbeeldige lijn die strak loopt langs de achtergevel van een hoofdgebouw tot aan de perceelsgrenzen.
Installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie.
Antennemast of andere constructie waaraan een antenne is bevestigd.
De aan het gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied mogelijk voorkomende overblijfselen uit de oude tijd.
Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouw zijnde.
Een aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van een bouwperceel aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd.
Een onderneming gericht op het produceren, bewerken, herstellen, installeren, inzamelen, verwerken, verhuren, opslaan en/of distribueren van goederen.
Een gebouw dat dient voor de uitoefening van één of meer bedrijfsactiviteiten.
Een woning die een functionele binding heeft met het bedrijf, de instelling of de inrichting, ten behoeven van beheer van en/of toezicht op het bedrijf, de instelling of de inrichting.
De grens van een bestemmingsvlak.
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
Bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
Al dan niet gebouwde voorzieningen van beperkte omvang, ondergeschikt aan en ten diensten van de bestemming, welke bijdragen aan een doelmatig gebruik van de gronden en/of gebouwen, met dien verstanden dat deze voorzieningen niet mogen leiden tot een substantiële wijziging en/of beperking van het gebruik van de gronden overeenkomstig de bestemming en voorts geen hinder voor de omgeving mogen veroorzaken.
Een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat in bouwkundig en functioneel opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw en dat niet rechtstreeks toegankelijk is vanuit het hoofdgebouw:
Plaatsen, geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen, veranderen of vergroten van een bouwwerk.
De grens van een bouwvlak.
De begane grond of een verdieping van een gebouw met uitsluiting van kelder, onderhuis, zolder of vliering. Voor zover over de eerste bouwlaag wordt gesproken in het kader van gebruik, wordt onder eerste bouwlaag tevens de kelder begrepen.
Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
De grens van een bouwperceel.
Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
Een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
De aan een bouwwerk of een gebied toegekende waarde gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis heeft gemaakt van dat bouwwerk of dat gebied.
Iedere bovenbeëindiging van een gebouw.
Een uitbouw in een hellend dakvlak, waarbij zowel aan de onderzijde als aan de bovenzijde een dakvlak aanwezig dient te zijn.
Het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ter verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit. Onder detailhandel wordt niet verstaan een vuurwerkbedrijf.
Het bedrijfsmatig verlenen van diensten op commerciële dan wel niet-commerciële basis, niet zijnde een seksinrichting.
De oppervlakte van het bouwperceel uitgezonderd de oppervlakte van het bouwvlak en uitgezonderd de tot 'Tuin' bestemde gronden.
Niet gemotoriseerde recreatieve activiteiten, zoals wandelen, fietsen, skaten, paardrijden, vissen, zwemmen en natuurobservatie.
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
Een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een geluidszone moet worden vastgesteld.
Ruimten in de open lucht, waaronder in ieder geval worden begrepen (bos)parken, plantsoenen, groenvoorzieningen en open speelplekken, met de daarbij behorende sloten, vijvers en daarmee gelijk te stellen wateren en ondergrondse infrastructurele voorzieningen.
Een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen, dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste gebouw valt aan te merken.
Een bedrijf of instelling waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt.
een aanloopgericht horecabedrijf dat is gericht op het verstrekken van dranken en etenswaren aan met name bezoekers van centrumvoorzieningen, zoals ijssalons, croissanterieën, lunchrooms en naar de aard daarmee gelijk te stellen horecabedrijven.
een restaurant en/of een café restaurant, zijnde een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse met als nevenactiviteit het verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken of een cafetaria en/of snackbar, zijnde een horecabedrijf waar de bedrijfsuitoefening hoofdzakelijk is gericht op het tegen vergoeding verstrekken van eenvoudige etenswaren en dranken, met een in het algemeen gespreide bezoekersfrequentie gedurende een groot deel van de dag en avond, waarbij de bedrijvigheid zich zowel in als om de lokaliteit voltrekt.
