direct naar inhoud van 3.2 Huidige stedenbouwkundige en functionele structuur
Plan: Stedelijk Gebied
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0457.BP0100SG-oh01

3.2 Huidige stedenbouwkundige en functionele structuur

Op basis van de 'Welstandsnota' (2010) en inventarisatie van het plangebied is een beschrijving gegeven van de huidige stedenbouwkundige en functionele structuur. Hierbij is de indeling van de Welstandsnota als uitgangspunt genomen. Deze verdeling bestaat uit de onderstaande deelgebieden. Naast onderstaande deelgebieden komen ook nog verspreid liggende woonbuurten voor.

afbeelding "i_NL.IMRO.0457.BP0100SG-oh01_0008.jpg"

Figuur 3.2 deelgebieden

1. binnenstad   4. Aetsveld  
2. Weesp Noord   5. Leeuwenveld  
3. Weesp Zuid    

3.2.1 Binnenstad

Tot de binnenstad van Weesp wordt het gebied gerekend, dat oorspronkelijk gelegen was binnen de stadsgrenzen tot medio 19e eeuw. De binnenstad van Weesp is op 21 juni 1982 aangewezen als 'beschermd stadsgezicht'. Tot het gebied van de Binnenstad, maar niet tot het beschermde gezicht, behoren globaal het gebied vanaf de erven van de gebouwen aan de Herengracht tot aan de Herensingel en het gebied vanaf de erven van de gebouwen aan de Achtergracht tot aan de Singel. Niet behorend bij de Binnenstad, maar wel behorend bij de beschermde gezicht zijn de 'vuurlinie-woningen' aan het Molenpad en de Utrechtseweg.

De in de 17e eeuw gerealiseerde 'schansen' (vier van de acht) zijn nog steeds feitelijk aanwezig aan de zuid- en oostkant; m.b.t. de west- en noordgrens zijn de aanzetten (nooit voltooid) qua contour nog herkenbaar: respectievelijk Hugo de Grootlaan-Singel en Papelaan-Herensingel-Stationsweg.

Stedenbouwkundige structuur

De stedenbouwkundige structuur van de Binnenstad is vooral bepaald door de historische ontwikkeling van de nederzetting: aanvankelijk ontstaan op de kruising van de Vecht en Smal Weesp en in langsrichting ontwikkeld parallel aan de Vecht (1350 -1550), in 2 fasen 'uitgelegd' in westelijke richting (1550-1650) en tenslotte omsloten volgens het gedeeltelijk gerealiseerde fortificatieplan uit de 17e eeuw. De oorspronkelijke stedelijke structuur is vrijwel geheel in tact gebleven. Lange lijnen parallel aan de Vecht zijn dominant in de structuur: dit betreft de hoofdstraten Hoogstraat, Middenstraat, Nieuwstraat, Oude Gracht/Nieuwstad, Achtergracht en Singel. Twee assen daar dwars op zijn ook meer prominent (Groeneweg en Herengracht) en hebben een doorgaande verbinding. De overige straten zijn formele en informele kortsluitingen in de vorm van straten en stegen tussen de hoofdstraten. Ten noorden van de Herengracht is sprake van een meer gelijkwaardig stelsel van woonstraten rond min of meer gesloten woonblokken.

Opvallende - min of meer als afzonderlijk te beschouwen - buurtjes aan de oostzijde van het binnenstadsgebied zijn de Roskamstraat en het zogenaamde 'Rode dorp'.

De Roskamstraat is een doodlopende insteek met aan beide zijden een straatwand met karakteristieke oude, statige woonhuizen, overwegend uit de 19e eeuw (binnen het beschermde stadsgezicht). Het betreft zowel individuele als korte reeksen met een wisselende voorgevelrooilijn en met voortuinen en soms zonder.

Het 'Rode dorp' is een samenhangend buurtje met kleinschalige eengezinsrijenhuizen aan de Singel, Talmastraat en Dr. Schaepmanstraat (grotendeels buiten het beschermde gezicht). Het kernwinkelapparaat bevindt zich in hoofdzaak op de assen Nieuwstraat - Slijkstraat - Nieuwstad. Centraal in het gebied is aan de Nieuwstraat het historische kerkgebouw (vanaf 14e eeuw) van de NH-gemeente prominent aanwezig, alsmede - even verderop - het monumentale raadhuis (1772-1776). Voor het overige zijn o.a. als bijzondere gebouwen nog te noemen de markante RK-kerk aan de Herengracht, de Evangelisch Lutherse kerk en de kerk van de Evangelische Gemeente aan Nieuwstad, de kerk van de Nederlandse Protestantse Bond aan de Oude Gracht, het politiebureau, het post-kantoor, de bibliotheek, het schoolgebouw van de St. Jozefschool aan de Blomstraat en het gebouw van het sociaal-culturele centrum "City of Wesopa".

Bebouwingskarakteristiek

De bebouwing kenmerkt zich door kleinschaligheid van individuele panden in aaneengesloten straatwanden, waarin de rijksmonumenten de 'dragers' zijn van het monumentale en beschermde stadsgezicht. Kenmerkend zijn de relatief geringe verschillen in omvang van de panden en het traditionele materiaalgebruik: metselwerk in baksteen voor de gevels en keramische pannen op de daken. Grote bloeiperioden zijn aan Weesp voorbijgegaan: de bebouwing heeft een overwegend sobere verschijningsvorm; de materialisatie, detaillering en ornamentiek van de historische panden heeft over het algemeen een bescheiden karakter.

Binnen het stadsweefsel zijn op verschillende plekken nieuwbouwplannen gerealiseerd, zowel individueel als in kleinere reeksen. Over het algemeen kan vastgesteld worden, dat deze vervangende nieuwbouw een meer eigentijdse - soms zeer gedateerde - uitstraling heeft gekregen, maar dat de schaal, gevelopbouw en materialisatie goed aansluiten op die van de historische binnenstad. Een geheel eigen positie en vormgeving hebben de panden aan de Roskamstraat: in 2 bouwlagen, een sprekende gootlijst en een kap; de gevels in bruine baksteen met regelmatige reeksen gelijke ramen, een grijs-gesmoorde keramische pan op de daken en 'klassieke' dakkapellen. Ook deze unieke samenhang is zeer behoudenswaardig verdient dan ook zijn plaats binnen het beschermde stadsgezicht.

