direct naar inhoud van Artikel 16 wro-zone - ontheffingsgebied
Plan: De Leck en De Bergen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0453.BP1600LECKBERGEN1-R002

Artikel 16 wro-zone - ontheffingsgebied

16.1 Afwijkingsregels

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'wro-zone - ontheffingsgebied' gelden de volgende bepalingen:

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, op basis van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, voor zover de gronden zijn gelegen binnen de aanduiding 'wro-zone ontheffingsgebied', om met een omgevingsgvergunning af te wijken van Artikel 3 voor het bouwen van een nieuw agrarisch bedrijf met dien verstande dat:

  • a. de bedrijfsvoering van het agrarisch bedrijf aan de Bloemendaalsestraatweg 4-8 wordt beeindigd en de bedrijfsactiviteiten zijn verplaatst naar de overzijde van het spoor;
  • b. maximaal 1 bedrijfswoning mag worden gebouwd;
  • c. het grondoppervlak van de bedrijfswoning mag niet meer dan 120 m2 bedragen;
  • d. maximaal 1 garage dan wel berging mag worden gebouwd;
  • e. het grondoppervlak van een garage dan wel berging mag niet meer dan 55m2 bedragen;
  • f. maximaal 1 mestopslag mag worden gebouwd met een oppervlak van maximaal 200m2;
  • g. de totale oppervlakte van de bedrijfsbebouwing niet meer dan 2400 m2 mag bedragen;
  • h. de goothoogte van de bedrijfswoning niet meer mag bedragen dan 6,0 m;
  • i. de bouwhoogte van de bedrijfswoning niet meer mag bedragen dan 9,0 m;
  • j. de goothoogte van de bedrijfsbebouwing niet meer mag bedragen dan 4,0 m;
  • k. de bouwhoogte van de bedrijfsbebouwing niet meer mag bedragen dan 9,0 m;
  • l. de omgevingsvergunning alleen verleend kan worden als de ontsluiting is geregeld over een bewaakte spoorovergang;
  • m. het aantal pensionpaarden bedraagt minder dan 50% van de totale bedrijfsvoering van het agrarisch bedrijf, uitgedrukt in NGE;
  • n. bebouwing ten behoeve van pensionpaarden niet meer bedraagt dan 12,25 m2 per pensionpaard;
  • o. een overdekte paardenbak niet is toegestaan;
  • p. de bedrijfsbebouwing zodanig wordt gesitueerd dat deze voldoet aan wetgeving met betrekking tot de aan te houden afstanden tot woningen, te weten:
    • 1. de afstand van de rundveestallen tot woningen binnen de bebouwde kom bedraagt minimaal 100 m;
    • 2. de afstand van rundveestallen tot woningen buiten de bebouwde kom bedraagt minimaal 50 m;
    • 3. de afstand van de paardenhouderij tot woningen bedraagt minimaal 25 m mits het emissiepunt op ten minste 50 m is gelegen;
  • q. maximaal 1 (buiten)paardenbak is toegestaan van maximaal 20 x 60 m;
  • r. de maximale bouwhoogte van lichtmasten ten behoeve van een paardenpak is 15 m;
16.2 Procedure

Bij het toepassen van de ontheffing als bedoeld in dit artikel, nemen burgemeester en wethouders de procedurevoorschriften in acht, zoals omschreven in Artikel 24.