een café en/of bar, zijnde een horecabedrijf waar de bedrijfsuitoefening hoofdzakelijk is gericht op het tegen vergoeding verstrekken van dranken, met een in het algemeen hoge bezoekersfrequentie gedurende de avond, waarbij de bedrijvigheid zich voornamelijk binnen de lokaliteit voltrekt.
een bar/dancing, zijnde een bar waar tevens gelegenheid wordt geboden tot dansen, en naar de aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen horecabedrijven, zoals discotheken en nachtclubs.
een hotel, zijnde een bedrijf of instelling waar iemand tegen betaling voornamelijk toeristisch kan overnachten voor een kortdurend verblijf en waar (eventueel) bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en waarbij de gast voor overige voorzieningen volledig wordt verzorgd.
De lengte van een gebouw, gemeten loodrecht van af de naar de weg gekeerde gevel.
Een bedrijf met een commercieel oogmerk waar gasten tegen betaling toeristisch en/of zakelijk kunnen overnachten voor een kortdurend verblijf en waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en waarbij de gast voor overige voorzieningen volledig wordt verzorgd.
Persoon of groep personen die een huishouding voert, waarbij sprake is van onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling ervan.
Een gebouw, dat dient voor de uitoefening van administratieve werkzaamheden en werkzaamheden die verband houden met het doen functioneren van (semi-)overheidsinstellingen, het bankwezen en naar de aard daarmee gelijk te stellen instellingen en waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen.
Een dak bestaande uit twee of meer hellende dakvlakken.
Werken van beeldende kunst.
Het al dan niet jaarrond gedurende een korte periode per jaar aanbieden of verstrekken van nachtverblijf aan ten hoogste vier personen per nacht voor toeristische doeleinden.
Een uitstekend afdak aan een gebouw.
Educatieve, (sociaal)-medische, (sociaal)-culturele, levensbeschouwelijke, sport- en recreatieve voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen.
Een milieucategorie zoals is aangegeven in de 'Staat van toegelaten bedrijfsactiviteiten' (bijlage 1 van de regels).
Voor verblijf geschikte, al dan niet aan hun bestemming onttrokken of in het ongerede geraakte voer- en vaartuigen, woonschepen of arken, caravans, tentwagens en kampeerauto's voor zover deze niet als bouwwerken zijn aan te maken, als ook tenten.
Weg als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994, alsmede pleinen, parken, plantsoenen, openbaar water en ander openbaar gebied dat voor publiek algemeen toegankelijk is, met uitzondering van wegen uitsluitend bedoeld voor de ontsluiting van percelen door langzaam verkeer.
Een woning waarvan meer dan 4 bedden gebruikt worden voor de verhuur voor kortdurend (zakelijk) toeristisch nachtverblijf per nacht met daarbij behorende verstrekking van maaltijden en/of dranken voor consumptie ter plaatse.
Een vrijstaand bijgebouw (behorend bij het hoofdgebouw dat bestemd is voor wonen) dat gebruikt wordt voor recreatief verblijf en dat gedurende het gehele jaar door door wisselende personen wordt gebruikt.
Een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken.
Een inrichting, bij welke ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde, een richtwaarde voor het risico c.q. een risico-afstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten.
Een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotische of pornografische aard plaatsvinden; onder een seksinrichting wordt in elk geval verstaan: een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen erotische-massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekswinkel, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.
Bouwwerk geen gebouw zijnde of een werk voor uitsluitend het houden van vissen en/of waterplanten.
Een gedeelte van een terrein bestemd voor de plaatsing van een verkooppunt van drank en of (etens)waren, dat verrijdbaar is of geplaatst is op wielen.
Een ondergeschikte uitbreiding van het hoofdgebouw ten behoeve van de uitbreiding van de hoofdfunctie, zonder dat daarbij een afzonderlijke ruimte aan het hoofdgebouw wordt toegevoegd.
De diepte van een gebouw, gemeten vanaf het peil.