Tenslotte valt het 'Rode dorp' op als een vroege 20e eeuwse verkaveling met kleinschalige, ambachtelijk gedetailleerde rijenwoningen. De panden zijn opgebouwd in één bouwlaag en een mansardekap, waarbinnen een vrijwel volledige 2e verdieping. De langskap van de mansarde wordt afgewisseld met dito topgevels. De gevels zijn met een rode baksteen opgetrokken, op de daken ligt een rode keramische pan. De bouwstijl verwijst enigszins naar de 'Amsterdamse School'.

Historisch stedenbouwkundige kenmerken

In Bijlage 2 van de toelichting is de beschrijving van het beschermd stadsgezicht opgenomen met onder meer een typering van de te beschermen waarden. Hierin treden per stadsdeel verschillen op, maar niettemin kunnen de navolgende algemeen historisch- stedenbouwkundige kenmerken worden geformuleerd.

gevelwanden:

  • aaneengesloten bouwwijze van veelal afzonderlijke bouwmassa's;
  • voorgevel staat doorgaans in voorgevelrooilijn.

parcellering:

  • kavelbreedte varieert in verband met de aaneengebouwde qua verschijningsvorm afzonderlijke bouwmassa's;
  • over het algemeen varieert de kavelbreedte van 5 tot 7,5 meter met uitschieters naar boven en beneden.

geleding:

  • eenheid in gevelopbouw en materiaaltoepassing;
  • ramen zijn zelden breder dan 1,5 meter;
  • raamhoogte is veelal groter dan de breedte;
  • penaten niet breder dan een meter.

bekapping:

  • vrijwel alle panden zijn voorzien van kappen met hellingen tussen de 45 en 60 graden;
  • in samenhang met de smalle parcellering is de nok veelal loodrecht op de voorgevel gericht.

hoogtedifferentiatie:

  • (veelal geringe) verschillen in goothoogten van aan elkaar grenzende panden.

materiaal en kleurstelling:

  • gevels: veel rode baksteen in kleine formaten;
  • kappen: rode gebakken of blauwe gesmoorde dakpannen.

Functionele structuur

Functioneel gezien bestaat de binnenstad uit een centrum-, gemengd- en woongebied. Het centrumgebied is hoofdzakelijk gelegen aan de Nieuwstraat, Slijkstraat en Nieuwstad. Binnen het centrumgebied is de hoofdfunctie detailhandel. Tevens zijn er horeca- en kantoorvestigingen binnen het centrumgebied. Deze centrumfuncties zijn gevestigd in de plint van de bebouwing. Op de 1ste en volgende verdiepingen wordt hoofdzakelijk gewoond.

De horecafunctie is zowel binnen als buiten het winkelgebied ruim vertegenwoordigd. Als hoofd-groenstructuur is aan te merken de hoofdzakelijk groen ingerichte bastions (en derhalve vanwege de oorspronkelijke functie gecombineerd met omvangrijk water). De hoofd-waterstructuur wordt gevormd door de Vecht en Smal Weesp, alsmede de centrale gracht Oude Gracht/Nieuwstad en het complementaire water bij de bastions. Tenslotte is als opvallende deelstructuur nog te noemen het verdedigingswerk annex waterpartij - 'torenfort' - aan de Ossenmarkt. In de binnenstad zijn tevens een aantal prominente maatschappelijk functies aanwezig die het ruimtelijk beeld bepalen. Het gaat hierbij om de Nederlands Hervormde kerk (vanaf 14de eeuw) en het raadhuis (1772-1776). Daarnaast zijn er verspreid over het gebied nog een aantal kerken gesitueerd.

De hoofdgroenstructuur is hoofdzakelijk binnen de bastions gesitueerd en de waterstructuur wordt gevormd door de Vecht, Smal Weesp, centrale Oudegracht/Nieuwstad en het water bij de bastions.

De ontsluiting van het gebied geschiedt via de Groeneweg en Herengracht. Parkeren vindt plaats langs de straat en op verschillende kleinschalige parkeerterreinen aan de rand van de binnenstad. Ook bij de supermarkt aan de Achtergracht is een parkeerterrein gesitueerd.

3.2.2 Weesp Noord

Binnen Weesp Noord zijn de volgende deelgebieden onderscheiden:

- Hogewey;   - Schildersbuurt;  
- Dichtersbuurt;   - Stationsplein e.o.;  

Hogewey

Hiertoe wordt gerekend het gebied tussen de Hogeweyselaan en de Papelaan zowel ten noorden als ten zuiden van de Amstellandlaan.

Stedenbouwkundige structuur

Deze woonwijk kenmerkt zich vooral door de lange lijnen in de vorm van wijk- en buurt-ontsluitingsstraten en de dominant aanwezige gestapelde bouw; binnen het gebied completeren de kortere woonstraatjes binnen de seriematig gebouwde buurtjes - met overwegend eengezinswoningen - het stratenpatroon.

Bebouwingskarakteristiek

Het bebouwingsbeeld van deze wijk is zeer gevarieerd. Het meest opvallend - en bepalend in het silhouet van Weesp - zijn uiteraard de flatgebouwen. Langs de Hogeweyselaan komen ze van noord tot zuid voor in blokken van 8 en 6 verdiepingen op een onderbouw en plat afgedekt; dwars daarop staan blokken van 4 verdiepingen op een onderbouw.

In feite wordt de verschijningsvorm van de flats gevormd door een monotone assemblage van gelijke elementen met sterke horizontale lijnen (galerijen). De uitvoering is zowel in baksteen (geel/lichtbruin) als in stucwerk, wit-crème boven een donkerder plint.

Een 3-tal eveneens forse flatgebouwen (8 verdiepingen op onderbouw) zijn gegroepeerd rond de gedeeltelijk gerealiseerde nieuwbouw van het wooncomplex rond de voormalige villa 'Casparus', alwaar ook het bescheiden winkelcentrum 'Hogewey' (vrijwel geheel in 1 bouwlaag) is gelegen. Verder komt de gestapelde woonvorm nog voor in de vorm van galerijflats in 4 bouwlagen nabij het winkelcentrum en een recentelijk gerealiseerd flatgebouwen in 3 lagen aan de Waarschapsstraat (alles plat afgedekt).

