Plan: | Binnenstad 2010 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0439.BPBS2010-VS03 |
Het plangebied wordt gevormd door vier ruimtelijke identiteiten, die nauw met elkaar zijn verweven:
In deze indeling zijn ook de gebieden te herkennen die een rol spelen in de boven beschreven historische ontwikkeling: In de middeleeuwen is het kerngebied (1) en in aanzet de randen hieromheen gevormd. In de 16de en 17de eeuw werd het gebied rond de Koemarkt (3) gerealiseerd en in de 19de en 20ste eeuw werd het gebied tot aan de singel (2) bebouwd.
Aan de hand van deze gebieden worden de verschillende aspecten van de ruimtelijke structuur hieronder verder beschreven (de groen- en waterstructuur, de wegenstructuur, en de bebouwingsstructuur).
De belangrijkste groen- en watergebieden liggen langs de randen van het plangebied (in de schil, gebied 2). De waterpartijen komen overeen met de oude vestingwerken. De vestingwerken zijn in de 19de eeuw omgevormd tot parken. Vooral de Plantsoengracht en de Nieuwegracht zijn mooie groengebieden met veel allure. Grote bomen ondersteunen het beeld van de statige 19de eeuwse bebouwing langs deze binnenstadrand. Op het oude bolwerk ligt een begraafplaats, deze heeft de sfeer van een verborgen tuin.
Aan de westkant ligt het Noordhollands kanaal dat een grote schaal aan de ruimte toevoegt. Aan de noordrand ligt De Where, die weer kleinschaliger is dan het kanaal. Deze ruimtes kennen niet de ruimtelijke allure die de zuid- en oostkant kent.
De centrumring (gebied 4) wordt ruimtelijk bepaald door de verkeersfunctie. Van de oorspronkelijke bomenlaan langs de centrumring zijn nog maar op kleine stukken overgebleven (langs de Westerstraat, Gedempte Where). De groene delen van de centrumring hebben meer allure dan de boomloze delen.
Het stratenpatroon zoals dat in de Middeleeuwen gevormd is, is in het kerngebied nog steeds zichtbaar. De Kaasmarkt is het centrum van het assenkruis. Dit assenkruis wordt gevormd door de Peperstraat en de Hoogstraat van noord naar zuid en het Padjedijk en de Breedstraat / Dubbele Buurt van west naar oost. In de vier kwadranten die door dit assenkruis ontstaan bevinden zich smalle straatjes en steegjes die onderling verbonden (kunnen) zijn. Het stratenpatroon is hier fijnmazig. Dit gebied is autovrij (erftoegangswegen). Uitsluitend ten behoeve van bevoorradingsverkeer wordt gemotoriseerd verkeer toegelaten.
Rondom het kerngebied liggen de ontsluitingswegen (erftoegangswegen+ en ontsluitingswegen).
In het plangebied is één centraal plein gelegen; De Koemarkt. De Koemarkt heeft momenteel een functie als stadsplein waar evenementen kunnen plaatsvinden en dat tevens een terrasfunctie heeft.
Bebouwing in het kerngebied
De bebouwing in het kerngebied kwam, op enkele uitzonderingen na, tot stand tussen de Middeleeuwen en de 16e eeuw. Veel oorspronkelijke bebouwing is intussen verdwenen en vervangen, maar enkele kenmerken zijn gebleven.
Kenmerkend voor in ieder geval het kerngebied van de binnenstad is dat het individuele pand een belangrijke bouwsteen voor de stadsplattegrond is. De panden hebben een breedte van zes tot tien meter. Deze relatief smalle beukmaat is een wezenlijk kenmerk van de meeste (fraaie) binnenstadstraten en leidt tot kleinschalige bebouwing.
De panden zijn over het algemeen twee tot drie verdiepingen hoog en de bouwhoogte is meestal groter dan de gevelbreedte. De bebouwing is in bijna alle gevallen voorzien van een kap, waarbij de nok vaak haaks op de straat staat.
De panden in de binnenstad verschillen qua afmeting en vormgeving van elkaar. Dat verschil komt onder andere tot uitdrukking in de verschillen in gevelhoogte en -breedte. Tegelijkertijd zijn de panden ook weer niet zo afwijkend van elkaar dat er geen sprake is van enige mate van onderlinge verwantschap. Verder is het ook kenmerkend dat alle panden in een doorlopende gevellijn liggen.
Voor wat betreft de bebouwing achter de voorgevel kan geconstateerd worden dat op de begane grond van de bouwblokken nauwelijks nog onbebouwde ruimte te vinden is, in ieder geval is er geen sprake meer van tuinen op de achtererven.
Bebouwing in de schil
De bebouwing in het randgebied kwam tot stand in de 19de en 20ste eeuw. Individuele panden zijn wel te onderscheiden maar hier treedt vaker het principe van rijvorming op: de gevel van een pand wordt een aantal keren herhaald in een gevelwand. Een redelijk hoge kwaliteit in de gevelwand treedt op aan de Nieuwe Gracht maar ook hier is de rijvorming opvallend. In dit gebied liggen achter de panden nog vaak tuinen. De gevelbreedte in dit gebied is veelal breder dan in het kerngebied.
Bebouwing bij de Koemarkt en omgeving
Dit gebied lijkt qua bebouwing het meest op het kerngebied. De architectonische waarde van de wanden rond de Koemarkt is hoger dan in het kerngebied. Alleen de westelijke wand wijkt erg af van de andere drie wanden, deze bebouwing is van meer recente datum. De gevelwanden rond de Koemarkt zijn in verhouding tot de pleinruimte laag. Vanuit de Koemarkt is er een mooie zichtas op de lantaarn van de Koepelkerk.