De denkbeeldige lijn die strak loopt langs de voorgevel van een hoofdgebouw tot aan de perceelsgrenzen; op een hoekperceel wordt de zijgevellijn, die naar de weg of het openbaar groen is gekeerd, ook beschouwd als voorgevelrooilijn.
De bij een bestemmingsplan in acht te nemen maximale waarde voor de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten, zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid uit de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder.
Een bedrijf dat is gericht op de vervaardiging of assemblage van vuurwerk of de (detail)handel in vuurwerk c.q. de opslag van vuurwerk en of de daarvoor benodigde stoffen.
Een dijk, duin of werk of aaneenschakeling hiervan, welke over een bepaalde lengte de functie heeft water te keren.
Een gebouw, dat een ruimte omvat, welke door zijn indeling kennelijk bedoeld is te worden gebruikt voor de detailhandel.
Een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijke huishouding.
Voor bewoning bestemd (hoofd)gebouw dat is geplaatst op een woonwagenstandplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst.
Een bouwperceel, bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, andere instellingen of van gemeente kunnen worden aangesloten.
Gedeelte van het erf dat aan de zijkant van het gebouw gelegen is.
Een in de open lucht gesitueerd bouwwerk, geen gebouw zijnde, ten behoeve van het niet bedrijfsmatig zwemmen en niet bedrijfsmatig recreëren, mits ondergeschikt aan de woonfunctie.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
De afstand van een gebouw of ander bouwwerk, geen gebouw zijnde, tot een perceel- of bestemmingsgrens wordt gemeten tussen die grens en enig punt van dat bouwwerk, waar die afstand het kortst is.
De som van het oppervlak van alle bouwwerken binnen een bouwperceel, een bouwvlak of een ander terrein.
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, ventilatiekanalen, lichtkoepels en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
Langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel, met dien verstande:
Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
Tussen de verticale projecties van de buitenzijden van de gevels c.q. de lijnen door het hart van de gemeenschappelijke scheidsmuren.
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
De regels omtrent plaatsing, afstanden en maten zijn niet van toepassing op het in horizontale zin uitsteken van bouwdelen als goot- en kroonlijsten, gevellijsten, dakoverstekken, kozijnen en afvoerpijpen tot een maximale diepte van 0,3 meter.
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
Binnen de bestemming 'Bedrijf' gelden de volgende algemene regels:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijgebouwen en aan- en uitbouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, gelden de volgende regels:
Voor bouwwerken die niet voldoen aan de in voorgaande leden opgenomen bouwregels, maar die wel legaal tot stand zijn gekomen, geldt - in afwijking van het bepaalde in voorgaande bouwregels - dat de legaal tot stand gekomen maten en afmetingen als maxima gelden.
Voor wat betreft het parkeren dient voldaan te worden aan het bepaalde in artikel 29.1
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van lid 3.1:
De voor 'Bedrijf - Brandweerkazerne' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
Binnen de bestemming 'Bedrijf - Brandweerkazerne' gelden de volgende algemene regels:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
De voor 'Centrum - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijgebouwen en aan- en uitbouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw en geen overkapping zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunnning afwijken van het bepaalde in 5.2.1 onder d en een dakhelling van ten hoogste 60o toestaan, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
De in lid 5.1 onder d bedoelde gronden mogen gebruikt worden voor aan-huis-verbonden-beroepen, onder de voorwaarden dat:
De in lid 5.1 onder d bedoelde gronden mogen gebruikt worden voor logiesverstrekking, onder de voorwaarden dat:
Ondergeschikte horeca bij detailhandel en dienstverlening, zoals bedoeld in lid 5.1 onder h, is toegestaan onder de volgende voorwaarden:
Voor wat betreft het parkeren dient voldaan te worden aan het bepaalde in artikel 29.1.