Eengezinswoningen komen voor in veel vormen en zowel van oudere datum (overwegend) als van meer recente datum. Opvallend zijn de grotere seriematig ontwikkelde woonbuurten tussen Waarschapsstraat en Lageweyselaan en ter weerszijden van de Kostverlorenstraat tot aan de Papelaan, én tussen Waarschapsstraat en Gemeenschapspolderweg. Hier betreft het uiterst sober vormgegeven, kleine woningen in 2 bouwlagen, plat afgedekt en gevels van metselwerk in enkele 'vlakke' kleuren.

Aan de Kastanjelaan zijn aan de ene zijde duplex-woningen in 2 bouwlagen en een langskap aanwezig (met karakteristieke portiekpartijen) en een dito blokje plat afgedekt, terwijl aan de andere zijde zich eengezinsrijenhuizen bevinden in 2 bouwlagen met een langskap.

Ook ten zuiden van de Amstellandlaan is het bebouwingsbeeld divers: flats en eengezinswoningen, zowel in rijtjes in halfgesloten blokken, als in strokenbouw; daarnaast zijn er 2-onder-1-kapwoningen, geschakelde patiowoningen en redelijk forse vrijstaande woonhuizen, zowel oudere (Korte Stammerdijk - gericht op Smal Weesp) als meer recent (aan en gericht op de Zeeburgstraat).

De patiowoningen zijn 1 bouwlaag met een platte afdekking; de overige woningen in 2 bouwlagen met een kap, met uitzondering van de recenter gerealiseerde 2-onder-1-kap-woningen aan de C. van Drosthagenstraat, die een lessenaarskap hebben.

Tenslotte is vermeldenswaard het wooncomplex in en om de voormalige villa 'Casparus': de villa is respectvol verbouwd ten behoeve van appartementen in het 'zeer dure' segment, terwijl aan weerszijden karaktervolle nieuwbouw heeft plaatsgevonden voor het 'duurdere' segment.

Functionele structuur

De hoofdfunctie is wonen; daarnaast zijn verspreid door de wijk enkele scholen, religieuze voorzieningen, een verpleegtehuis en een winkelcentrum (Amstellandlaan) aanwezig. Groenvoorzieningen zijn met name in het westelijke deel van de buurt aanwezig op pleintjes tussen de eengezinshuizen en rondom de gestapelde bouwblokken (groenperken met volwassen bomen en speelplekken). De binnengebieden van de flats zijn overwegend bestraat en hebben vooral een functie m.b.t. het parkeren. Water komt slechts voor als randsloot in het profiel van de Hogeweyselaan, de randsloot van de sportvelden, de vijverpartij c.a. ter plaatse van de voormalige villa 'Casparus' en molen 't Haantje' en de waterloop 'Smal Weesp' tussen Vecht en Amsterdam-Rijnkanaal.

Schilderbuurt

Hiertoe wordt gerekend het gebied tussen de Papelaan, M. Nijhoffstraat en Herensingel.

Stedenbouwkundige structuur

De stedenbouwkundige structuur van het gebied tussen Papelaan en M. Nijhoffstraat wordt bepaald door smalle woonstraten met daarlangs eengezinsrijenhuizen in 1 en 2 bouwlagen en een langskap; in de M. Hobbemastraat is hierop 1 uitzondering in de vorm van een individuele tussenwoning met de top aan de straat. Aan de noordzijde van het gebied is een school aanwezig (Kors Breyerschool). Direct ten noorden daarvan, aan de Gemeenschapspolderweg, ligt een gebouw, dat dienst doet als moskee.

Aan beide zijden van de Jan Tooropstraat en het gehele gebied ten oosten daarvan - m.u.v. de bebouwing langs de Herensingel - is sprake van een zeer karakteristieke stedenbouwkundige verkaveling met meergezinshuizen en een in samenhang daarmee ontsloten en ingerichte woonomgeving. In de oostelijke punt zijn vervolgens nog aanwezig: een gebouw van de Stichting Kinderopvang Weesp aan de J. Israëlsstraat en een kerkgebouw aan de Herensingel.

De Herensingel (noordzijde) betreft enkele aaneengesloten ensembles en solitaire woningen in overwegend 2 bouwlagen en een kap. In het gebied is structureel groen zeer beperkt; alleen in de middenberm van de J. Tooropstraat en in combinatie met water in het profiel van de M. Nijhoffstraat / Rembrandt van Rijnstraat. Voor het overige is in de buurt geen structureel water aanwezig.

afbeelding "i_NL.IMRO.0457.BP0100SG-oh01_0009.jpg"

Figuur 3.3 Herensingel

Bebouwingskarakteristiek

De vormgeving van de eengezinswoningen is vrij traditioneel en overwegend sober of met een beperkte geleding uitgewerkt. De gevels zijn in metselwerk met een bruine baksteen, de (zadel-) daken zijn met rode of grijze (keramische) pannen gedekt. De vormgeving van de meergezinshuizen en de samenhangende inrichting van ontsluitingsstraatjes en gemeenschappelijke tuinen ademt typisch de sfeer uit de jaren '50 van de vorige eeuw en is als 'karakteristiek' aan te duiden.

De blokken betreffen portiekwoningen in 3 verdiepingen op een half verzonken onderlaag en met een langskap (zadeldak) afgedekt. Het metselwerk is met een bruine steen, de kappen zijn met rode pannen gedekt. Aan de detaillering is aandacht besteed. Minder fraai zijn de later aangebrachte aluminiumkozijnen en ramen.

Aan het einde van de Jan Tooropstraat heeft in de jaren '90 nieuwbouw plaatsgevonden in 6 verdiepingen, plat afgedekt, waarbij de gevels zijn uitgevoerd met stucwerk in lichte tinten. De genoemde school is een indifferent gebouw in 1 en 2 bouwlagen met een platte afdekking; het kerkgebouw is een gedrukte, vrij plastische bouwvorm in 1 en 2 bouwlagen en een 'beweeglijke' kapvorm. De bebouwing aan de noordzijde van de Herensingel is grotendeels gerenoveerd en op een enkele plek op eigentijdse - zeer contrastrijke - wijze vernieuwd.

Functionele structuur

Binnen het gebied zijn naast hoofdzakelijk woningen tevens een school, moskee, kerkgebouw en een kinderopvang gevestigd. Het structureel groen binnen het gebied is zeer beperkt. Het groen bestaat uit de middenberm van de Jan Tooropstraat in combinatie met water in het profiel van de M. Nijhofstraat/Rembrandt van Rijnstraat.

Dichtersbuurt

Hiertoe wordt gerekend het gebied tussen de M. Nijhoffstraat en de spoorbaan (Sportparklaan) tot aan de P.C. Boutensstraat.

