direct naar inhoud van 5.10 Luchtkwaliteit
Plan: De Gors e.o. 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0439.BPGORS2010-va01

5.10 Luchtkwaliteit

5.10.1 Beleid en normstelling

Het toetsingskader voor luchtkwaliteit wordt gevormd door hoofdstuk 5.2 van de Wet milieubeheer (Wm). In bijlage 2 van de Wm zijn grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, fijn stof, lood, koolmonoxide en benzeen opgenomen. Hierbij zijn in de ruimtelijke ordeningspraktijk langs wegen met name de grenswaarden voor stikstofdioxide (jaargemiddelde) en fijn stof (jaar- en daggemiddelde) van belang (zie bijlage 10). De grenswaarden van de laatstgenoemde stoffen zijn in tabel 5.6 weergegeven. De grenswaarden gelden voor de buitenlucht, met uitzondering van een werkplek in de zin van de Arbeidsomstandighedenwet.

Tabel 5.6 Grenswaarden maatgevende stoffen Wlk

stof   toetsing van   grenswaarde   geldig vanaf  
stikstofdioxide (NO2)   jaargemiddelde concentratie   40 ìg/m³   2010  
fijn stof (PM10)1)   jaargemiddelde concentratie   40 ìg/m³   2005  
  24-uurgemiddelde concentratie   max. 35 keer p.j. meer dan 50 ìg / m³   2005  

1) Bij de beoordeling hiervan blijven de aanwezige concentraties van zeezout buiten beschouwing (volgens de bij de Wm behorende Regeling beoordeling Luchtkwaliteit 2007)

Op grond van artikel 5.16 van de Wm kunnen bestuursorganen bevoegdheden die gevolgen kunnen hebben voor de luchtkwaliteit (zoals de vaststelling van een bestemmingsplan) uitoefenen indien:

  • de bevoegdheden/ontwikkelingen niet leiden tot een overschrijding van de grenswaarden (lid 1 onder a);
  • de concentratie in de buitenlucht van de desbetreffende stof als gevolg van de uitoefening van die bevoegdheden per saldo verbetert of ten minste gelijk blijft (lid 1 onder b1);
  • bij een beperkte toename van de concentratie van de desbetreffende stof, door een met de uitoefening van de betreffende bevoegdheid samenhangende maatregel of een door die uitoefening optredend effect, de luchtkwaliteit per saldo verbetert (lid 1 onder b2);
  • de bevoegdheden/ontwikkelingen niet in betekenende mate bijdragen aan de concentratie in de buitenlucht (lid 1 onder c);
  • het voorgenomen besluit is genoemd of past binnen het omschreven Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) of een vergelijkbaar programma dat gericht is op het bereiken van de grenswaarden (lid 1 onder d).

In het kader van een goede ruimtelijke ordening wordt bij het opstellen van een bestemmingsplan uit een oogpunt van de bescherming van de gezondheid van de mens tevens rekening gehouden met de luchtkwaliteit.

5.10.2 Onderzoek luchtkwaliteit

In het voorliggende bestemmingsplan worden een aantal ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Enerzijds zijn dit concrete ontwikkelingen (zoals het wijkplein Dotterbloem) die direct worden mogelijk gemaakt, anderzijds zijn in het plan enkele wijzigingsbevoegdheden opgenomen. De uitbreiding van het wijkplein is relatief kleinschalig en zal geen relevante gevolgen hebben voor de luchtkwaliteit langs de ontsluitende wegen.

Voor de locaties waar een wijzigingsbevoegdheid is opgenomen is nog geen concrete invulling bekend, waardoor deze eventuele ontwikkelingen niet kunnen worden getoetst aan de grenswaarden uit de Wlk. Dit zal gebeuren op het moment dat van de wijzigingsbevoegdheid gebruik wordt gemaakt. In het kader van een goede ruimtelijke ordening dient echter wel inzicht te worden gegeven in de concentraties luchtverontreinigende stoffen binnen het plangebied. In bijlage 8 zijn de resultaten van dit onderzoek weergegeven.

Uit de resultaten in de bijlage blijkt dat in de onderzochte prognosejaren (2008, 2010 en 2018) direct langs de drukste wegen binnen het plangebied ruimschoots wordt voldaan aan de grenswaarden uit de Wm.

Aangezien direct langs de drukste wegen binnen het plangebied wordt voldaan aan de grenswaarden uit de Wlk die in de onderzochte jaren van toepassing zijn, zal dit overal binnen het plangebied het geval zijn. De concentraties luchtverontreinigende stoffen worden immers lager naarmate een locatie verder van de wegas ligt. Uit gegevens van Rijkswaterstaat over de concentraties luchtverontreinigende stoffen langs de A7 blijkt (Blk 2005) dat ook het verkeer op deze weg niet leidt tot overschrijdingen binnen het plangebied.

5.10.3 Conclusie

De Wlk staat de uitvoering van dit bestemmingsplan niet in de weg. Het plan voldoet uit het oogpunt van luchtkwaliteit aan de eisen van een goede ruimtelijke ordening.