Het oppervlak van een siervijver bedraagt ten hoogste 20% van het erf.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.1 ten behoeve van een aan-huis-verbonden bedrijf, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen afbreuk wordt gedaan aan het bebouwingsbeeld, de sociale veiligheid, de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden bij een omgevingsvergunning afwijken van:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.1 ten behoeve van wonen op de begane grond, met dien verstande dat:
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Voor bouwwerken die niet voldoen aan de in voorgaande leden opgenomen bouwregels , maar die wel legaal tot stand zijn gekomen, geldt - in afwijking van het bepaalde in voorgaande bouwregels - dat de legaal tot stand gekomen maten en afmetingen als maxima gelden.
Voor wat betreft het parkeren dient voldaan te worden aan het bepaalde in artikel 29.1.
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende regels:
Voor bouwwerken die niet voldoen aan de in voorgaande leden opgenomen bouwregels , maar die wel legaal tot stand zijn gekomen, geldt - in afwijking van het bepaalde in voorgaande bouwregels - dat de legaal tot stand gekomen maten en afmetingen als maxima gelden.
Voor wat betreft het parkeren dient voldaan te worden aan het bepaalde in artikel 29.1.
De voor 'Maatschappelijk - Begraafplaats' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende regels:
Voor bouwwerken die niet voldoen aan de in voorgaande leden opgenomen bouwregels , maar die wel legaal tot stand zijn gekomen, geldt - in afwijking van het bepaalde in voorgaande bouwregels - dat de legaal tot stand gekomen maten en afmetingen als maxima gelden.
De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede
Binnen de bestemming 'Sport' gelden de volgende algemene regels:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Voor wat betreft het parkeren dient voldaan te worden aan het bepaalde in artikel 29.1.
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende regels:
Voor bouwwerken die niet voldoen aan de in voorgaande leden opgenomen bouwregels, maar die wel legaal tot stand zijn gekomen, geldt - in afwijking van het bepaalde in voorgaande bouwregels - dat de legaal tot stand gekomen maten en afmetingen als maxima gelden.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 12.2 voor het toestaan van grotere erkers, serres en/of veranda's met de mogelijkheid van het realiseren van een balkon op het dak, indien:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 12.2 voor het toestaan van reclameuitingen, luifels, wind- en zonneschermen.
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 12.4 voor onoverdekt parkeren voor de voorgevelrooilijn, onder de voorwaarden dat:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 12.1 om nieuwe terassen ten behoeve van pensions toe te staan, mits dit geen onevenredige afbreuk doet aan:
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Voor bouwwerken die niet voldoen aan de in voorgaande leden opgenomen bouwregels, maar die wel legaal tot stand zijn gekomen, geldt - in afwijking van het bepaalde in voorgaande bouwregels - dat de legaal tot stand gekomen maten en afmetingen als maxima gelden.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan bebouwing in de openbare ruimte om hinder in de vorm van bereikbaarheid en onevenredige visuele hinder te voorkomen.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 13.2 voor het toestaan van markiezen, erkers en/of balkons, etc ten behoeve van de aangrenzende bestemming indien:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 13.2 voor het toestaan van reclameuitingen, luifels en zonneschermen.
De gronden binnen deze bestemming mogen worden gebruikt voor:
De voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
In afwijking van dan wel in aanvulling op de bouwregels geldt ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' dat de bestaande situering, maatvoering, kaprichting van het hoofdgebouw als maximale maatvoering geldt.
Burgemeester en Wethouders kunnen het plan overeenkomstig artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening wijzigen, in die zin dat de functieaanduidingen 'atelier' en 'specifieke vorm van dienstverlening - kapper' worden verwijderd, mits de betreffende functie ter plaatse is beëindigd.
De voor ‘Water’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
De voor 'Wonen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen (woningen) gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijgebouwen en aan- en uitbouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, gelden de volgende regels:
Voor bouwwerken die niet voldoen aan de in voorgaande leden opgenomen bouwregels, maar die wel legaal tot stand zijn gekomen, geldt - in afwijking van het bepaalde in voorgaande bouwregels - dat de legaal tot stand gekomen maten en afmetingen als maxima gelden.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering van erfbebouwing om te voorkomen dat storende invloed wordt uitgeoefend op het bebouwingsbeeld dat waarneembaar is vanaf de openbare verkeers- en verblijfsruimte en openbaar groen. Hiertoe worden twee bebouwingstypen onderscheiden; hoofdgebouwen waarbij geen enkele zijerfgrens aan openbaar gebied grenst en hoofdgebouwen waarbij een zijerfgrens aan openbaar gebied grenst.
