direct naar inhoud van Artikel 31 Algemene aanduidingsregels
Plan: Woongebieden Kern Schagen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0441.BPWOONGSCHAGEN-OH01

Artikel 31 Algemene aanduidingsregels

31.1 geluidzone - industrie
31.1.1 Aanduidingsomschrijving

De gronden ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie' zijn, naast voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en instandhouding van de geluidsruimte in verband met de nabijheid van een inrichting als bedoeld in artikel 41 van de Wet geluidhinder.

31.1.2 Bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mogen geen nieuwe woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen worden gebouwd.

31.1.3 Afwijking van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 31.1.2 voor het bouwen van nieuwe woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, mits de geluidsbelasting vanwege het industrieterrein van de gevels van deze woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een verkregen hogere grenswaarde.

31.2 veiligheidszone - lpg
31.2.1 Aanduidingsomschrijving

De gronden ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van het verblijfsklimaat in verband met een lpg-installatie.

31.2.2 Kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten

In afwijking van het bepaalde bij de daar voorkomende bestemmingen zijn op de in artikel 31.2.1 bedoelde gronden geen nieuwe kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten toegestaan.

31.2.3 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 31.2.2 voor het toestaan van nieuwe beperkt kwetsbare objecten, mits ter plaatse een aanvaardbaar verblijfsklimaat kan worden gerealiseerd.

31.3 wro zone- wijzigingsgebied 1

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, overeenkomstig de Wet ruimtelijke ordening, het bestemmingsplan ter plaatse van de wro-zone - wijzigingsgebied 1 te wijzigen in de bestemming Bedrijven in milieucategorie 1 en 2 als bedoeld in de bij deze regels behorende Staat van bedrijfsactiviteiten, Kantoor, Horeca, Maatschappelijk, Recreatie, Verkeer met bijbehorende nutsvoorzieningen, water en voorzieningen voor waterhuishouding, groenvoorzieningen en parkeervoorzieningen met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  • a. ten behoeve van de nieuwe bestemmingen mogen gebouwen worden opgericht waarbij de bouwhoogte van gebouwen niet meer mag bedragen dan 12 meter;
  • b. voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden de regels zoals opgenomen in artikel 19.2.4;
  • c. omliggende bedrijven mogen niet in hun bedrijfsvoering of ontwikkelingsmogelijkheden worden beperkt;
  • d. de uitvoerbaarheid van het wijzigingsplan is gewaarborgd, in verband waarmee in elk geval aangetoond moet worden dat:
    • 1. er geen milieuhygiënische beperkingen bestaan;
    • 2. voldaan wordt aan het bepaalde in de Flora- en faunawet;
    • 3. geen onevenredige aantasting van aan de grond eigen zijnde archeologische waarden zal plaatsvinden;
    • 4. het wijzigingsplan financieel uitvoerbaar is.
31.4 wro zone- wijzigingsgebied 2

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, overeenkomstig de Wet ruimtelijke ordening, het bestemmingsplan ter plaatse van de wro-zone - wijzigingsgebied 2 te wijzigen in de bestemmingen Maatschappelijk, Tuin en-/of Wonen met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  • a. omliggende bedrijven mogen niet in hun bedrijfsvoering of ontwikkelingsmogelijkheden worden beperkt;
  • b. de uitvoerbaarheid van het wijzigingsplan is gewaarborgd, in verband waarmee in elk geval aangetoond moet worden dat:
    • 1. er geen milieuhygiënische beperkingen bestaan;
    • 2. voldaan wordt aan het bepaalde in de Flora- en faunawet;
    • 3. geen onevenredige aantasting van aan de grond eigen zijnde archeologische waarden zal plaatsvinden;
    • 4. het wijzigingsplan financieel uitvoerbaar is.
31.5 dorpsveld
31.5.1 Aanduidingsomschrijving

Op gronden ter plaatse van de aanduiding 'dorpsveld' gelden behalve de andere voorkomende bestemmingen de volgende regels:

  • a. de maximale bouwdiepte van de hoofdgebouwen bedraagt 11 m;
  • b. bij woningen mogen bijbehorende bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd waarbij in afwijking van artikel 20 de volgende maten gelden:
    • 1. situering: in de zij- of achtertuin en minimaal 1 meter achter de voorgevelrooilijn;
    • 2. maximum oppervlak bijbehorend bouwwerk: 30 m2;
    • 3. maximum bouwhoogte bijbehorend bouwwerk: 3,50 meter.
  • c. Bij woningen mogen bouwwerken geen gebouwen zijnde ten dienste van deze bestemming worden gebouwd waarbij in afwijking van artikel 19 de volgende maten gelden:
    • 1. de bouwhoogte van erfafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m;
    • 2. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouw mag niet meer bedragen dan 3 m.
  • d. voor de in artikel 31.5.1 genoemde gronden gelden de volgende gebruiksregels:
    • 1. maximum aantal woningen: 245;
    • 2. minimum parkeernorm: 1,3 parkeerplaats per woning;
    • 3. maximum parkeernorm: 1,9 parkeerplaats per woning.
31.6 monumentale of waardevolle boom

Op gronden ter plaatse van de aanduiding 'monumentale of waardevolle boom' gelden behalve de andere voorkomende bestemmingen de volgende regels:

  • a. er mag niet worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding 'monumentale of waardevolle boom';
  • b. Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in sub a voor het bouwen op gronden met de aanduiding 'monumen-tale of waardevolle boom' indien de groeiontwikkelingsmogelijkheden van de mo-numentale of waardevolle boom hierdoor niet worden aangetast.