direct naar inhoud van Artikel 11 Maatschappelijk
Plan: Woongebieden Kern Schagen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0441.BPWOONGSCHAGEN-OH01

Artikel 11 Maatschappelijk

11.1 Bestemmingsomschrijving
11.1.1 Algemeen

De voor Maatschappelijk aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maatschappelijke voorzieningen;

en tevens voor:

  • b. speelterreinen ter plaatse van de aanduiding 'speelvoorziening';
  • c. een monumentale of waardevolle boom ter plaatse van de aanduiding 'monumentale of waardevolle boom';

met dien verstande dat:

  • d. uitsluitend op gronden ter plaatse van de aanduiding 'zorgwoning' zorgwoningen zijn toegestaan;
  • e. uitsluitend op gronden ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats' begraafplaatsen zijn toegestaan met bijbehorende voorzieningen;
  • f. uitsluitend op gronden ter plaatse van de aanduiding 'kas' kassen zijn toegestaan;
  • g. ondergeschikte horeca;

en tevens voor:

  • h. openbare nutsvoorzieningen;
  • i. groenvoorzieningen;
  • j. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;

met bijbehorende bouwwerken, paden, wegen, tuinen, erven en verkeers- en verblijfsvoorzieningen.

11.1.2 Bedrijfsvloeroppervlak ondergeschikte horeca

Voor de in artikel 11.1.1 onder g genoemde ondergeschikte horeca geldt, dat het bedrijfsvloeroppervlak maximaal het bestaande bedrijfsvloeroppervlak bedraagt.

11.1.3 Bedrijfswoningen

Bedrijfswoningen zijn niet toegestaan.

11.2 Bouwregels
11.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van maatschappelijke voorzieningen gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen dienen binnen een bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. indien aangegeven, mag de goothoogte van gebouwen niet meer bedragen dan de aangegeven goothoogte;
  • c. de bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan de aangegeven bouwhoogte;
  • d. indien een goothoogte is aangegeven, dienen de hoofdgebouwen verplicht te worden voorzien van een kap met een helling tussen de 20 en 60 graden met dien verstande dat bestaande afwijkende hellingen (zoals lessenaarskappen) zijn toegestaan;
  • e. het bebouwingspercentage van het bouwvlak bedraagt maximaal het ter plaatse van de aanduiding maximum bebouwingspercentage aangegeven bebouwingspercentage; indien geen bebouwingspercentage is aangegeven mag het bouwvlak volledig worden bebouwd;
  • f. ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding - dove gevel' is het bouwen van geluidgevoelige delen van gebouwen uitsluitend toegestaan indien de gevels zijn uitgevoerd als dove gevel, tenzij uit akoestisch onderzoek blijkt dat de geluidbelasting op één of meerdere gevels van de geluidgevoelige delen van de gebouwen lager of gelijk is aan de overeenkomstig de Wet geluidhinder vastgestelde hogere grenswaarde;
  • g. in afwijking van het bepaalde onder a tot en met f mag niet worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding 'monumentale of waardevolle boom'.
11.2.2 Begraafplaats

Op gronden met de aanduiding 'begraafplaats' mogen bouwwerken worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte mag niet meer bedragen dan 200 m2;
  • b. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 3.50 m;
  • c. de bouwwerken dienen plat te worden afgedekt;
11.2.3 Kassen

Op gronden met de aanduiding 'kas' mag uitsluitend een kas ten behoeve van educatieve doeleinden worden gebouwd met een maximale bouwhoogte van 5 meter.

11.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erfafscheidingen bedraagt maximaal 2 m;
  • b. de bouwhoogte van speelvoorzieningen bedraagt maximaal 4 m;
  • c. de bouwhoogte van vlaggenmasten bedraagt maximaal 6 m;
  • d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, bedraagt maximaal 3 m;
  • e. in afwijking van het bepaalde onder a tot en met d mag niet worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding 'monumentale of waardevolle boom'.
11.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 11.2 voor het bouwen op gronden met de aanduiding 'monumentale of waardevolle boom' indien de groeiontwikkelingsmogelijkheden van de monumentale of waardevolle boom hierdoor niet worden aangetast.