Burgemeester en wethouder kunnen afwijken van het bepaalde in lid 16.2.1 onder g om een dakhelling van ten hoogste 60° toe te staan, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
Burgemeester en wethouder kunnen afwijken van het bepaalde in lid 16.2.1 onder e en f om een andere kapvorm toe te staan, onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 16.2.1 onder e en f ter plaatse van de aanduiding 'twee-aaneen' en 'aaneengebouwd' voor het toestaan van een derde bouwlaag in de vorm van een opbouw, met uitzondering van de woningen aan de Petrus de Blockstraat 1 t/m 19 (oneven) en de A.J. van der Moolenstraat 59, onder de voorwaarden dat:
Het is toegestaan in woningen een aan-huis-verbonden beroep uit te oefenen, waarbij de volgende voorwaarden gelden:
Het is toegestaan een gedeelte van een woning in te richten en te gebruiken ten behoeve van logiesverstrekking. Hieraan zijn de volgende voorwaarden verbonden:
Voor wat betreft het parkeren dient voldaan te worden aan het bepaalde in artikel 29.1.
Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in lid 16.5.3 onder a om een hoofdgebouw geschikt te maken voor dubbele bewoning / voor bewoning door meer dan één huishouden, één en ander met dien verstande dat:
Burgemeester en Wethouders kunnen het plan overeenkomstig artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening wijzigen, in die zin dat de voorkomende functieaanduidingen worden verwijderd, mits de betreffende functie ter plaatse is beëindigd.
De voor 'Wonen - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen (woningen) gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijgebouwen en aan- en uitbouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen en overkappingen zijnde gelden de volgende regels:
Voor bouwwerken die niet voldoen aan de in voorgaande leden opgenomen bouwregels , maar die wel legaal tot stand zijn gekomen, geldt - in afwijking van het bepaalde in voorgaande bouwregels - dat de legaal tot stand gekomen maten en afmetingen als maxima gelden.
Bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in lid 17.2.1 onder d om een dakhelling van ten hoogste 60° toe te staan, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
Het is toegestaan in woningen een aan-huis-verbonden beroep uit te oefenen, waarbij de volgende voorwaarden gelden:
Het is toegestaan een gedeelte van een woning in te richten en te gebruiken ten behoeve van logiesverstrekking. Hieraan zijn de volgende voorwaarden verbonden:
Voor wat betreft het parkeren dient voldaan te worden aan het bepaalde in artikel 29.1.
De voor 'Wonen - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen (woningen) gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijgebouwen en aan- en uitbouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen en overkappingen zijnde gelden de volgende regels:
Voor bouwwerken die niet voldoen aan de in voorgaande leden opgenomen bouwregels , maar die wel legaal tot stand zijn gekomen, geldt - in afwijking van het bepaalde in voorgaande bouwregels - dat de legaal tot stand gekomen maten en afmetingen als maxima gelden.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering van erfbebouwing om te voorkomen dat storende invloed wordt uitgeoefend op het bebouwingsbeeld dat waarneembaar is vanaf de openbare verkeers- en verblijfsruimte en openbaar groen. Hiertoe worden twee bebouwingstypen onderscheiden; hoofdgebouwen waarbij geen enkele zijerfgrens aan openbaar gebied grenst en hoofdgebouwen waarbij een zijerfgrens aan openbaar gebied grenst.
