direct naar inhoud van Artikel 7 Recreatie - Verblijfsrecreatie 3
Plan: Recreatieterreinen Harenkarspel
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0441.BPREC2009-OH01

Artikel 7 Recreatie - Verblijfsrecreatie 3

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. recreatiewoningen waarbinnen permanente bewoning is toegestaan al dan niet in combinatie met een beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis en/of mantelzorg ;
  • b. vrijstaande bergingen;
  • c. gebouwen, waaronder overkappingen, ten behoeve van beheer en onderhoud;

met de daarbijbehorende:

  • d. tuinen, erven en terreinen;
  • e. sport- en speelterreinen;
  • f. wegen en paden, waarbij de toegang tot de terreinen uitsluitend is toegestaan ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van verkeer - toegang";
  • g. parkeervoorzieningen;
  • h. beplanting en bebossing;
  • i. water;
  • j. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

7.2 Bouwregels
7.2.1 Bebouwingsregeling

Voor het bouwen van bouwwerken geldt de volgende regel:

  • a. er zullen geen bouwwerken worden gebouwd, ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding uitgesloten - bebouwing";
  • b. er zullen geen gebouwen worden gebouwd, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van verkeer - toegang".
7.2.2 Recreatiewoningen

Voor het bouwen van de in lid 7.1. onder a genoemde bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. de oppervlakte van een recreatiewoning zal ten hoogste 100 m² bedragen, tenzij de bestaande oppervlakte meer bedraagt, in welk geval de oppervlakte ten hoogste de bestaande oppervlakte zal bedragen;
  • b. de inhoud van een recreatiewoning zal ten hoogste 250 m³ bedragen, tenzij de bestaande inhoud meer bedraagt, in welk geval de inhoud ten hoogste de bestaande inhoud zal bedragen;
  • c. de goothoogte van een recreatiewoning zal ten hoogste 3,00 m bedragen;
  • d. de bouwhoogte van een recreatiewoning zal ten hoogste 6,00 m bedragen, waarbij een tweede bouwlaag in de kap is toegestaan, dan wel ten hoogste de bestaande bouwhoogte ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - bestaande bouwhoogte";
  • e. de onderlinge afstand tussen recreatiewoningen zal ten minste 5,00 m bedragen, tenzij de bestaande afstand minder bedraagt, in welk geval de onderlinge afstand ten minste de bestaande afstand zal bedragen;
  • f. de afstand tot de perceelgrens zal ten minste 2,00 m bedragen, tenzij de bestaande afstand minder bedraagt, in welk geval de afstand tot de perceelgrens ten minste de bestaande afstand zal bedragen.

7.2.3 Vrijstaande bergingen

Voor het bouwen van vrijstaande bergingen bij recreatiewoningen gelden de volgende regels:

  • a. per recreatieverblijf zal ten hoogste één vrijstaande berging worden gebouwd;
  • b. de oppervlakte van een vrijstaande berging zal ten hoogste 8,00 m² bedragen;
  • c. de oppervlakte van het dak van een vrijstaande berging zal ten hoogste 10,00 m² bedragen;
  • d. de bouwhoogte van een vrijstaande berging zal ten hoogste 3,00 m bedragen.

7.2.4 Bouwwerken ten behoeve van beheer en onderhoud

Voor het bouwen van de in lid 7.1. onder c genoemde bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. de goothoogte van de gebouwen of overkappingen zal ten hoogste 4,50 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van de gebouwen of overkappingen zal ten hoogste 12,00 m bedragen;
  • c. de dakhelling van de gebouwen of overkappingen, zal ten hoogste 60º bedragen.

7.2.5 Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 10,00 m bedragen.
7.3 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden, het straat- en bebouwingsbeeld, de verkeersveiligheid en de woonsituatie, worden afgeweken van:

  • het bepaalde in lid 7.2.2. onder c in die zin dat de goothoogte van een recreatieverblijf ten hoogste 4,50 m zal bedragen.

7.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gebouwen voor de huisvesting van elders werkzaam zijnde seizoenarbeiders;
  • b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een beroeps- of bedrijfsmatige activiteit aan huis, zodanig dat de beroeps- c.q. bedrijfsvloeroppervlakte meer bedraagt dan 30% van de totale gezamenlijke begane vloeroppervlakte van de recreatiewoning, met dien verstande dat deze oppervlakte niet meer mag bedragen dan 50 m²;
  • c. het verwijderen van terrein afschermende beplanting, anders dan in de vorm van normaal onderhoud.