direct naar inhoud van 2.2 Ruimtelijke structuur
Plan: Haven en bedrijventerrein 2011
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0450.BPHavenbedrijv2011-VG01

2.2 Ruimtelijke structuur

2.2.1 Ligging in groter verband

De gemeente Uitgeest ligt in het noordelijk deel van de regio Kennemerland. De kern Uitgeest ligt ten westen van rijksweg A9. Kennemerland maakt onderdeel uit van de noordwestvleugel van de Randstad waartoe ook het gebied rondom Haarlem en de noordelijke Duinrand behoren.

Uitgeest ligt op een restant van de meest oostelijke reeks van de tussen Haarlem en Alkmaar gelegen strandwallen. Landschappelijk gezien ligt Uitgeest daardoor in de overgangszone van het relatief hoog gelegen westelijk duin- en kustgebied naar de relatief laag en oostelijk gelegen uit veen en kleigronden bestaande poldergebieden. Karakteristiek is de afwisseling van duinen, strandwallen en strandvlakten ten westen van Uitgeest en (meer aan de oostzijde van Uitgeest) de door het water bepaalde structuur van de grillig verkavelde polders, de meren en plassen (waaronder het Uitgeestermeer en Alkmaardermeer), dijken en molens. Meer noordelijk en oostelijk liggen ook de beroemde recht en regelmatig verkavelde droogmakerijen van onder meer De Schermer en de Beemster. Het gebied ten oosten van de kern maakt deel uit van het Nationaal Landschap 'Laag Holland'. Ook bevindt zich hier nabij Krommenie het Nationaal landschap 'De Stelling van Amsterdam'.

Uitgeest wordt omgeven door agrarisch gebied. Rondom liggen de plaatsen Castricum in het westen, Akersloot in het noorden, Krommenie in het zuidoosten en Heemskerk in het zuidwesten.

2.2.2 Gebiedsbeschrijving

Omgeving plangebied

Het plangebied ligt aan de noordzijde van de kern Uitgeest en wordt begrensd door rijksweg A9 aan de oostzijde, de afrit Akersloot aan de noordzijde, de Meldijk aan de zuidzijde en - globaal gezien - door de Geesterweg, Limmerweg, Loet en Hoorne aan de westzijde. Het woongebied van Uitgeest en het daarbinnen gelegen centrum liggen ten zuiden van de wegen Uitgeesterweg, Geesterweg en Meldijk. Aan de noordwestzijde, noordzijde en oostzijde van het bedrijventerrein strekt zich het nog agrarisch georiënteerde buitengebied uit.

Aan de zuidoostzijde bevindt zich (verscholen achter de A9) het Uitgeestermeer. Het Uitgeestermeer vertakt zich onder de A9 door tot binnen het plangebied. Eén van deze vertakkingen loopt als watergang evenwijdig aan de A9 noordwaarts door om vervolgens het plangebied westwaarts te doorsnijden in de richting van 'De Kat'; een achtkante poldermolen, net buiten het plangebied. Iets meer noordelijk van 'De Kat' staat de achtkante poldermolen 'De Dog'. Het water vanuit het ten noorden en westen van Uitgeest gelegen poldergebied werd via de Hendriksloot aangevoerd naar deze molens. Deze molens zorgden eertijds dat het water vervolgens werd overgeslagen op de binnen het bedrijventerrein gelegen boezemsloot en van daar naar het Uitgeestermeer. Omdat bij de latere ontwikkeling van het woongebied en het bedrijventerrein afstand in acht is genomen tot de twee molens, zijn deze molens bepalend voor de ruimtelijke karakteristiek van de omgeving.

Karakteristieken plangebied

Het plangebied kenmerkt zich door de aanwezigheid van verschillende landschappelijke en cultuurhistorische elementen. Naast de reeds genoemde polderstructuur met waterlopen en molens, zijn ook de omgeving van de Meldijk en Nieuwland en de aanwezigheid van historische en streekeigen bebouwing (waaronder stolphuizen) van belang. De oorspronkelijke polderverkaveling en de aanwezigheid van historische bebouwings- en ontsluitingspatronen hebben geleid tot een ruimtelijk sterk gedifferentieerde, mozaïekachtige verkaveling van het plangebied.

