direct naar inhoud van Artikel 10 Sport
Plan: buitengebied Oostzaan
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0431.BP2012003001-0401

Artikel 10 Sport

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Sport aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. gebruiksgerichte paardenhouderij als hoofdactiviteit, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport-gebruiksgerichte paardenhouderij',
  • b. overige sportvoorzieningen zoals tennis, voetbal en ijsbaan,
  • c. bij een en ander behorende groen-, parkeer- en andere voorzieningen.
10.2 Bouwregels
10.2.1 Toegestane bouwwerken

Op en in de gronden als bedoeld in lid 9.1 mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. gebouwen, niet zijnde dienst- of andere woningen, en
  • b. bij een en ander behorende andere bouwwerken, zoals reclametekens, licht-, vlaggen- en andere masten, en beeldende kunstwerken.
  • c. ter plaatse van de aanduiding '' specifieke vorm van sport-gebruiksgerichte paardenhouderij is toegekend, is tevens toegestaan:
    • 1. gebouwen, waaronder bedrijfswoningen met bijgebouwen, een binnenrijbaan, stallen, materieelopslag, kantoor-en ontvangstruimte, een kantine en een ruimte voor hulpkrachten;
    • 2. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals een buitenrijbaan, mestopslag, een stap-/trainingsmolen, een paddock,
    • 3. een longeercirkel en lichtmasten;
    • 4. bijbehorende voorzieningen, zoals voer- en strooiselopslag.
10.2.2 Bouwen

Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in lid 10.2.1 gelden de volgende bepalingen:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de goot- en bouwhoogte van de gebouwen mag niet meer bedragen dan de bestaande goot- respectievelijk bouwhoogte;
  • c. het bebouwingspercentage mag niet meer bedragen dan 70 % van het bouwvlak;
  • d. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag niet meer bedragen dan daarbij hierna is aangegeven:
bouwwerken   max. bouwhoogte  
erf- of perceelafscheidingen achter de voorgevelrooilijn, op een terrein waarop een gebouw staat   2 m  
overige erf- of perceelafscheidingen   1 m  
overige bouwwerken, geen gebouw zijnde   3 m  
10.3 Nadere eisen
  • a. indien de aanvraag betrekking heeft op een gebruiksgerichte paardenhouderij, dan dienen, wanneer daarom wordt verzocht door burgemeester en wethouders, door aanvrager de resultaten van het onderzoek naar het marktpotentieel te worden overgelegd;
  • b. burgemeester en wethouders kunnen van aanvrager het overleggen van een bedrijfsplan verlangen, in welk geval advies wordt ingewonnen bij een daartoe aangewezen adviesinstantie;
  • c. voor zover de landschappelijke kwaliteiten van de omgeving daartoe aanleiding geven, kunnen burgemeester en wethouders de aanvraag voorleggen aan een landschapsdeskundige.

10.4 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 9.2.2 onder c voor het bouwen van gebouwen tot een bebouwingspercentage van maximaal 80 % mits geen van de waarden als bedoeld in hoofdstuk 3 artikel 28 t.m. 34 onevenredig wordt aangetast.