Plan: | Havengebied IJmuiden |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0453.BP0500HAVENGEBIED1-I001 |
Een goede ruimtelijke ontwikkeling streeft naar het bevorderen van een duurzame ruimtelijke kwaliteit in een dynamische samenleving. Het is helder dat duurzame ruimtelijke kwaliteit mede richting en inhoud geeft aan het criterium “een goede ruimtelijke ordening”. Een goede ruimtelijke ordening houdt ook in het voorkomen van voorzienbare hinder door milieubelastende activiteiten. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten doet in de publicatie "Bedrijven en milieuzonering" (editie 2009), het zogenaamde 'groene boekje', een handreiking ten behoeve van de afstemming tussen ruimtelijke ordening en milieu op lokaal niveau. Milieuzonering zorgt ervoor dat nieuwe bedrijven een passende locatie ten opzichte van woningen krijgen en dat nieuwe woningen op een verantwoorde afstand bedrijven gesitueerd worden. Het Groene Boekje geeft adviesafstanden (zie tabel) die gemotiveerd kunnen worden toegepast bij ruimtelijke ordening.
De adviesafstanden hangen samen met gebiedskenmerken. Het is mogelijk om door middel van maatregelen overlast te beperken en daardoor af te wijken van de afstanden. In dit geval zal aangetoond moeten worden welke maatregelen worden genomen om de overlast te beperken. Aan de hand hiervan kan dan gemotiveerd worden afgeweken van de standaard adviesafstanden.
Milieucategorie | Richtafstand tot omgevingstype rustige woonwijk en rustig buitengebied | Richtafstand tot omgevingstype gemengd gebied |
1 | 10 m | 0 m |
2 | 30 m | 10 m |
3.1 | 50 m | 30 m |
3.2 | 100 m | 50 m |
4.1 | 200 m | 100 m |
4.2 | 300 m | 200 m |
5.1 | 500 m | 300 m |
5.2 | 700 m | 500 m |
5.3 | 1.000 m | 700 m |
6 | 1.500 m | 1.000 m |
Om in de bestemmingsregeling de belangenafweging tussen bedrijvigheid en gevoelige functies met betrekking tot milieu in voldoende mate mee te nemen, wordt in dit bestemmingsplan gebruikgemaakt van een milieuzonering. Deze milieuzonering vindt plaats aan de hand van een Staat van Bedrijfsactiviteiten. Dit is een lijst waarin de meest voorkomende bedrijven en bedrijfsactiviteiten zijn gerangschikt naar mate van milieubelasting. De Staat van Bedrijfsactiviteiten is overgenomen uit de VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering (2009). Deze zoneringen zijn overgenomen op de verbeelding.
In dit bestemmingsplan wordt gebruik gemaakt van de 'standaard Staat van Bedrijfsactiviteiten' (SvB). Deze SvB wordt toegepast voor bedrijventerreinen. Deze SvB gaat uit van het aanhouden van richtafstanden tussen bedrijfsactiviteiten en milieugevoelige functies.
Onderzoek
Het plangebied betreft een bedrijventerrein dat voor een zeer groot deel gezoneerd is conform de Wet geluidhinder. In het plangebied zijn bedrijven tot categorie 4.2 uit de SvB toegestaan. Aan de randen van het plangebied is ter bescherming van de omliggende woonbebouwing gekozen voor een inwaartse zonering. Bij inwaartse zonering worden beschermende bufferzones rondom milieugevoelige functies gecreëerd. Op het bedrijven terrein zijn op korte afstand van de woningen bedrijven uit een lagere categorie toegestaan. Hoe groter de afstand ten opzichte van de woonbebouwing hoe hoger de milieucategorie die is toegestaan. In de spoorweg driehoek en aan de zuidoost zijde van de Dokweg zijn alleen bedrijven uit categorie 1 en 2 uit de staat van bedrijfsactiviteiten toegestaan. Voor overige bedrijven in het plangebied geldt dat de afstand tot het woongebied (uitgezonderd dienstwoningen) minimaal gelijk moet zijn aan de afstand voor rustige woonwijk zoals vermeld in bovenstaande tabel. Voor de bedrijven die op dit moment in het plangebied gevestigd zijn, wordt geacht dat ze vallen onder de maximaal toegestane milieucategorie dan wel naar aard en omvang een vergelijkbare hinder veroorzaken als de maximaal toegestane milieucategorie.
