direct naar inhoud van Artikel 4 Agrarisch met waarden
Plan: Buitengebied 2009
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0463.BPLG2009-va01

Artikel 4 Agrarisch met waarden

4.1 Bestemmingsomschrijving
4.1.1

De voor Agrarisch met waarden aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. behoud en herstel van het polderlandschap;
  • b. dagrecreatie;
  • c. verkeer, uitsluitend voorzover het bestaande wegen betreft;
  • d. waterlopen;
  • e. bosbouw in de vorm van kleinschalige boscomplexen en houtsingels;
4.1.2

Ter plaatse van de aanduiding 'zorgboerderij' zijn de in lid 4.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor maatschappelijke voorzieningen in de vorm van een zorgboerderij met ten hoogste twee bedrijfswoningen en hieraan ondergeschikt:

  • a. extensieve veehouderij;
  • b. een kaas- en kwarkmakerij;
  • c. een ondersteunende winkel;

met de daarbij behorende voorzieningen, zoals:

  • d. tuinen en erven;
  • e. speelvoorzieningen;
  • f. groenvoorzieningen;
  • g. waterlopen;
  • h. opslag van materiaal ten behoeve van de onderhoudswerkzaamheden.
4.2 Bouwregels
4.2.1

Ten aanzien van de in lid 4.1.1 bedoelde gronden gelden de volgende bouwregels:

  • a. ten behoeve van dagrecreatie mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, waarbij:
    • 1. de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 3 m;
    • 2. de oppervlakte niet meer mag bedragen dan 50 m2 per bouwwerk;
    • 3. de gezamenlijke oppervlakte per bestemmingsvlak niet meer mag bedragen dan 250 m2.
4.2.2

Ten aanzien van de in lid 4.1.2 bedoelde gronden gelden de volgende bouwregels:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte aan gebouwen mag niet meer bedragen dan 2.800 m2;
  • c. de gezamenlijke oppervlakte van de bedrijfswoningen mag niet meer bedragen dan 200 m2;
  • d. de goothoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan 4 m;
  • e. de bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan 13 m;
  • f. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan:
    • 1. 5 m voor speelvoorzieningen;
    • 2. 7 m voor palen en vlaggenmasten;
    • 3. 2 m voor de overige, voorzover gelegen achter de voorgevellijn;
    • 4. het aantal vlaggenmasten mag niet meer bedragen dan 3.
4.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan:

  • a. de goothoogte, bouwhoogte, dakhelling en nokrichting van de gebouwen als bedoeld in lid 4.2.2;
  • b. de plaats van de gebouwen binnen het bouwvlak;
  • c. de landschappelijke inpassing van gebouwen en bouwwerken.
4.4 Specifieke gebruiksregels
4.4.1

De oppervlakte van de in lid 4.1.2 onder b bedoelde kaas- en kwarkmakerij mag niet meer bedragen dan 80 m2.

4.4.2

De oppervlakte van de in lid 4.1.2 onder c bedoelde winkel mag niet meer bedragen dan 80 m2.

4.4.3

Onverminderd het bepaalde in lid 4.1.2 is uitsluitend de verkoop van ter plaatse vervaardigde producten, lokaal vervaardigde agrarische producten en opslag behorende bij de zorgboerderij toegestaan.

4.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
4.5.1

Het is verboden ter plaatse van de gronden als bedoeld in lid 4.1.1 de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren, te doen uitvoeren of te laten uitvoeren zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders:

  • a. het graven, dempen en vergroten van sloten en andere watergangen;
  • b. het vergroten of verkleinen van het doorstromingsprofiel;
  • c. het aanbrengen of verwijderen van dammen, stuwen en naar de aard hiermee vergelijkbare kunstwerken;
  • d. het wijzigen van het greppelsysteem;
  • e. het vellen of rooien van houtopstanden of het verrichten van werkzaamheden welke de dood of ernstige beschadiging van de houtopstanden tot gevolg kunnen hebben;
  • f. de aanleg van verharde wandel-, fiets- en kavelpaden.
4.5.2

Het bepaalde in lid 4.5.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:

  • a. normale onderhoudswerkzaamheden inhouden;
  • b. uit oogpunt van de te beschermen belangen van ondergeschikte betekenis zijn.
4.5.3

Een vergunning als bedoeld in lid 4.5.1 onder a tot en met f wordt uitsluitend verleend indien door de uit te voeren werkzaamheden geen onevenredige schade wordt of kan worden toegebracht aan de landschappelijke of cultuurhistorische waarde dan wel de waterstaatkundige belangen van de gronden.

4.5.4

Burgemeester en wethouders winnen ten behoeve van de beoordeling van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in lid 4.5.1 onder a tot en met d advies in bij de waterbeheerder.

4.6 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming te wijzigen in de bestemming Natuur, met dien verstande dat de gebieden een corridorfunctie vervullen tussen het Robbenoordbos en het Sluitgatbos, teneinde deze gebieden aan elkaar te laten groeien.