Stedenbouwkundige structuur

Feitelijk wordt de structuur van dit gebied bepaald door de E. du Perronstraat met een reeks loodrecht daarop staande straten, zowel doorgaand als met cul-de-sac's (doodlopend met aan het einde een keerlus). Langs deze straten staan blokken meergezinshuizen. Centraal en vrijwel in de as van een symmetrische opgebouwde stedenbouwkundige verkaveling, is tegenover het Jan Campertplein een geknikte flat in 3 bouwlagen met winkels en bovenwoningen gesitueerd.

Aan de uiteinden van deze zeer herkenbare structuur zijn eengezinsrijenhuizen aanwezig: ten noorden van H. Marsmanstraat en ten zuiden van de A. van der Leeuwstraat. In het openbare gebied is weinig ruimte voor een groene aankleding, maar deze is wel in voldoende mate aanwezig tussen de flats. In de buurt zijn geen waterpartijen aanwezig.

 Bebouwingskarakteristiek

De samenhangende verkaveling met gestapelde woningen bestaat uit blokken portiek-woningen in 4 bouwlagen op een halfverdiepte onderbouw en plat afgedekt.

De vormgeving en detaillering heeft de nodige aandacht gekregen, evenals de inrichting van de ontsluitingsstraten en gezamenlijke achtergebieden. De materialisatie van de meergezinshuizen is met metselwerk in 2 kleuren baksteen en houten kozijnen; daar waar bij een renovatie houten kozijnen zijn vervangen door aluminium, moet gesproken worden van een 'verarming'.

Aan de H. Marsmanstraat en aan de A. van der Leeuwstraat komen eengezinsrijenwoningen voor in 2 bouwlagen, plat afgedekt, in een verwante architectuur, terwijl aan de J. Slauerhoffstraat later nog twee blokken rijenhuizen in 2 bouwlagen met een langskap zijn toegevoegd; deze hebben een veel soberder verschijningsvorm. De materialisatie van de eengezinsrijenhuizen is met een bruine metselsteen, soms met een figuratie in de voorgevel.

Bij eengezinswoningen in het zuidelijke blok tussen de A. van der Leeuwstraat en P.C. Boutensstraat zijn kappen aangebracht, zowel in de vorm van een doorgaande langskap (zadeldak) ter weerszijden van de E. du Perronstraat, als elders in de vorm van individuele dwarskappen.

unctionele structuur

De Dichterbuurt is bovenal een woonbuurt met in de plint van de flat aan het Jan Campertplein tevens enkele winkels. Naast het groen tussen de flats is binnen de wijk verder weinig groen aanwezig. Het gebied wordt ontsloten door de M. Nijhoffstraat.

Stationsplein e.o.

Hiertoe wordt gerekend het gebied ten noorden van de Herensingel vanaf de P.C. Boutensstraat tot en met het Muiderhof, én de oudere bebouwing aan de overzijde van het viaduct (Vechtzijde).

Stedenbouwkundige structuur

Het betreft twee - min of meer naar binnen gekeerde - woningbouwcomplexen uit de eind jaren '70, begin jaren '80 van de vorige eeuw aan beide zijden van het Stationsplein. Beide clusters worden in principe ontsloten via een 'omtrekkende beweging': enerzijds vanaf de Simon Vestdijkstraat en anderzijds vanaf de Stationsweg- Spoorstraat over het viaduct. Aan het Stationsweggedeelte parallel aan de spoorbaan ligt een blok karakteristieke bebouwing in de vorm van aaneengeschakelde eengezinshuizen uit de jaren '30.

Aan de Vechtzijde zijn panden aanwezig in de oorspronkelijke structuur ter plaatse van voor de aanleg van het viaduct: enkele blokken parallel aan de straat en een opvallend blok dwars daarop. Daarachter bevindt zich nog een verouderd en indifferent bedrijfscomplex in de luwte van de spoorbaan.

afbeelding "i_NL.IMRO.0457.BP0100SG-oh01_0010.jpg"

Figuur 3.4 Stationsweg

Bebouwingskarakteristiek

De meergezinshuizen betreffen sterk samenhangende complexen in 2 en 3 bouwlagen en een kap-(verdieping) met trappenhuizen, welke o.a. korte gaanderijen op de 3e bouwlaag ontsluiten. Hoewel het een plastisch aantrekkelijk geheel betreft met hoek- en eindoplossingen en spectaculaire traversen over 2 verdiepingen t.b.v. langzaam verkeer, zijn de gevels in principe sober uitgewerkt zonder ornamentiek. De gevels zijn in metselwerk opgetrokken met een lichtgele baksteen; de kappen zijn met zwarte (beton-) pannen gedekt.

De verschijningsvorm van de woonblokken houdt het midden tussen een stedelijke en een sub-urbane sfeer en beide zijden van de woonblokken liggen aan openbare ruimte. Een en ander leidt tot een zeker mate van ambivalentie in de woonomgeving.

De eengezinshuizen aan het spoor zijn in 2 bouwlagen en een steile kap uitgevoerd; de straat- gevel is plastisch en aantrekkelijk geleed (mooi portiek met fraaie voordeur); de detaillering is verzorgd zonder uitbundig te worden. Het gevelmateriaal is baksteen (bruin/ rood) en op het dak is een genuanceerde donkere, gebakken pan aanwezig. De bebouwing aan de overzijde van het viaduct betreft oudere, gerenoveerde panden in 2 bouwlagen met en kap, ongeveer te dateren op eind 19e, begin 20e eeuw. In de nog best karaktervolle gevels zijn diverse aansprekende detailleringen aanwezig.

Het stationsgebouw c.a. betreft een vrij indifferente bouwvorm in 2 lagen met een platte afdekking. De inrichting van het Stationsplein is verder heel functioneel.

Functionele structuur

De hoofdfunctie van het gebied is wonen. Daarnaast is aan de Stationsstraat een bedrijf, horeca en kinderdagverblijf gevestigd.

3.2.3 Weesp Zuid

Binnen Weesp Zuid zijn de volgende deelgebieden onderscheiden:

- Vuurlinie;   - Zuid I;  
- Zuid II;   - De Klomp;  
- Utrechtseweg Vechtzijde.    