De brede boezemsloot ten oosten van 'De Kat' draagt, mede door de groene oeverzones, bij aan een duidelijke geleding van het bedrijventerrein in een noordelijk en een zuidelijk deelgebied. Binnen het zuidelijk deelgebied zijn op basis van de historische ontwikkeling en de relatie met het water echter ook twee kleinere deelgebieden te onderscheiden. De scheiding wordt gevormd door de Molenstraat, Molenwerf en Populierenlaan. Het zuidwestelijk gelegen deel staat bekend als het gebied 'Haven'; het aan de andere zijde gelegen deel als 'Zuid'. Het grote deelgebied ten noorden van 'De Kat' betreft het deelgebied 'Noord'.

afbeelding "i_NL.IMRO.0450.BPHavenbedrijv2011-VG01_0002.jpg"

Het plangebied wordt aan de oostzijde ruimtelijk begeleidt door dubbele bomenrijen (langs het deelgebied 'Noord') en door een uit bosplantsoen bestaande opgaande singel (langs 'Zuid' en 'Haven'). Binnen het bedrijventerrein ontbreekt wegbeplanting en is de openbare groenstructuur beperkt tot de aanwezige waterlopen met aanliggende taludstroken. De boezemsloot van en naar de twee molens vormt dan ook een belangrijk ruimtelijk groenelement binnen het plangebied. Een belangrijke ruimtelijke kwaliteit is de aanwezigheid van de bebouwingsvrije kavels rondom de twee molens en de openheid van de polder rond Limmerkoog ten westen van de afslag Akersloot. Hierdoor dringt de landschappelijke kwaliteit van de polderstructuur via de Uitgeesterweg en Geesterweg door tot aan het bedrijventerrein én het noordelijk deel van het woongebied van Uitgeest.

afbeelding "i_NL.IMRO.0450.BPHavenbedrijv2011-VG01_0003.jpg"

Haven

Het gebied 'Haven' is het oudst en kenmerkt zich door de relatieve kleinschaligheid en de sterke verweving van wonen en werken. De haven is van oudsher een vestigingsplaats voor watergerelateerde bedrijvigheid en bouwnijverheid (houtverwerkende industrie). Wel neemt de recreatieve functie in dit gebied de laatste jaren steeds meer toe en worden de diverse nog aanwezige insteekhaventjes benut als aanlegplaats voor plezierboten. Aan de haven zijn dan ook meerdere bedrijven gevestigd die zich hebben gespecialiseerd in de bouw en herstel van pleziervaartuigen. De haven vormt hiermee een koppeling met de jachthaven aan de overzijde van rijksweg A9.

De belangrijkste ontsluitingswegen zijn de min of meer parallel gelegen Meldijk, Nieuwland en Populierenlaan. Doordat op meerdere plekken het water vanuit het Uitgeestermeer ver doordringt binnen dit deelgebied, is er echter sprake van een clustervormige verkaveling en bebouwingskarakteristiek. De meeste bedrijven zijn hier aan huis ontstaan waardoor er naast bedrijfswoningen ook burgerwoningen voorkomen. De meeste bedrijfsgebouwen zijn beperkt van omvang. Op een paar plaatsen komen grotere bedrijfsgebouwen voor met een maximale grootte van circa 1.400 m² en een maximale goot- en bouwhoogte van 7 respectievelijk 10 m.

Het deelgebied 'Haven' omvat ook het historische bebouwingspatroon van de Meldijk, Nieuwland en Hoorne. Plaatselijk is sprake van een 'opstrekkende' verkaveling, waarbij (met name aan de Meldijk) kavels zijn gesplitst in aparte woon- en bedrijfspercelen. De hoofdgebouwen staan daar vanaf de Meldijk gezien achter elkaar en worden ontsloten door doodlopende insteken vanaf de Meldijk ('stoepen'). Parkeerruimte binnen dit deelgebied met haar smalle wegprofielen is beperkt aanwezig. Het parkeren vindt plaats op de rijbaan dan wel op enkele aan insteken vanaf de ontsluitingswegen gelegen parkeerterreinen.

De Meldijk betreft een oude verbindingsweg vanuit Uitgeest via Polder de Uitgeester- en Heemskerkerbroek naar Krommeniedijk en Krommenie. Karakteristiek voor het binnen Uitgeest gelegen deel van de weg is het dichte bebouwingslint en de oorspronkelijk op het water georiënteerde bedrijvigheid. Het merendeel van de dicht op de weg gebouwde panden bestaat uit vrijstaande, maar dicht opeen geplaatste woningen in een beganegrondlaag en een bewoonbare kaplaag. Deze woningen staan vooral haaks op de weg. Sommige woningen zijn gebouwd als stolpwoning. Verspreid komen ook een aantal, soms statige, in twee bouwlagen onder kaplaag gebouwde herenhuizen voor. Met name aan de noordzijde van de straat zijn tussen de woningen een aantal doorsteken aanwezig. Deze doorsteken ontsluiten de veelal oorspronkelijk aan huis ontstane bedrijfjes. Ook lopen aan deze zijde enkele botenhaventjes door tot aan de straat. Hierdoor is plaatselijk sprake van een ruim zicht naar de achter de Meldijk en Nieuwland gelegen bedrijvigheid bij het water.

