direct naar inhoud van 6.2 Besluit milieueffectrapportage
Plan: Buitengebied Uitgeest
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0450.BpBGUitgeest-VS01

6.2 Besluit milieueffectrapportage

Planmer-plicht

Het bestemmingsplan Buitengebied Uitgeest is hoofdzakelijk conserverend van aard, maar biedt wel ontwikkelingsmogelijkheden aan de agrarische bedrijven. Daarbij gaat het onder andere om grondgebonden veehouderijen. De nieuwvestiging of uitbreiding van veehouderijbedrijven is in het kader van de milieuvergunning vanaf een bepaalde omvang mer- of mer-beoordelingsplichtig. Deze mer-(beoordelings)plicht is afhankelijk van het aantal dieren waarop het initiatief betrekking heeft. Door de ontwikkelingsmogelijkheden die het bestemmingsplan Buitengebied biedt is het mogelijk dat in bepaalde gevallen bij toekomstige uitbreidingen drempelwaarden uit het Besluit mer zullen worden overschreden, waarmee het bestemmingsplan het kader vormt voor mogelijk toekomstige besluiten over mer(-beoordelings)plichtige activiteiten. Om deze reden is voor het bestemmingsplan Buitengebied sprake van een planmer-plicht.

Ook is een planmer-plicht vanwege mogelijke significant negatieve effecten op Natura 2000 in het geval van het bestemmingsplan Buitengebied Uitgeest aan de orde. Aangezien significant negatieve effecten als gevolg van stikstofdepositie op de meest nabijgelegen Natura 2000-gebieden Noordhollands Duinreservaat, polder Westzaan, Wormer- en Jisperveld & Kalverpolder niet op voorhand kan worden uitgesloten dient een passende beoordeling te worden opgesteld.

Planmer-procedure

Als eerste stap in de planmer-procedure is een Notitie reikwijdte en detailniveau opgesteld. Met deze notitie zijn de overlegpartners geraadpleegd over de reikwijdte en het detailniveau van het planMER. Het planMER is gelijktijdig met het ontwerpbestemmingsplan in procedure gebracht en het planMER is getoets door de Commissie voor de mer. Het planMER vormt een bijlage bij het vast te stellen bestemmingsplan. Het planMER is al separate bijlage opgenomen in bijlage 1. Naar aanleiding van de toetsing door de Commissie voor de mer is een aanvulling op het planMER opgesteld. Deze aanvulling is als separate bijlage opgenomen in bijlage 2.

Resultaten en conclusies planMER

Uit de beschrijvingen en beoordelingen in het planMER blijkt dat effecten van de ontwikkelingsruimte in het bestemmingsplan Buitengebied Uitgeest over het algemeen beperkt zijn. Er ontstaan geen knelpunten in relatie tot de wettelijke normen en grenswaarden die vanuit de sectorale toetsingskaders gelden. In de regels van het bestemmingsplan wordt geborgd dat negatieve milieueffecten optreden. Zo zijn bij de verschillende afwijkingsmogelijkheden en wijzigingsbevoegdheden waar nodig eisen en voorwaarden opgenomen (bijvoorbeeld met betrekking tot landschappelijke inpassing of de verkeersaantrekkende werking).

Belangrijkste aandachtspunt dat volgt uit de effectbeschrijvingen in het planMER (en de aanvulling op het planMER) zijn de gevolgen van de mogelijke toename van stikstofdepositie. In het maximale scenario is de toename van stikstof aanzienlijk. In het realistische scenario zijn de toenames beperkt en nemen in sommige gebieden zelfs af. Vanwege de mogelijke effecten bij het benutten van de maximale ontwikkelingsruimte die het bestemmingsplan biedt, is er voor gekozen om in het bestemmingsplan binnen de Agrarische bestemming een gebruiksregel op te nemen waarin voorwaarden zijn opgenomen voor de uitbreiding van veehouderijen. Hiermee kunnen significante negatieve effecten op Natura 2000 worden uitgesloten.

Voor de andere milieuthema's zijn geen relevante negatieve milieueffecten te verwachten. Met de zonering die is opgenomen in het bestemmingsplan, de bouwmogelijkheden die daaraan zijn gekoppeld en de voorwaarden en uitgangspunten die daarbij in acht dienen te worden genomen, is op een goede manier invulling gegeven aan de in het bestemmingsplan geformuleerde kernpunten voor het buitengebied van Uitgeest. De openheid van het gebied blijft behouden, dat geldt ook voor bestaande natuurwaarden en cultuurhistorische waarden, via een wijzigingsbevoegdheid wordt daarnaast nieuwe natuurontwikkeling mogelijk gemaakt, het bestemmingsplan speelt in op verbreding en schaalvergroting in de landbouw en biedt ruimte aan vervolgfuncties.