Vuurlinie

Deze lintstructuren zijn in feite onderdeel van de eerste bebouwingsstrook buiten de schansen, waardoor destijds de mogelijkheid van een snelle verwijdering uit het schootsveld uitgangspunt was. Deze bijzondere achtergrond en de karakteristieke opbouw en verschijningsvorm van de panden zijn aanleiding geweest om beide stroken als onderdeel van het beschermde gezicht te beschouwen.

Stedenbouwkundige structuur

Het betreft 2 reeksen kleinschalige, individuele eengezinshuizen: aan het Molenpad en aan het eerste gedeelte van de Utrechtseweg.

De huizen aan het Molenpad zijn - in één lijn - direct aan het ontsluitingspad gelegen; de huizen aan de Utrechtseweg liggen aan de dijkvoet met een kleine voortuin, schijnbaar in één lijn, maar toch met kleine afstandsverschillen tot de dijk. De ruimte tussen de hoofdgebouwen is overwegend zeer klein en heeft het karakter van een 'poort'. Vrijwel alle woningen hebben een dwarskap (straatgerichte topgevel). Uitbouwen en bijgebouwen bevinden zich achter het hoofdgebouw.

Bebouwingskarakteristiek

De vuurliniewoningen kenmerken zich in de eerste plaats door de in hout uitgevoerde gevels; daarnaast is sprake van een vrij aaneengesloten reeks individuele panden in 1 à 1,5 bouwlaag met een zadeldak of mansarde met de topgevel aan de straat. De vormgeving is overwegend van een eenvoudige, traditionele signatuur, maar makelaars en geschulpte boeiranden komen voor. De materialisatie van de gevel bestaat uit houten delen, groen, donkergroen, blauw (!) of wit; de keramische pannen op de daken zijn overwegend grijs en soms rood. Een drietal meer recent gerealiseerde 'replica's' in de reeks hebben een wolfeinde gekregen.

Functionele structuur

De functie van het gebied is wonen. Het gebied wordt ontsloten door de Utrechtseweg en het Molenpad.

Zuid I

Stedenbouwkundige structuur

Dit woongebied wordt gekenmerkt door een reeks individuele woningen en bijzondere voorzieningen aan de C.J. van Houtenlaan - Groeneweg en rond het pleintje aan de Hugo de Grootlaan, én door de seriematige woningbouw ten zuiden daarvan: een complex uit 1949, een aantal blokken uit circa. 1960 en een enkele meer recente invulling. Genoemde bijzondere gebouwen betreffen een verzorgingshuis 'Oversingel', het gebouw van de Gezondheidszorg, een nieuwbouwcomplex met seniorenwoningen en het gebouw van het Apostolische Genootschap. De Aetsveldselaan is een echte 'laan' (met bomen) met een doorgaand karakter en een formeel profiel met rijbaan, fietsstroken en langsparkeerplaatsen; er is aldaar sprake van een tuinstedelijk karakter met een begeleiding van kleinschalige woongebouwen en kleine voortuinen. De overige woonstraatjes zijn zeer smal, maar vrijwel overal zijn toch nog de kleine voortuinen aanwezig.

Bebouwingskarakteristiek

De individuele woningen langs de J.C. van Houtenlaan zijn overwegend in 1,5 à 2 bouwlagen met een (soms manifeste) kap; de seriematige woningen ter weerszijden van de Aetsveldselaan betreffen eengezinswoningen in 2 lagen met een langskap met op een enkele plek als 'eindwoning' een 'duplex'-oplossing en 2-onder-1-kap-woningen. Behoudens de bijzondere gebouwen met de daarbij behorende specifieke vormgeving - zowel traditioneel als meer 'eigentijds' - zijn de woningen van oudere datum héél traditioneel van vormentaal en materialisatie (baksteen voor de gevels en keramische pannen op de daken). Voor een deel kan aan deze eengezinswoningen een zekere architectuurhistorische betekenis toegekend worden.

Functionele structuur

Zoals hiervoor reeds aangegeven is het een gebied waar de hoofdfunctie wonen is. Daarnaast zijn er enkele maatschappelijke functies, zoals een zorginstelling, gebouw voor gezondsheidszorg en een gebouw van het Apostolische Genootschap, gevestigd binnen het gebied. De groenstructuur bestaat uit de Aetsveldselaan waarlangs bomen staan.

Zuid II

Stedenbouwkundige structuur

De stedenbouwkundige structuur vindt zijn eerste aanzet in de linten Molenpad en Utrechtseweg, waaraan de vuurliniewoningen zijn gelegen (zie onder a.). Vanaf de vuurliniewoningen zet de lintstructuur van de Utrechtseweg zich door langs de Vecht tot voorbij de Klomp; aan de 'landzijde' met woonbebouwing uit de laatste decennia in de vorm van individuele en dubbele huizen en rijenwoningen, met de begane grond op dijkniveau. (voor 'Vechtzijde': zie onder e.).

Daarnaast zijn aan de J.A. Fijnvandraatlaan in een enigszins amorfe 'setting' enkele autonome gebouwtjes en een woningcomplex aanwezig, waarbij langs genoemde weg zich een drietal karakteristieke portiekflats bevinden. De rest van het gebied is een moderne uitleg, verkaveld in halfgesloten bouwblokken met eengezinsrijenhuizen en enkele 2-onder-1-kap-woningen, alsmede een kenmerkende strokenbouw aan het Diepenbroickpark. Over het algemeen is er een duidelijk onderscheid tussen de openbare zijde (straat) en private zijde (achtertuin).

Structureel groen is slechts aanwezig langs de J.A. Fijnvandraatlaan en tussen deze laan en het Molenpad; binnen de buurt is in het profiel van de woonstraten geen ruimte voor groen aanwezig. Het water in de buurt beperkt zich tot de grenssloot met De Klomp.

Bebouwingskarakteristiek

Het appartementengebouw aan de J.A. Fijnvandraatlaan manifesteert zich nadrukkelijk t.o.v. de omgeving door de hoogte (5 bouwlagen) en moderne massaontwikkeling (plastisch en een plat dak). De drie blokjes portiekwoningen kenmerken zich door een opbouw in 3 lagen en een langskap en een opvallende ambachtelijke detaillering. De overige woningen zijn eengezinswoningen in 2 lagen en een langskap, een vrij traditionele vormgeving, sober gedetailleerd, met overwegend een lichtbruine gevelsteen en rode pannen. Bij een aantal woningen is de entreepartij of de aanbouw aan de straatzijde verbijzonderd (karakteristiek). Plaatselijk kan gesproken worden van een 'samenhangend' straatbeeld.

