direct naar inhoud van Artikel 8 Horeca
Plan: Warmenhuizen
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0441.BPWHZ2011-OH01

Artikel 8 Horeca

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor “Horeca” aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. gebouwen ten behoeve van:
    • 1. horecabedrijven van categorie 1 en 2;
    • 2. bedrijfswoning, ter plaatse van de aanduiding "bedrijfswoning" al dan niet in combinatie met ruimte voor mantelzorg;

waarbij de instandhouding en/of het herstel van de bestaande karakteristieke hoofdvorm van gebouwen wordt nagestreefd, ter plaatse van de aanduiding "karakteristiek";

  • b. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij een bedrijfswoning;

met de daarbij behorende:

  • c. tuinen en erven;
  • d. groenvoorzieningen;
  • e. openbare nutsvoorzieningen;
  • f. verkeers- en verblijfsvoorzieningen;
  • g. water;
  • h. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
8.2 Bouwregels
8.2.1 Gebouwen en overkappingen

Voor het bouwen van de in lid 8.1 sub a. onder 1 genoemde gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. een gebouw of overkapping zal binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de goot- en bouwhoogte van een gebouw of overkapping zullen ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding “maximale goot- en bouwhoogte (m)” aangegeven hoogte bedragen.
8.2.2 Bedrijfswoning

Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende regels:

  • a. een bedrijfswoning zal uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding “bedrijfswoning”;
  • b. de afstand van een bedrijfswoning tot de zijdelingse perceelgrens zal ten minste 3,00 bedragen, dan wel de bestaande afstand indien deze minder is;
  • c. de goot- en bouwhoogte van een bedrijfswoning zal ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding “maximale goot - bouwhoogte(m)” aangegeven hoogte bedragen;
  • d. de dakhelling van een bedrijfswoning zal ten minste 30° en ten hoogste 60° bedragen, dan wel de bestaande dakhelling indien deze meer respectievelijk minder is.
8.2.3 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij een bedrijfswoning

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij een bedrijfswoning gelden de volgende regels:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte van gebouwen en overkappingen zal niet meer bedragen dan:
    • 1. 60 m², bij bouwpercelen tot en met een oppervlakte van 500 m², dan wel de bestaande oppervlakte indien deze meer is;
    • 2. 100 m², bij bouwpercelen met een oppervlakte van meer dan 500 m², dan wel de bestaande oppervlakte indien deze meer is;

met dien verstande dat:

      • ten hoogste 50% van een bouwperceel mag worden bebouwd, dan wel de bestaande oppervlakte indien deze meer is, met dien verstande dat de oppervlakte van het bouwvlak niet in dit percentage is begrepen;
      • de gezamenlijke oppervlakte van gebouwen en overkappingen niet meer dan 100% van de oppervlakte van het hoofdgebouw mag bedragen, dan wel de bestaande oppervlakte indien deze meer is;
  • b. de goothoogte van aan en uitbouwen en overkappingen zal ten hoogste 3,00 m bedragen, dan wel ten hoogste de hoogte van de bovenzijde van de afgewerkte vloer van de eerste verdieping van het hoofdgebouw waar aan wordt gebouwd, indien deze meer is;
  • c. de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen zal ten hoogste 4,00 m bedragen;
  • d. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen zal ten hoogste 5,00 m bedragen;
  • e. de bouwhoogte van overkappingen zal ten hoogste 3,00 m bedragen.
8.2.4 Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 2,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel ten hoogste 1,00 m zal bedragen;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde zal ten hoogste 5,00 m bedragen.
8.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gronden en bouwwerken voor bewoning;
  • b. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor de uitoefening van detailhandel.