direct naar inhoud van Artikel 11 Horeca
Plan: Binnenstad 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0439.BPBS2010-VS03

Artikel 11 Horeca

11.1 Bestemmingsomschrijving

De gronden op de plankaart aangewezen voor "Horeca" zijn bestemd voor:

  • a. culturele voorzieningen;
  • b. horecabedrijven, in categorie 1a, 1b en 2 zoals aangegeven in de Staat van Horeca-activiteiten;
  • c. maatschappelijke voorzieningen;
  • d. woningen;
  • e. kantoren ter plaatse van de aanduiding 'kantoor';
  • f. de bescherming en veiligstelling van de archeologische waarden als bedoeld in Artikel 16;

met de daarbij horende:

  • g. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • h. nutsvoorzieningen;
  • i. parkeervoorzieningen;
  • j. tuinen en water;
  • k. wegen en paden;
11.2 Bouwregels
11.2.1 voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
  • a. een hoofdgebouw dient te zijn voorzien van een kap met een helling van meer dan 30o en minder dan 65o graden, waarbij de dakvlakken voor minder dan 30% in het horizontale vlak liggen. ;
  • b. andere bebouwing dan het hoofdgebouw mag zijn voorzien van een kap;
  • c. een gebouw mag slechts gebouwd worden binnen het bouwvlak;
  • d. de maximaal toegestane bouwhoogte van een gebouw is de bestaande bouwhoogte;
  • e. de maximaal toegestane gevelbreedte van een gebouw bedraagt de bestaande gevelbreedte;
  • f. de gebruiksoppervlakte van een woning dient minimaal 40 m2 te bedragen.
11.2.2 Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag ten hoogste 2,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevel ten hoogste 1,00 m zal bedragen;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag ten hoogste 3,00 m bedragen.
11.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van de in de toelichting aangegeven cultuurhistorische en ruimtelijke en beeldbepalende waarden, het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeerssituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken, afwijken van:

  • a. het bepaalde in lid 11.2.1 sub a en toestaan dat wordt afgeweken van de kapconstructie en/of kapvorm dan wel een gebouw gedeeltelijk wordt voorzien van een plat dak;
  • b. het bepaalde in lid 11.2.1 sub b en toestaan zodat mag worden gebouwd tot ten hoogste 3,00 m buiten het bouwvlak;
  • c. het bepaalde in lid 11.2.1 sub c en toestaan dat het hoofdgebouw wordt voorzien van een extra bouwlaag van maximaal 4,00m, met dien verstande dat een bouwhoogte van 13,50 m niet wordt overschreden;
  • d. het bepaalde in lid 11.2.1 sub c en toestaan dat andere bebouwing dan het hoofdgebouw wordt voorzien van een extra bouwlaag van maximaal 4,00 m, mits deze uitbreiding direct grenst aan het hoofdgebouw en de uitbreiding maximaal 60 % van de oppervlakte van de op de begane grond aanwezige bebouwing beslaat;
  • e. het bepaalde in lid 11.2.1 sub d en toestaan dat de gevelbreedte wordt gewijzigd ten opzichte van de bestaande situatie.
11.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 7.2 van de Wro en voor zover van toepassing artikel 2.1, eerste lid, onder c van Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de derde bouwlaag en hoger anders dan voor wonen;

11.5 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van de in de toelichting aangegeven cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van beeldbepalende waarden, het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken, afwijken van het bepaalde in lid 11.4 en toestaan dat de derde bouwlaag van een gebouw mag worden gebruikt ten behoeve van een functie als genoemd in lid 11.1 sub a, b, d of f.

11.6 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
  • a. Het is verboden zonder omgevingsvergunning voor de activiteit slopen van burgemeester en wethouders een gebouw geheel of gedeeltelijk te slopen.
  • b. Het verbod onder a geldt niet wanneer een onherroepelijke omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen is verleend voor een nieuw te bouwen bouwwerk ter vervanging van het te slopen bouwwerk.
  • c. De omgevingsvergunning voor de activiteit slopen kan worden geweigerd indien de sloop onevenredig nadelige gevolgen heeft voor cultuurhistorische en ruimtelijke en beeldbepalende waarden, het straat- en bebouwingsbeeld.