Plan: | Grotenhuyshof 2017 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0439.BPGROTENH2017-va01 |
In deze regels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan "Grotenhuyshof 2017" met identificatienummer NL.IMRO.0439.BPGROTENH2017-va01 van de gemeente Purmerend.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
de analoge en digitale voorstelling van de in het bestemmingsplan opgenomen digitale ruimtelijke informatie.
een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
een beroep of bedrijf, dat in een woning door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt, waarvoor geen melding- of vergunningplicht op grond van het Activiteitenbesluit milieubeheer geldt en dat naar aard, omvang en ruimtelijke uitstraling past in de woonomgeving.
de van de weg afgekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één van de weg afgekeerde gevel, de gevel die kennelijk als zodanig moet worden aangemerkt.
een bouwkundige constructie van enige omvang, welke direct en duurzaam met de grond is verbonden, niet zijnde een hoofdgebouw of een bijbehorend bouwwerk.
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, gericht op het verzenden en/of ontvangen van telecommunicatie-verkeer met inbegrip van de daarbij behorende technische installaties.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
een aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van het bouwperceel aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd.
een onderneming waarbij de bedrijfsactiviteiten gericht zijn op het produceren, vervaardigen, bewerken, herstellen, installeren, inzamelen en verhandelen van goederen, alsmede verhuur, opslag en distributie van goederen.
de onderste bouwlaag van een gebouw, geen kelder/verdieping zijnde.
afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen, die op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
bouwwerk, dat op het tijdstip van de ter inzage legging van het ontwerp van dit bestemmingsplan is of kan worden gebouwd met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
gebruik, dat op het tijdstip van de ter inzage legging van het ontwerp van dit bestemmingsplan is of kan worden toegestaan met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning.
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd bouwwerk met een dak.
een gebouw dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw, al dan niet verbonden met het hoofdgebouw.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
de grens van een bouwvlak.
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat is begrensd door op (nagenoeg) gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
een grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct en/of indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
iedere bovenbeëindiging van een gebouw.
een constructie ter vergroting van een gebouw, die zich tussen de dakgoot en de nok van een dakvlak bevindt, waarbij deze constructie onder de noklijn is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlak is geplaatst.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen, verhuren en/of leveren van goederen aan personen die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden, waaronder zijn begrepen kapperszaken, schoonheidsinstituten, fotostudio's, yogascholen en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf en een seksinrichting.
de bouwlaag op de begane grond.
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voorzover een bestemmingsplan of beheersverordening van toepassing is, deze die inrichting niet verbieden.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
een ruimte, welke door haar indeling en inrichting geschikt is om uitsluitend of hoofdzakelijk te worden gebruikt voor administratieve en/of dienstverlenende werkzaamheden.
een bouwlaag onder een gebouw die geheel of grotendeels beneden het aanliggende terrein is gelegen.
voortbrengsel van de beeldende kunsten; kunstuiting.
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, ten behoeve van civieltechnische en/of infrastructurele doeleinden, zoals een brug, een dam, een duiker, een tunnel, een viaduct, een aquaduct, een sluis, dan wel een daarmee gelijk te stellen voorziening.
een plek voor het aanleggen van woonschepen waarbij de duur van het aanleggen een permanent karakter heeft.
het oppervlak (of de hoogte daarvan) van het land of de bovenkant van het terrein dat een bouwwerk omgeeft.
het tijdig uitvoeren van vast en variabel onderhoud, gericht op de instandhouding dan wel het herstel van aanwezige bouwwerken, gronden, waarden en kwaliteiten.
voorzieningen ten behoeve van het openbaar nut, zoals ten behoeve van de levering van elektriciteit, gas, (stads-)verwarming, blus- en drinkwater en telecommunicatiediensten, alsmede ten behoeve van riolering en afvalinzameling (inclusief de aan deze voorzieningen bevestigde reclameobjecten).
onzelfstandige functie die behoort bij een toegestane bedrijfsuitoefening, daaraan nauw aansluit en zowel bedrijfseconomisch als ruimtelijk een ondergeschikt onderdeel uitmaakt van de bedrijfsuitoefening.
het hoofdgebouw zoals dat ten tijde van de afronding van de bouwwerkzaamheden, overeenkomstig de voor het hoofdgebouw verleende vergunning, is opgeleverd. Het betreft dus het hoofdgebouw zoals dat in eerste instantie is gebouwd.
elk bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat een overdekte ruimte met niet meer dan drie wanden vormt.
de grens van een (bouw)perceel.