Functionele structuur

Het betreft een woonwijk, die ontsloten wordt door de J.A. Fijnvandraatlaan en Utrechtseweg. Structuurgroen wordt beperkt door het groen langs de J.A. Fijnvandraatlaan en tussen deze laan en het Molenpad. Het water binnen het gebied wordt beperkt door de grenssloot met 'De Klomp'.

De Klomp

Stedenbouwkundige structuur

De stedenbouwkundige structuur van deze buurt wordt bepaald door een strikt rechthoekig patroon van woonstraten met efficiënt ingepaste eengezinsrijen-blokken en reeksen 2-onder-1-kapwoningen. Een opvallend element is het blokje 'drive-in'-woningen in het uiterste oosten van dit plandeel aan de Utrechtseweg

De woonstraten kenmerken zich door een smal en formeel profiel, zonder groen; voor de bulk van het parkeren zijn pleinruimtes binnen de blokkenstructuur gereserveerd en ingericht. Structureel groen bevindt zich aan de buitenzijde aan de J.A. Fijnvandraatlaan en aan de voet van de Vechtdijk-Utrechtseweg.

Bebouwingskarakteristiek

De bebouwing bestaat uit 2 bouwlagen en een kap, met uitzondering van het blokje 'drive-in'-woningen, dat in 3 bouwlagen is opgebouwd met een plat dak (!). Kenmerkend voor de gehele buurt is een vrij traditionele vormentaal. Bij de eengezinsrijenhuizen valt het sterk seriematige karakter op met plaatselijk (m.n. mr. J.C. Bührmannlaan) de nadruk op een sobere detaillering en een zuinige materiaaltoepassing; de kleurstelling wordt overwegend bepaald door een lichtbruine/gele baksteen voor het metselwerk en donkere betonpannen op de -voor een deel tamelijk flauwe - daken. Aan de M. Dotingalaan zijn de woningen iets 'rijker' qua vormgeving, detaillering en materialisatie (w.o. gemetselde schoorstenen).

Functionele structuur

Het betreft een woongebied met weinig groen binnen de woonstraten. Het structureel groen is te vinden aan de J.A. Fijnvandraatlaan en aan de voet van de Vechtdijk-Utrechtseweg. Er wordt hoofdzakelijk geparkeerd op de pleinruimtes binnen de blokkenstructuur.

Utrechtseweg Vechtzijde

Stedenbouwkundige structuur

Dit is in feite een 'open' lintstructuur aan een dijkweg, welke de loop van de rivier volgt met een buitendijkse strook grond met wisselende diepte. Hier bevinden zich vrijstaande objecten in de vorm van historische gebouwen, (2 molens en het voormalige zwembad -nu roeivereniging) en nieuw gebouwde burgerwoningen.

Bebouwingskarakteristiek

Kenmerkend is de kleinschaligheid van de bebouwing ( overwegend 1 laag en een kap) en de individualiteit /pluriformiteit qua omvang, vormgeving en plaatsing op het erf. Alleen het voormalige zwembad heeft een gedeelte in 2 verdiepingen. Vanaf de dijkweg is vrijwel overal een directe (zicht-)relatie met de Vecht aanwezig. De verschijningsvorm is overal afgeleid van de traditionele vormentaal; de materialisatie is divers: houten en bakstenen gevels, zadeldaken of mansardes met keramische pannen of riet.

Functionele structuur

De hoofdfunctie van het gebied is wonen. Naast de woonfunctie zijn er twee molens gesitueerd aan de Utrechtseweg, waarvan er één ook bewoond wordt. Aan de Vecht is tevens een roeivereniging gesitueerd.

3.2.4 Aetsveld

Aetsveld is de zuidelijke uitleg van de gemeente aan de overzijde van de provinciale weg N 236 (Gooilandseweg), grotendeels gerealiseerd in de periode eind jaren '70 - begin jaren '80 van de vorige eeuw. Het is een typische woonwijk (circa 1500 woningen) met eengezinshuizen en gestapelde woonvormen in zowel de huur- als de koopsector; het beperkt aantal voorzieningen centraal in de wijk betreffen 2 basisscholen, een sporthal, een supermarkt, een snackbar en enkele praktijkruimten.

De wijk wordt in eerste instantie ontsloten vanaf de kruising Gooilandseweg - C.J. van Houtenlaan middels de hoofdontsluitingsweg G.J. Wiefferingdreef, welke aan het einde een secundaire aansluiting heeft op de Gooilandseweg.

Stedenbouwkundige structuur

Deze wijk is gefaseerd tot stand gekomen, waardoor de stedenbouwkundige samenhang zich kenmerkt als een collage van afzonderlijk herkenbare buurtjes min of meer ter weerszijden van de G.J. Wiefferingdreef. Deze buurtjes worden op zichzelf weer met doodlopende insteken met pleintjes of lusvormige woonstraten ontsloten; de erf-functie van de G.J. Wiefferingdreef is zeer beperkt. De G.J. Wiefferingdreef heeft als hoofdontsluitingsweg met doorgaand karakter een formele inrichting en een vrij gestrekt verloop, terwijl de informeel geprofileerde woonstraatjes en pleintjes een grillig patroon vormen. Centraal in de wijk is een zeer beperkt aantal voorzieningen gegroepeerd.

Het structurele water en groen bevindt zich aan de randen van het gebied en op een aantal assen door het gebied, waarbij gebruik gemaakt is van de oorspronkelijk aanwezige rechthoekige slotenstructuur. De combinatie van de ontsluitingsstructuur en groen en waterstructuur leidt er in een groot aantal gevallen toe, dat zowel de straatzijde als de tuinzijde van woningen grenzen aan, respectievelijk goed zichtbaar zijn vanaf de openbare ruimte.

Bebouwingskarakteristiek

Er is sprake van een grote variëteit aan woonvormen; naast de gebruikelijke rechthoekige blokvormen zijn het vooral de doorgaande, nagenoeg aaneengesloten reeksen eengezinsrijenhuizen met een gebogen en/of slingerend verloop, die sterk opvallen. Bij een enkel buurtje is sprake van een uitwaaierende opzet.