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in lid 18.2.1 onder c om een dakhelling van ten hoogste 60° toe te staan, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
Burgemeester en wethouder kunnen afwijken van het bepaalde in lid 18.2.1 onder b om een andere
kapvorm toe te staan, onder de voorwaarden dat:
Het is toegestaan in woningen een aan-huis-verbonden beroep uit te oefenen, waarbij de volgende voorwaarden gelden:
Het is toegestaan een gedeelte van een woning in te richten en te gebruiken ten behoeve van logiesverstrekking. Hieraan zijn de volgende voorwaarden verbonden:
Voor wat betreft het parkeren dient voldaan te worden aan het bepaalde in artikel 29.1.
De voor 'Wonen - Woonwagenstandplaats' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
Het is toegestaan in woonwagens een aan-huis-verbonden beroep uit te oefenen, waarbij de volgende
voorwaarden gelden:
De voor 'Leiding-Riool' aangewezen gronden zijn behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen mede bestemd voor een rioolleiding met aan weerszijden een zakelijk rechtstrook van 5 m.
De regels van deze dubbelbestemming gelden primair ten opzichte van de regels van iedere andere bestemming, waarmee deze dubbelbestemming samenvalt.
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van lid 20.1 onder b, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het belang van de leiding(en) door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad.
Het opslaan van goederen, met uitzondering van het opslaan van goederen ten behoeve van inspectie en onderhoud van de rioolleiding, is niet toegestaan, tenzij hiervoor toestemming is gegeven door de leidingbeheerder.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Leiding - Riool zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 20.6.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 20.6.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien het leidingbelang daardoor niet onevenredig wordt geschaad.
De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de archeologische waarden in het gebied.
Voor het bouwen van bouwwerken geldt de volgende regel:
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning), de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Het bepaalde in lid 21.3.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden, die:
De in lid 21.3.1 bedoelde vergunning wordt uitsluitend verleend, indien:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Met betrekking tot bestaande maten geldt het volgende:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd in geval het parkeren wordt opgenomen in de hoofdbebouwing, met het oog op het straat- en bebouwingsbeeld, nadere eisen te stellen aan de vormgeving van de wijze waarop inpandig parkeren in hoofdgebouwen geschiedt.
Burgemeester en wethouders zijn met het oog op de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden, een goede milieusituatie, het woongenot en de verkeersveiligheid bevoegd nadere eisen te stellen met betrekking tot:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van:
Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in artikel 5.1, 16.1, 17.1, 18.1, 19.1 ten behoeve van een aan-huis-verbonden bedrijf, met dien verstande dat:
Burgemeester en Wethouders kunnen ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 1' het plan overeenkomstig artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening wijzigen in de bestemmingen Tuin, Verkeer en Wonen - 1, met dien verstande dat:
Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - circuit' zijn geen nieuwe geluidsgevoelige objecten toegestaan, tenzij de geluidsbelasting vanwege het industrieterrein van het circuit van Zandvoort op de gevels van het betreffende gebouw niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een verkregen hogere grenswaarde.
Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de sociale veiligheid, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, bij een omgevingsvergunning afwijken van:
Burgemeester en wethouders zijn, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd het plan te wijzigen, indien de wijziging betrekking heeft op een enigszins andere situering en/of begrenzing van bouwpercelen, dan wel bestemmingsgrenzen, bouwgrenzen en bouwvlakken en/of aanduidingen, indien bij de uitvoering van het plan mocht blijken dat verschuivingen nodig zijn ter uitvoering van een bouwplan, op voorwaarde, dat de oppervlakte van het betreffende bouwperceel, bestemmingsvlak dan wel bouwvlak met niet meer dan 10% zal worden gewijzigd.
Op de voorbereiding van een omgevingsvergunning voor afwijken is de procedure als bedoeld in paragraaf 3.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van toepassing.
Op de voorbereiding van een besluit tot wijziging is de procedure als bedoeld in artikel 3.9a van de Wet ruimtelijke ordening van toepassing.
Op de voorbereiding van een besluit tot het stellen van een nadere eisen is de volgende procedure van toepassing.
Voldoende parkeergelegenheid
Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:
Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:
Deze regels worden aangehaald als: 'Regels van het bestemmingsplan Stationsomgeving/Oud Noord'.