Hotel op het gezoneerde industrieterrein
Een hotel is geen geluidsgevoelige functie volgens de Wet geluidhinder, maar uit jurisprudentie blijkt dat bij dergelijke functies wel rekening moet worden gehouden met het aspect geluid. Voor een eventueel hotel geldt dat met deze functie in de milieuzonering rekening moet worden gehouden door in de directe omgeving alleen bedrijven uit maximaal categorie 3.1 toe te staan. In de milieuzonering wordt er hierdoor zorg gedragen dat de meest zware bedrijven zich niet direct naast het hotel kunnen vestigen. Hotels mogen zich derhalve alleen vestigen in de spoorwegdriehoek. In de spoorwegdriehoek zijn maximaal categorie 2 bedrijven toegestaan. Hierdoor wordt een aanvaardbaar verblijfsklimaat in het hotel gewaarborgd. Het éénkamerhotel op de Seinpostduin is een bestaande functie die met dit bestemmingsplan mogelijk blijft. Gezien het feit dat het om een bestaande functie van geringe omvang gaat is de bestemming in dit bestemmingsplan niet heroverwogen.
Door de vestiging van hotels in de Spoorwegdriehoek worden er mogelijk een groot aantal personen aan het invloedsgebied van het lpg-tankstation toegevoerd. Het groepsrisico zal hierdoor verder toenemen/verder boven de oriënterende waarde uitstijgen (zie onderstaande fN-curve). Een zware verantwoording dient te worden opgesteld, waarbij (volledig) wordt voldaan aan de in artikel 13 van het BEVI gestelde eisen.Overschrijding van de oriëntatiewaarde zou in beginsel niet moeten worden toegestaan. Er kunnen echter dringende redenen zijn om een ontwikkeling toch toe te staan, deze moeten altijd bestuurlijk worden afgewogen. Ontwikkeling is dan mogelijk, echter onder de volgende voorwaarden:
• Alle mogelijke te treffen maatregelen om het risico bij de bron te beperken, waarbij het groepsrisico zoveel mogelijk beperkt wordt, zijn benut;
• Er voorzieningen zijn getroffen die maken dat de hulpdiensten tijdig worden gealarmeerd, snel ter plaatse kunnen zijn en beschikken over voldoende mogelijkheden om de calamiteit te kunnen bestrijden;
• De bevolking actief geïnformeerd is en blijft, en weet wat er te doen staat in het geval van een calamiteit.
Door het groepsrisico vroegtijdig te betrekken bij afwegingen, kan het bevoegd gezag zorgen voor samenhang tussen locatiekeuze, preventiemaatregelen, maatschappelijke acceptatie en de mogelijkheden voor adequate rampbestrijding en hulpverlening. Dit is wat moet gebeuren bij het doorlopen van de wijzigingsbevoegdheid.
Wonen op het gezoneerde industrieterrein
Woningen op het industrieterrein worden volgens de Wet geluidhinder niet beschermd. Ook in het kader van de Wet milieubeheer genieten deze woningen formeel geen bescherming. Het oprichten van nieuwe woningen is daarom mede om deze reden niet toegestaan. Bestaande legaal opgerichte woningen mogen blijven bestaan. Zie daarvoor Wonen.
Uitwerking milieuzonering
Op grond van de eerder genoemde uitgangspunten is de milieuzonering op de plankaart opgenomen. Afhankelijk van de locatie op het industrieterrein zijn bedrijven uit maximaal categorie 2 tot en met 4.2 toegestaan. Voor deze bedrijven geldt, afhankelijk van de categorie, een richtafstand van 30 tot 300 m ten opzichte van een rustige woonwijk. Op het gezoneerde industrieterrein worden overigens bedrijven toegelaten die in belangrijke mate geluidshinder kunnen veroorzaken (zoals bedoeld volgens de Wet geluidhinder).