De verschijningsvorm van de woningen is vrijwel overal nog gebaseerd op de traditionele vormentaal en materialisatie, hoewel bij een aantal clusters een meer eigentijdse en specifieke gevelopbouw en -indeling is gekozen en materialen, die in de ontstaansperiode in zwang raakten (m.n. volkernplaten in diverse kleuren). Opvallend zijn de vele wooncomplexen, waarbij de '5e gevel' een combinatie is van schuine dakschilden en platte daken. Bij het merendeel van de bebouwing is het gevelmateriaal baksteen in aardse tinten en zijn op de schuine daken pannen toegepast - overwegend in beton - met de bijbehorende ruime bandbreedte aan kleuren.

Door de marktsituatie en economische omstandigheden in de ontstaansperiode van de wijk zijn veel woningen qua omvang van de kamers en kapruimten vrij krap bemeten, zodat al vrij snel behoefte ontstond voor aanvullingen en uitbreidingen.

Erkenning van deze problematiek heeft er toe geleid, dat een van de kenmerkende fenomenen van de wijk de aanwezigheid is van vele - per buurtje en/of woningtype herhaalde - uitbreidingsvormen.

Functionele structuur

De hoofdfunctie binnen de wijk is wonen. Daarnaast liggen verschillende voorzieningen centraal in de wijk. Het gaat hierbij om 2 basisscholen, een sporthal, een supermarkt, een snackbar en enkele praktijkruimten. De wijk wordt ontsloten door de G.J. Wiefferingdreef, welke aan het einde een secundaire aansluiting heeft op de Gooilandseweg.

3.2.5 Leeuwenveld

Leeuwenveld is de meest recente uitleglocatie van de gemeente Weesp. Het woongebied wordt aan de noordzijde van Weesp ontwikkeld in de Bloemendalerpolder. In de nabije toekomst zal Leeuwenveld aansluiten op, respectievelijk onderdeel uitmaken van de nieuwe woningbouwontwikkeling in de Bloemendalerpolder.

Leeuwenveld wordt gefaseerd ontwikkeld. Leeuwenveld I is inmiddels geheel gerealiseerd en de realisatie van Leeuwenveld II is in volle gang. De besluitvorming voor de 1e fase van Leeuwenveld II heeft in 2007 plaatsgevonden waarna de ontwikkeling is gestart. Fase 2 van Leeuwenveld II wordt momenteel gerealiseerd.

Het project kenmerkt zich met karakteristieke woningen in drie dan wel vier lagen. Deze bouwstijl sluit aan op de authentieke bebouwing in Weesp compleet met tuin en eigen parkeergelegenheid.

Voor de realisering van de circa 150 woningen - in het duurdere marktsegment - in deze wijk is destijds een 'beeldkwaliteitsplan' opgesteld.

Tot dit gebied worden ook gerekend de kantoren ter weerszijden van de Bouhuystunnel (spoorwegviaduct).

Stedenbouwkundige structuur

De wijk wordt ontsloten vanaf de Leeuwenveldseweg middels een gesloten lus. De kantorenstrook en de eerste woningenstrook met dwars geplaatste blokken eengezinsrijen-huizen volgen de richting van deze weg, terwijl de noordelijke woningenstroken - met eveneens dwars geplaatste blokken en een vrijwel aaneengesloten randbebouwing - de richting van de agrarische kavels van de polder oppakt. In het daardoor scheg-vormige tussengebied is een waterpartij met een eiland, waarop 7 grote, vrijstaande, dubbele woonhuizen zijn gesitueerd.

In de zuidoosthoek van de wijk is de bebouwing eenzijdig rond een cirkelvormig plein gegroepeerd, waarmee de gerichtheid op het station wordt uitgedrukt. In de noordelijke bebouwing is een groenstrook open gehouden, die het eiland een visuele verbinding geeft met het nu nog open weidegebied van de Bloemendalerpolder. De woonstraten hebben een informeel profiel zonder trottoirs, maar wel met loopstroken en parkeerplaatsen. De kantoren ter weerszijden van het spoorwegviaduct zijn aan te merken als een 'complementaire' benutting van de restruimten, die met het realiseren van de infrastructuur zijn ontstaan. Een zekere 'poort'-werking bij deze noordelijke entree van Weesp is niet te ontkennen.

Bebouwingskarakteristiek

De woonbebouwing bestaat uit 2 en 3 bouwlagen en is voor het grootste deel plat afgedekt en voor de rest voorzien van een lessenaarsdak. Door een strak regiem (beeldkwaliteitsplan) met duidelijk vormuitgangspunten en een beperkte bandbreedte van lichte kleuren (wit -lichtgeel -oker- geelrood) heeft de wijk een sterke samenhang verkregen. De materialisatie is in baksteen en stucwerk, alsmede rode pannen op de lessenaarsdaken. Op een aantal plaatsen is de erfscheiding aan de straatzijde mee ontworpen. De 4 identieke kantoorgebouwen parallel aan de Leeuwenveldseweg zijn opgetrokken in 4 verdiepingen; de bouwmassa is horizontaal en plastisch geleed, de kleurstelling is licht. Gesproken kan worden van een zeer aansprekende, moderne architectuur De kantoren ter weerszijden van het spoorwegviaduct zijn 3 en 4 verdiepingen hoog, met een plat dak; de verschijningsvorm is eigentijds en verzorgd, maar tevens enigszins gedateerd.

Functionele structuur

Binnen het gebied zijn zowel woningen als kantoren gesitueerd. Overige functies zijn binnen het gebied vrijwel niet aanwezig.

3.2.6 Verspreid gelegen (woon-)buurtjes en -clusters

Binnen verspreid gelegen (woon-)buurtjes en -clusters zijn de volgende deelgebieden onderscheiden:

- Aquamarin;   - Buitenveer / Prinses Beatrixlaan / Prins Bernhardlaan e.o.;  
- Verlengd Buitenveer en de C.J. van Houtenlaan / Prinses Irenelaan (westzijde);   - Prinses Irenelaan (oostzijde) en Prinses Amalia hof.  

Aquamarin

Aquamarin is een specifiek ontworpen wooncomplex in de voormalige industriehaven van Weesp, met aanlegmogelijkheden voor vaartuigen en verbinding met zowel het Amsterdam-Rijnkanaal als met de Vecht via Smal Weesp.

Stedenbouwkundige structuur

Er is sprake van een autonome ontwikkeling op basis van cirkelbogen met de 'binnenzijde' gericht op de havenkom en de buitenzijde naar de omliggende werk- en woongebieden.

