direct naar inhoud van Artikel 10 Verkeer - Verblijfsgebied
Plan: Haven en bedrijventerrein 2011
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0450.BPHavenbedrijv2011-VG01

Artikel 10 Verkeer - Verblijfsgebied

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. verblijfsgebied met een functie voor verblijf, verplaatsing en gebruik ten dienste van de aangrenzende bestemmingen;
  • b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen, nutsvoorzieningen, reclame-uitingen, bruggen, ondergrondse containers en water.

10.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  • a. op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan ten behoeve van de verkeersregeling, de verkeers- of wegaanduiding of de verlichting bedraagt ten hoogste 3 m.

10.3 Wijzigingsbevoegdheid

Het college van burgemeester en wethouders kunnen de gronden met de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 1' wijzigen in de bestemming 'Bedrijf' onder de volgende voorwaarden:

  • 1. dat de bestemming 'Horeca' op de gronden met de bestemming V-VB met de nadere aanduiding 'parkeerterrein' in zijn geheel komt te vervallen;
  • 2. dat de bestemming 'Horeca' gelegen aan de Westerwerf 1 in zijn geheel of gedeeltelijk komt te vervallen.
  • 3. dat onder gedeeltelijk vervallen wordt verstaan dat de Horeca-activiteiten met de categorie voor de voormalige discotheek Bob's Party Saloon (geldt dus niet voor bar dancing De Turbo) komt te vervallen dat na wijziging de horeca-activiteiten 1 en 2 uit bijlage 2 alsmede zalenverhuur en partycentrum in dit gedeelte van het pand mogen worden uitgeoefend;
  • 4. dat maximaal 80% van de gronden met de nadere aanduiding 'parkeerterrein mogen worden bebouwd, waarbij de maximale hoogte van bouwwerken maximaal 14 meter mag bedragen;
  • 5. de bouwhoogte van erfafscheidingen bedraagt ten hoogste 3 m;
  • 6. de bouwhoogte van lichtmasten bedraagt ten hoogste 9 m;
  • 7. de bouwhoogte van vlaggenmasten bedraagt ten hoogste 6 m, met een maximum van 5 stuks per bouwperceel;
  • 8. de bouwhoogte van overige bouwwerken geen gebouwen zijnde bedraagt ten hoogste 10 m en
  • 9. artikel 3.3 met de specifieke gebruiksregels op deze wijzigingsbevoegdheid van toepassing is.