Plasbrandaandachtsgebied
Het Noordzeekanaal is een deel van het bestemmingsplan. Op basis van de definitieve rapportage Basisnet Water, gebaseerd op zeevaart- en binnenvaartvervoer, ligt de PR 10-6/jaar contour op het water. Dit betekent dat er binnen de waterlijnen geen nieuwe (beperkt) kwetsbare objecten zijn toegestaan. In het Basisnet Water is aangegeven dat het Noordzeekanaal een 'rode' vaarweg betreft. Deze categorie heeft een plasbrandaandachtsgebied (PAG) van 40 meter landinwaarts vanaf de waterlijn. Ontwikkelingen binnen dit gebied zijn niet mogelijk, tenzij deze goed zijn onderbouwd en de regionale veiligheidsdienst een positief advies heeft gegeven. Het GR ligt ver onder de oriëntatiewaarde. Ontwikkelingen, mits goed onderbouwd zijn mogelijk binnen het invloedsgebied van het Noordzeekanaal.
Circulaire opslag ontplofbare stoffen voor civiel gebruik
Binnen het plan gebied liggen drie inrichtingen die vallen onder de werkingssfeer van de circulaire opslag explosieve voor civiel gebruik. Deze bedrijven liggen aan de Strandweg 2, ampèrestraat 1G en de Kromhoutstraat 26.
Binnen het plan gebied liggen drie inrichtingen die vallen onder de werkingssfeer van de circulaire opslag explosieve voor civiel gebruik. Deze bedrijven liggen aan de Strandweg 2, ampèrestraat 1G en de Kromhoutstraat 26.
In de Circulaire wordt de zogenaamde effectbenadering toegepast. Kernpunten van het veiligheidsbeleid zijn:
De zones van het bedrijf aan de Strandweg 2 liggen binnen de grenzen van de inrichting. Er wordt voldaan aan de circulaire.
De bedrijven aan de Ampèrestraat 1G en de Kromhoutstraat 26 kunnen niet voldoen aan de veiligheidszonering uit de circulaire, daarom is in het kader van de actualisatie van de omgevingsvergunning milieu een quantitatieve risicoanalyse (QRA) opgesteld. In de QRA is onderzoek gedaan naar de PR 10-5 contour, de 10-6 contour en het groepsrisico. Binnen de PR 10-5 contour mogen geen beperk kwetsbare objecten liggen of mogelijk gemaakt worden. Binnen de PR 10-6 contour mogen geen kwetsbare objecten liggen of mogelijk gemaakt worden. Dit bestemmingsplan maakt geen nieuwe (beperkt) kwetsbare objecten mogelijk in de nabijheid van genoemde bedrijven.
beperkt kwetsbare objecten, zijnde:
a. 1. verspreid liggende woningen van derden met een dichtheid van maximaal twee woningen per hectare, en
2. dienst- en bedrijfswoningen van derden;
b. kantoorgebouwen, voor zover zij niet onder (2) kwetsbare objecten, onder c, vallen;
c. hotels en restaurants, voor zover zij niet onder (2) kwetsbare objecten, onder c, vallen;
d. winkels, voor zover zij niet onder (2) kwetsbare objecten, onder c, vallen;
e. sporthallen, zwembaden en speeltuinen;
f. sport- en kampeerterreinen en terreinen bestemd voor recreatieve doeleinden, voor zover zij niet onder (2) kwetsbare objecten, onder d, vallen;
g. bedrijfsgebouwen, voor zover zij niet onder (2) kwetsbare objecten, onder c, vallen;
h. objecten die met de onder a tot en met e en g genoemde gelijkgesteld kunnen worden uit hoofde van de gemiddelde tijd per dag gedurende welke personen daar verblijven, het aantal personen dat daarin doorgaans aanwezig is en de mogelijkheden voor zelfredzaamheid bij een ongeval, voor zover die objecten geen kwetsbare objecten zijn, en
i. objecten met een hoge infrastructurele waarde, zoals een telefoon of elektriciteitscentrale of een gebouw met vluchtleidingsapparatuur, voor zover die objecten wegens de aard van de gevaarlijke stoffen die bij een ongeval kunnen vrijkomen, bescherming verdienen tegen de gevolgen van dat ongeval;
kwetsbare objecten, zijnde:
a. Woningen, niet zijnde woningen als bedoeld in beperkt kwetsbare objecten, onder a
b. Gebouwen bestemd voor het verblijf, al dan niet gedurende een gedeelte van de dag, van minderjarigen, ouderen, zieken of gehandicapten, zoals:
1. Ziekenhuizen, bejaardenhuizen en verpleeghuizen
2. Scholen, en
3. Gebouwen of gedeelten daarvan, bestemd voor dagopvang van minderjarigen
c. Gebouwen waarin doorgaans grote aantallen personen gedurende een groot gedeelte van de dag aanwezig zijn, zoals:
1. kantoorgebouwen en hotels met een bruto vloeroppervlak van meer dan 1500 m2 per object, of.