Bebouwingskarakteristiek

De bebouwing bestaat uit 2 reeksen eengezinshuizen in 3 bouwlagen, met een platte afdekking. Bij een deel van de woningen (m.n. aan de westzijde) is daarenboven een terugliggende dakopbouw (standaardmodel) aangebracht. De vormentaal is als 'eigentijds - zakelijk' aan te merken; de materialisatie is hoofdzakelijk met baksteen ( buitenzijde lichtblauwe gevel en donkerblauwe 'plint', binnenzijde lichtroze).

Functionele structuur

Aquamarin is een specifiek ontworpen wooncomplex in de voormalige industriehaven van Weesp. Langs het water zijn aanlegmogelijkheden voor vaartuigen en er is een verbinding met zowel het Amsterdam Rijnkanaal als met de Vecht via Smal Weesp.

Buitenveer / Prinses Beatrixlaan / Prins Bernhardlaan e.o.

Dit betreft een vrij geïsoleerd gelegen buurtje aan Smal Weesp - Buitenveer, direct ten noorden van het van Houten Industriepark .

Stedenbouwkundige structuur

Het betreft een tamelijk aaneengesloten lintbebouwing met 'stevige' 2- en 3-onder-1-kapwoningen langs het Buitenveer en reeksen eengezinsrijenhuizen in één enkele straat daarachter: de Prinses Beatrixlaan en de Prins Bernhardlaan.

Bebouwingskarakteristiek

Alle woningen zijn in 1 of 2 bouwlagen met een - soms forse - kap. De oudste zijn ongeveer te dateren op de jaren '30 en '50 en hebben een vrij traditionele verschijningsvorm, detaillering en materialisatie (bruin/rode baksteen en rode of grijze keramische pannen); de meest recente zijn eind jaren '90 gerealiseerd in een meer eigentijdse variant met een rode baksteen, een red-cedar gevelelement - doorgetrokken als dakopbouw - en blauwe, geglazuurde pannen. Aan enkele blokjes kan een zekere karakteristiek worden toegekend.

Functionele structuur

Dit betreft een vrij geïsoleerd gelegen buurtje aan Smal Weesp - Buitenveer, direct ten noorden van het van Houten Industriepark. Het betreft een woongebied.

Verlengd Buitenveer en de C.J. van Houtenlaan / Prinses Irenelaan (westzijde)

Bij beide betreft het een geïsoleerd gelegen, kleine reeks solitaire en dubbele woonhuizen.

 Stedenbouwkundige structuur

Bij het Verlengd Buitenveer betreft het halverwege een landelijk gelegen halfopen lintbebouwing met enkele vrijstaande en dubbele woonhuizen en een klein bedrijfscomplex, aan de dijkvoet, gericht op het water. Aan het einde, nabij het Amsterdam - Rijnkanaal, betreft het 3 dubbele woonhuizen aan de weg op dijkniveau. Bij de C.J. van Houtenlaan zijn het eveneens enkele vrijstaande en dubbele woonhuizen op de kruising met de Prinses Irenelaan in de 'luwte' van het bedrijvengebied.

Bebouwingskarakteristiek

Aan halverwege het Verlengd Buitenveer betreft het een voormalige boerderij en vier burgerwoningen. Van de boerderij is de oorspronkelijke ordening nog herkenbaar aanwezig (hoofdgebouw-schuur-kapberg e.d.) en vertegenwoordigt het hoofdgebouw beslist een architectuurhistorische waarde, maar het geheel is t.b.v. burger-bewoning aangepast en ingericht. De onderdelen van het ensemble zijn in 1 bouwlaag met een kap opgebouwd met traditionele materialen. Het hoofdgebouw is opgetrokken met een bruinrode steen boven een grijze plint; de kap is voorzien van zwarte, keramische pannen.

De burgerwoningen betreffen vrij traditioneel vormgegeven panden (uit jaren '30) in 1 à 1,5 laag met een zadel- of mansardekap. De gevels zijn met baksteen opgetrokken (bruin/rood of wit gesausd) en de daken zijn voorzien van rode keramische pannen. Van de dubbele woonhuizen nabij het kanaal zijn er 2 oorspronkelijk (begin 20e eeuw) en is er 1 vrij recent nieuw gebouwd. Alle panden zijn 1 laag met een kap, hebben metselwerk in de gevel (rode steen) en pannen op het dak (antraciet); het nieuwe woonhuis heeft een garage onder de begane grondlaag. Aan de C.J. van Houtenlaan c.a. betreft het traditionele woonhuizen in 1 à 1,5 bouwlaag en een manifeste kap. De materiaaltoepassing en kleurstelling zijn overeenkomstig.

Functionele structuur

Het betreft een woongebied die enigszins geïsoleerd is gelegen. Het betreffen over het algemeen kleine solitaire en dubbele woningen.

Prinses Irenelaan (oostzijde) en Prinses Amalia hof

Hiertoe wordt gerekend het gebied tussen de Prinses Irenelaan en de Singel, vanaf Buitenveer tot aan de C.J. van Houtenlaan, exclusief de Roskamstraat.

Stedenbouwkundige structuur

Behoudens de min of meer samenhangende reeks woonhuizen aan de C.J. van Houtenlaan is de stedenbouwkundige structuur te kenmerken als een verzameling vrij in de ruimte geplaatste bijzondere gebouwen. Dit betreft een aantal scholen c.a. en een tweetal bankgebouwen. Aan de Singel is in feite sprake van een (bescheiden) groen- en waterstructuur; voor het overige is groen slechts aanwezig op de bij de gebouwen behorende terreinen

Bebouwingskarakteristiek

De woningen aan de C.J. van Houtenlaan zijn vrijstaande panden in 1,5 à 2 bouwlagen met forse - soms samengestelde - kappen. De vormgeving, detaillering en materiaaltoepassing is vrij traditioneel. De twee basisscholen in het gebied zijn clusters van eenvoudige volumina in 1 (hoge) bouwlaag en een plat dak. Opvallend is het nieuwe schoolgebouw met zijn zeer specifieke verschijningsvorm in 2 en 3 bouwlagen en platte daken. De bankgebouwen hebben beide eveneens een specifieke vormgeving, waarvan het bankgebouw aan Buitenveer refereert aan het antroposofische gedachtegoed.

Functionele structuur

Binnen het gebied zijn verschillende functies gesitueerd, zoals een aantal scholen c.a. en een tweetal bankgebouwen. Aan de Singel is in feite sprake van een (bescheiden) groen- en waterstructuur. Voor het overige is groen slechts aanwezig op de bij de gebouwen behorende terreinen.