direct naar inhoud van 5.6 Bodemkwaliteit
Plan: De Gors e.o. 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0439.BPGORS2010-va01

5.6 Bodemkwaliteit

5.6.1 Beleid en normstelling

Volgens artikel 9 van het Besluit op de ruimtelijke ordening zullen burgemeester en wethouders in verband met de uitvoerbaarheid van het plan onder meer onderzoek verrichten naar de bodemgesteldheid. Nieuwe bestemmingen dienen bij voorkeur op schone grond te worden gerealiseerd. In de bestaande stad is dit niet in alle gevallen mogelijk in verband met de aanwezigheid van eventuele historische verontreinigingen. Teneinde maatschappelijke en/of ruimtelijke ontwikkelingen niet onnodig te frustreren als gevolg van de aanwezigheid van bodemverontreiniging, is het mogelijk om onder voorwaarden bestemmingen op een verontreinigde bodem te realiseren.

Een en ander is ook verwoord in het in 2005 door burgemeester en wethouders vastgestelde bodembeleidsplan van de gemeente Purmerend en het hieraan gekoppelde bodembeheerplan en bodemkwaliteitskaart. Met deze instrumenten wordt invulling gegeven aan de gemeentelijke taak met betrekking tot actief bodembeheer.

In 2002 heeft de gemeente de actie tankslag afgerond, waarbij burgers, bedrijven en instellingen in de gelegenheid zijn gesteld om een op hun perceel aanwezige tank te melden (wettelijke verplichting) en vervolgens te saneren. Het valt echter niet uit te sluiten dat zich in het plangebied nog één of meerdere tanks bevinden die niet zijn aangemeld. Hierop is het Besluit Opslaan in Ondergrondse Tanks (met ingang van 1 januari 2008, het Activiteitenbesluit) van toepassing. Nieuwe gevallen worden per geval beoordeeld en zo nodig wordt handhaving ingezet teneinde de ondergrondse tank en eventuele bodemverontreiniging te saneren.

Ook is binnen de gemeente een bodeminformatiesysteem aanwezig. In dit systeem is de bij de gemeente bekende bodeminformatie geregistreerd. Dit systeem wordt ook in het kader van de bodemtoets bij bouwaanvragen regelmatig geraadpleegd en voortdurend geactualiseerd met nieuwe onderzoeksgegevens of geplande en gerealiseerde bodemsaneringen.

In het plangebied zijn verschillende bodemsaneringslocaties bekend. Daarnaast worden er lopende activiteiten ten aanzien van de bodem in het plangebied ondernomen.

Gesaneerde locaties

  • Wielingenstraat e.o.;
  • Stationsbuurt;
  • Oeverlanden;
  • P3 (terrein voormalige Gasfabriek);
  • voormalig terrein NZH garage aan de Jaagweg 1;
  • voormalig terrein Knook aan de Jaagweg;
  • locatie Zijp automobielbedrijf, aan de Purmersteenweg 3;
  • Shell, Waterlandlaan 109;
  • voormalige stortplaats Oudelandsdijkje.

Door het vaststellen van het bodembeleid, het bodembeheersplan en de bodemkwaliteitskaart heeft de gemeente invulling gegeven aan haar beleidsvrijheid op het gebied van bodemtaken. Bij bestemmingsplanprocedures en projectbesluitprocedures kunnen deze instrumenten ingezet worden, waardoor er in de praktijk steeds minder vaak bodemonderzoek en bodemsanering dient te worden uitgevoerd.

5.6.2 Beoogde ontwikkelingen

In dit bestemmingsplan worden door middel van het opnemen van meerdere wijzigingsbevoegdheden, verschillende ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Ook worden enkele (concrete) ontwikkelingen direct in dit bestemmingsplan vastgelegd.

5.6.3 Onderzoek

De mogelijkheid om op bodemverontreinigde grond te kunnen bouwen dient per geval te worden beoordeeld. De Wet bodembescherming biedt de kaders waarbinnen gehandeld dient te worden. Afhankelijk van de verontreiniginssituatie, is de gemeente dan wel de provincie het bevoegd gezag. In het geval dat de gemeente het bevoegd gezag is, kan het bouwen op verontreinigde bodem geregeld worden in de bouwvergunning. Dit is in alle gevallen maatwerk. Indien de bevoegdheid ligt bij de provincie, dan dient bij de provincie goedkeuring te worden gevraagd voor het geschikt maken van een verontreinigde bodem voor een beoogd gebruik. De aanvraag voor goedkeuring wordt door de provincie beoordeeld en als beschikking gepubliceerd. Indien noodzakelijk worden aanvullend saneringsvoorschriften in de bouwvergunning opgenomen. De beschikking is hiervoor leidend.

Wat betreft de concrete ontwikkelingen dient in geval van functiewijziging onderzoek te worden verricht naar de bodemkwaliteit. Bij de vaststelling van wijzigingsplannen dient nadere aandacht te worden besteed aan de bodemgesteldheid.

Marts meubelwinkel en hoeklocatie Landsmeerstraat/Waterlandlaan

De meubelwinkel aan de Waterlandlaan en het westelijk belendende pand krijgen een meer stedelijk karakter. Er wordt een combinatie van wonen en werken mogelijk gemaakt. Aan de Purmerweg en de Landsmeerweg ligt de nadruk op wonen en aan de Waterlandlaan op kantoren en dienstverlening. Aangezien ter plaatse sprake is van een functiewijziging is bodemonderzoek noodzakelijk.

Waterlandziekenhuis

Voor uitbreiding van het Waterlandziekenhuis met maximaal 10.000 m2 bruto-vloeroppervlak is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen. Bodemonderzoek zal bij het opstellen van het wijzigingsplan noodzakelijk zijn.

Wijkplein Dotterbloem

Voor de huisvesting van de functies sociaal-cultureel werk, wijksteunpunt en wijkbeheer in de Gors wordt gebruikgemaakt van het gebouw dat voorheen in gezamenlijk gebruik was als wijkpost voor politie en wijkbeheer. Ter plaatse van de uitbreiding is sprake van een functiewijziging en dient derhalve bodemonderzoek te worden uitgevoerd. Voor deze ontwikkeling is een ontheffingsbevoegdheid in het bestemmingsplan opgenomen.