Bij de Hoorne en Nieuwland is sprake van een sterkere afwisseling van bedrijven en woonbebouwing. De bedrijven staan hier ook voor een belangrijk deel direct aan de straat. De woonbebouwing is vergelijkbaar met die aan de Meldijk. De aanwezigheid van een aan de andere zijde van de A9 gelegen jachthaven, heeft zowel bij de Meldijk als Nieuwland geleid tot een mede op de watersport georiënteerde bedrijvigheid. De tussen het bedrijventerrein en de A9 gelegen waterloop wordt bovendien benut als aanlegplaats voor 10 woonschepen. De maximale hoogte van deze woonschepen bedraagt 5 m. De strook tussen de woonschepen en de weg wordt gebruikt als voortuin bij deze woonschepen. Hier staan bijgebouwen met een maximale hoogte van 3 m en een maximumoppervlak van 9 m².

Zuid

Dit deel is pas ontwikkeld rond de 70'er jaren van de vorige eeuw en kent een grootschaliger bebouwingspatroon waarbij burger- of bedrijfswoningen ontbreken. Het verkavelingspatroon van dit meer planmatig ontwikkelde deelgebied is duidelijk ruimer opgezet dan van het meer historisch gegroeide deelgebied 'Haven'. Het gebied wordt ontsloten door de Molenstraat, Molenwerf en de parallel aan de A9 gelegen noordtak van de Populierenlaan. Doordat deze wegen enigszins onder een hoek ten opzichte van elkaar liggen, staan de gebouwen soms onder een hoek aan de ontsluitende weg of gedraaid ten opzichte van elkaar. Lange rechtstanden ontbreken. Het parkeren vindt deels plaats op het eigen erf en deels aan de straat met behulp van langs- en haaksparkeervakken. De bebouwing bestaat uit overwegend rechthoekige, plat afgedekte bedrijfshallen en loodsen met kantoorvolumes in twee en soms drie bouwlagen. De maximale bouwhoogte van de bedrijfshallen en de kantoorruimten bedraagt 10 tot 14 m. Bij de bouwhoogte is rekening gehouden met de aanwezigheid van de molens. Hierdoor is de bouwhoogte aan de oostzijde hoger dan aan de westzijde en is een deel van het bedrijventerrein niet bebouwd. Op deze onbebouwde gronden vindt vaak onafgeschermde opslag plaats.

Noord

Het noordelijk deelgebied van het bedrijventerrein is het meest recent ontwikkeld, namelijk in de decennia rond de eeuwwisseling. Plaatselijk komen nog enkele niet bebouwde kavels voor. Ook hier is sprake van een planmatig ontwikkeld, sterk gemengd bedrijventerrein zonder bedrijfswoningen. Alleen aan de Geesterweg komen nog drie oorspronkelijk reeds aanwezige woningen voor, namelijk twee burgerwoningen en een bedrijfswoning. Opmerkelijk voor dit deelgebied is de grillige op het oorspronkelijke landschapspatroon gebaseerde verkaveling, de slingerende interne ontsluitingsweg (Westerwerf en Molenwerf), de aanwezigheid van een tweetal oorspronkelijke stolpboerderijen en de nabijheid van de molens. De aanwezigheid van de molens heeft (op basis van de molenbiotoop) geleid tot het deels onbebouwd laten van het bedrijventerrein en tot een iets lagere bouwhoogte in de meer westelijk gelegen bebouwingszone van het bedrijventerrein. De bedrijven binnen deze westelijke bebouwingszone worden direct ontsloten vanaf de Geesterweg. De meer noordelijk en oostelijk gelegen bedrijven worden ontsloten door middel van de binnen het bedrijventerrein aanwezige route van de Westerwerf en Molenwerf. Deze route sluit op twee plaatsen aan op de Geesterweg.

Het parkeren geschiedt voor een deel aan de straat (langs- en haaksparkeervakken), maar voor het merendeel op eigen erf. Plaatselijk vindt vanaf de straat zichtbare opslag plaats in de openlucht.

De bebouwing staat voor het merendeel evenwijdig aan de straat, maar door het slingerende wegenpatroon komen veel hoekverdraaiingen voor. Met name in het meest noordelijk deel en ter hoogte van de aansluiting van de Molenwerf op de Westerwerf staan veel gebouwen onder een schuine hoek ten opzichte van elkaar. Er is sprake van een grote variatie in de omvang van de bedrijven en bedrijfsgebouwen (tot bijna 9.000 m²). De meeste gebouwen zijn gerealiseerd onder plat dak. De maximale bouwhoogte bedraagt tussen de 6 en 14 m. Ook in dit deel van het plan is rekening gehouden met de aanwezigheid van de molens en is in het westelijk deel een lagere maximale bouwhoogte opgenomen dan in het oostelijk gedeelte.