2. complexen waarin meer dan 5 winkels zijn gevestigd en waarvan het gezamenlijk bruto vloeroppervlak meer dan 1000 m2 bedraagt en winkels met een totaal bruto vloeroppervlak van meer dan 2000 m2 per winkel, voor zover in die complexen of in die winkels een supermarkt, hypermarkt of warenhuis is gevestigd.
d. Kampeer- en andere recreatieterreinen bestemd voor het verblijf van meer dan 50 personen gedurende meerdere aaneengesloten dagen.
Ampèrestraat 1G
Plaatsgebonden risico.
Uit de QRA blijken de in onderstaande tabel opgenomen risicocontouren.
PR 10-5 contour | PR 10-6 contour | |
Buitenopslag | 15 meter | 120 meter |
Binnenopslag | 16 meter | 80 meter |
Afbeelding 3.7.1 Risicocontouren Ampèrestraat 1G
Conclusie
Uit de afbeelding blijkt dat er binnen de 10-5 contour (de paarse circel) geen objecten, anders dan die van het bedrijf zelf liggen. Er kan geconcludeerd worden dat er geen (beperkt) kwetsbare objecten binnen de 10-5 contour liggen.
Binnen de 10-6 contour (de rode circel) liggen geen kwetsbare objecten. De externe veiligheid situatie rond dit bedrijf vormt dan ook geen belemmering voor de uitvoerbaarheid van dit bestemmingsplan.
Groepsrisico
Uit de QRA blijkt dat het groepsrisico 1,5 maal de oriënterende waarde is. Aangezien het bestemmingsplan binnen het invloedsgebied van de inrichting geen ontwikkelingen mogelijk maakt, maar enkel de bestaande situatie vastlegt, heeft dit bestemmingsplan geen invloed op het groepsrisico. Op het moment van vaststelling van het bestemmingsplan loopt er een procedure om de omgevingsvergunning milieu van het bedrijf te actualiseren. Tijdens deze procedure wordt er beoordeeld welke maatregelen er te nemen zijn om het groepsrisico te verkleinen.
Kromhoutstraat 26
Plaatsgebonden risico
Uit de QRA blijken de in onderstaande tabel opgenomen risicocontouren.
PR 10-5 contour | PR 10-6 contour | |
Buitenopslag | 15 meter | 120 meter |
Binnenopslag | niet berekend* | niet berekend * |
* door de geringe opslag (2kg) is de binnen opslag niet relevant voor de berekeningen
Afbeelding 3.7.2 Risicocontouren Kromhoutstraat 26
Conclusie
Uit de afbeelding blijkt dat er binnen de 10-5 contour (de paarse circel) geen objecten, anders dan die van het bedrijf zelf liggen. Er kan geconcludeerd worden dat er geen (beperkt) kwetsbare objecten binnen de 10-5 contour liggen.
Binnen de 10-6 contour (de rode circel) liggen geen kwetsbare objecten. De externe veiligheid situatie rond dit bedrijf vormt dan ook geen belemmering voor de uitvoerbaarheid van dit bestemmingsplan.
Groepsrisico
Uit de QRA blijkt dat het groepsrisico 3 maal de oriënterende waarde is. Aangezien het bestemmingsplan binnen het invloedsgebied van de inrichting geen ontwikkelingen mogelijk maakt, maar enkel de bestaande situatie vastlegt, heeft dit bestemmingsplan geen invloed op het groepsrisico. Op het moment van vaststelling van het bestemmingsplan loopt er een procedure om de omgevingsvergunning milieu van het bedrijf te actualiseren. Tijdens deze procedure wordt er beoordeeld welke maatregelen er te nemen zijn om het groepsrisico te verkleinen.