direct naar inhoud van 5.5 Bodem
Plan: Bedrijventerrein Velserbroek
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0453.BP1301BEDRIJVENTE1-I001

5.5 Bodem

In het bestemmingsplan dient rekening te worden gehouden met de kwaliteit van de bodem ter plaatse. Het is wettelijk verboden om te bouwen op verontreinigde grond. Om te kunnen bepalen of de bodem in het plangebied geschikt is voor het beoogde gebruik dient bij voorgenomen bouwactiviteiten een bodemonderzoek te worden uitgevoerd.

Voor het plangebied is een bodemkwaliteitskaart en bodembeheerplan opgesteld die de algemene bodemkwaliteit ter plaatse van het gebied als schoon aanmerkt. Hierdoor kan bij ontwikkelingen in het gebied in veel gevallen worden volstaan met alleen een historisch onderzoek. Dit historisch onderzoek dient ter verificatie van de hypothese dat sprake is van een onverdacht gebied met betrekking tot bodemverontreiniging. Voorwaarde hiervoor is dat het historisch onderzoek uitwijst dat op de locatie geen bodembedreigende activiteiten hebben plaatsgevonden. Bodembedreigende activiteiten zijn bijvoorbeeld gedempte watergangen, voormalige kassencomplexen en met puin verharde wegen.

Uit het historisch onderzoek kan tevens blijken dat (op een deel van een locatie) reeds een bodemonderzoek heeft plaatsgevonden, waarbij een verontreiniging is aangetoond die een belemmering zou kunnen vormen voor het beoogde gebruik. In een dergelijk geval dient een bodemonderzoek te worden uitgevoerd om de eventuele ernst van de verontreiniging en eventuele noodzaak tot bodemsanering vast te stellen. Wanneer de locatie naar aanleiding van het historisch onderzoek als asbestverdacht wordt aangemerkt dan dient tevens een asbestonderzoek te worden verricht conform de geldende normen.

Indien uit het historisch onderzoek blijkt dat sprake is van bodembedreigende activiteiten of van een bodemverontreiniging die een belemmering kan vormen voor de beoogde gebruiksfunctie, dan dient de hypothese 'onverdacht gebied' met betrekking tot bodemverontreiniging te worden verworpen. In dat geval dient een bodemonderzoek te worden verricht op de locatie waarbij expliciet aandacht wordt besteed aan de verdachte terreindelen.