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
openbare voorzieningen van geringe afmetingen, zoals banken, bloemen- en plantenbakken, abri's, straatverlichting, wegbebakening en -bewijzering, brievenbussen, (afval)bakken, rijwielstandaards en andere hiermee gelijk te stellen voorzieningen. Tevens de op of bij de weg behorende bouwwerken en voorzieningen, zoals verkeersgeleiders, verkeersborden, brandkranen, lichtmasten, parkeermeters, stadsplattegronden, zitbanken, bloem- en plantenbakken, papier-, glas- en andere inzamelbakken, kunstobjecten, gedenktekens, draagconstructies voor reclame alsmede telefooncellen, abri's, vlaggenmasten, en andere, hiermee gelijk te stellen bouwwerken en voorzieningen.
de bouwlagen boven de bouwlaag op de begane grond.
het totale oppervlak van de vloeren van alle bouwlagen van een gebouw.
de gevel van het hoofdgebouw die door zijn aard, functie, constructie of uitstraling als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt, mede gezien de situering van het huisnummer, brievenbus, voordeur en uitrit.
denkbeeldige lijn waarin een (of meer) gevel(s) van een gebouw word(t)(en) geplaatst en die is gelegen aan de zijde van de aan de weg gelegen perceelsgrens.
(een gedeelte van) een gebouw geschikt en bestemd voor de huisvesting van personen, anders dan voor recreatieve doeleinden.
een voor bewoning bestemd gebouw dat is geplaatst op een standplaats, zoals bedoeld in de Woningwet, en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst.
een aangewezen plaats voor de stalling van woonwagens en de daarbij behorende bijgebouwen.
het deel van het bouwperceel uitgedrukt in procenten dat bebouwd mag worden.
de afstand tussen bouwwerken onderling alsmede de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstand het kleinst is.
vanaf het peil tot aan de hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, zonnepanelen/zonnecollectoren, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en/of het hart van de scheidsmuren.
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
vanaf de afdekking van de bovenste bouwlaag tot aan het hoogste punt van de dakopbouw.
vanaf het peil tot aan de as van de windturbine.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
de oppervlakte van alle op een bouwperceel gelegen bouwwerken tezamen.
bij het meten worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits deze bouwdelen niet meer dan 1 meter buiten het gevel- of dakvlak uitsteken en mits de overschrijding van bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 meter bedraagt dan wel de bestaande maat. Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van de goot- en bouwhoogte van een bouwwerk worden wolfseinden buiten beschouwing gelaten.
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de gronden van de betreffende bestemming mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de bestemming worden gebouwd, met uitzondering van gebouwen voor nutsvoorzieningen. De maximale bouwhoogte voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde is opgenomen in lid 2 van artikel 8 (Algemene bouwregels). De maximale bouwhoogte van gebouwen voor nutsvoorzieningen bedraagt ten hoogste 3 meter.
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de gronden van de betreffende bestemming mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd. De maximale bouwhoogte voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde is opgenomen in lid 2 van artikel 8 (Algemene bouwregels).
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd.
De maximale bouwhoogte voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde is opgenomen in lid 2 van artikel 8 (Algemene bouwregels).
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
De maximale bouwhoogte voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde is opgenomen in lid 2 van artikel 8 (Algemene bouwregels).
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
De bouwgrenzen mogen in afwijking van aanduidingsgrenzen, aanduidingen en bestemmingsregels worden overschreden door:
Tenzij reeds in hoofdstuk 2 bepaald is, bedraagt de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten hoogste:
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in dit lid ten behoeve van het bouwen van objecten van beeldende kunst met een bouwhoogte van maximaal 15 meter.
Met betrekking tot antenne-installaties geldt dat antenne-installaties als bedoeld in bijlage II van het Besluit omgevingsrecht, niet zijnde bouwvergunningvrije installaties, niet zijn toegestaan.
Ondergronds bouwen is uitsluitend toegestaan daar waar op grond van dit bestemmingsplan gebouwen mogen worden gebouwd, met een verticale diepte van maximaal één bouwlaag, waarvan de verticale diepte niet meer dan 3 meter beneden het peil mag bedragen.
woningen: | norm: | |
woningen t/m 49 m2 | 0,7 parkeerplaats per woning | |
woningen van 50 t/m 65 m2 | 1,5 parkeerplaats per woning | |
woningen vanaf 66 m2 | 1,7 parkeerplaats per woning |
Met een omgevingsvergunning kan - tenzij op grond van hoofdstuk 2 reeds kan worden afgeweken van de bouwregels - worden afgeweken van de planregels met betrekking tot:
De omgevingsvergunning wordt niet verleend, indien daardoor onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen mogen ten hoogste 3 meter bedragen en het bestemmingsvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot.
Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:
Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:
Deze regels worden aangehaald als Regels van het bestemmingsplan Grotenhuyshof 2017.