direct naar inhoud van Artikel 5 Agrarisch met waarden
Plan: De Biezen
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0453.BP1400DEBIEZEN1-I001

Artikel 5 Agrarisch met waarden

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'agrarisch met waarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van de ecologische en natuur- en landschappelijke waarden van de gronden;
  • b. de exploitatie van grasland;
  • c. beweiding met koeien, paarden, geiten en schapen;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'paardenhouderij', één paardenbak en/of aanverwante voorzieningen ten behoeve van een hobbymatige paardenhouderij, zoals een longeercirkel of paddock;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', één bedrijfswoning;

met de daarbij behorende:

  • f. wegen en paden;
  • g. sloten, beken en daarmee gelijk te stellen waterlopen;
  • h. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
5.2 Bouwregels

Voor het bouwen ten behoeve van de bestemming gelden de volgende regels:

5.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen op de gronden ten behoeve van de bestemming gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen (waaronder stallen en schuilhutten) mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden opgericht;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' mag de aangegeven bouwhoogte niet worden overschreden;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' mag de aangegeven goothoogte niet worden overschreden;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' mag het aangegeven bebouwingspercentage niet worden overschreden;
  • e. de maximale inhoud van een bedrijfswoning is 500m³.
5.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de maximale bouwhoogte binnen het bouwvlak is 4,0m;
  • b. de maximale bouwhoogte buiten het bouwvlak is 1,0m;
  • c. de maximale bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen binnen het bouwvlak is 2,0m;
  • d. de maximale bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen buiten het bouwvlak is 1,0m;

    paardenbak en aanverwante voorzieningen
  • e. lichtmasten ten behoeve van de verlichting van paardenbakken e.d. zijn niet toegestaan;
  • f. de maximale bouwhoogte van een omheining ten behoeve van een paardenbak is 1,5 m.
5.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend het stallen van (paarden-)trailers in de open lucht, op meer dan 5 meter afstand van de gevel van de bebouwing.

5.4 Afwijken van de gebruiksregels
5.4.1 Bed & Breakfast

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in artikel 5.1 teneinde een deel van de agrarische bedrijfswoning of bijgebouw te gebruiken voor Bed & Breakfast (logies en ontbijt), met dien verstande dat:

  • a. bedrijfsmatig tegelijkertijd aan maximaal 8 personen logies verleend wordt;
  • b. de bedrijfswoning door de hoofdgebruiker wordt bewoond;
  • c. het parkeren dient plaats te vinden op het eigen terrein;
  • d. maximaal 40% van het gezamenlijk vloeroppervlak van het hoofdgebouw en de erfbebouwing, tot een maximum van 100 m2, mag worden gebruikt ten behoeve van uitoefening van deze functie;
5.4.2 Recreatief medegebruik

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in artikel 5.1 ten behoeve van extensief recreatief medegebruik van een agrarisch bedrijf, met dien verstande dat:

  • a. het parkeren plaats dient te vinden op het eigen terrein;
  • b. geen horeca is toegestaan tenzij zij gezien kan worden als een ondergeschikte nevenactiviteit.
5.5 Regels voor werken en werkzaamheden
5.5.1 Verboden

Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van Burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanleggen of verharden van wegen, paden, parkeergelegenheid en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • b. het kappen en/of rooien van bomen en houtgewas;
  • c. het uitvoeren van graafwerkzaamheden anders dan normaal spit- en ploegwerk;
  • d. het wijzigen van het maaiveldniveau door ontgronding of ophoging;
  • e. het graven of dempen van sloten en daarmee gelijk te stellen waterlopen;
  • f. het aanleggen van waterlopen of het vergraven, verruimen of dempen van aanwezige waterlopen.
5.5.2 Niet van toepassing

Het in lid 5.5.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:

  • a. het normale onderhoud betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan;
  • c. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende vergunning.
5.5.3 Verlening omgevingsvergunning

De in lid 5.5.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de landschappelijke waarden van de gronden.