11.4 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen het plan ter plaatse van de aanduidingen 'wro-zone - wijzigingsgebieden 4, 5 en 7' in combinatie met en/of in aanvulling op de geldende bestemming, geheel of gedeeltelijk wijzigen naar de bestemmingen 'Tuin', 'Verkeer - Verblijfsgebied' en 'Wonen', mits:
-
a. ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone wijzigingsgebied 4' (locatie Landweg/Bakboord):
-
1. bij een geheel nieuwe inrichting met uitsluitend woningen, het aantal woningen ten hoogste 40 bedraagt;
-
2. de bouwhoogte van hoofdgebouwen ten hoogste 11 m. bedraagt;
-
3. voor het parkeren wordt voldaan aan de parkeernormen uit artikel 25.2 Parkeren;
-
4. bij de bouw van appartementen ten minste 1 parkeerplaats per woning in een parkeerkelder wordt ondergebracht;
-
5. de wijziging naar woningen uitsluitend is toegestaan indien dit vanuit het oogpunt van milieuhinder, zoals de geluidshinder van het wegverkeer, niet op belemmeringen stuit en een verantwoorde woonsituatie is gewaarborgd;
-
6. vooraf is aangetoond dat de bodemkwaliteit geschikt is voor de beoogde functie;
-
7. het belang dat met de wijziging wordt gediend geen onevenredige afbreuk doet aan de gebruiksmogelijkheden van de bestemmingen en functies die in de nabijheid liggen.
-
b. ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone wijzigingsgebied 5' (locatie Studiostraat):
-
1. bij een geheel nieuwe inrichting met uitsluitend woningen, het aantal woningen ten hoogste 40 bedraagt;
-
2. de bouwhoogte van de hoofdgebouwen ten hoogste 11 m. bedraagt;
-
3. voor het parkeren wordt voldaan aan de parkeernormen uit artikel 25.2 Parkeren;
-
4. bij de bouw van appartementen ten minste 1 parkeerplaats per woning in een parkeerkelder wordt ondergebracht;
-
5. de wijziging naar woningen uitsluitend is toegestaan indien dit vanuit het oogpunt van milieuhinder, zoals de geluidshinder van het wegverkeer, niet op belemmeringen stuit en een verantwoorde woonsituatie is gewaarborgd;
-
6. vooraf moet zijn aangetoond dat de bodemkwaliteit geschikt is voor de beoogde functie;
-
7. het belang dat met de wijziging wordt gediend geen onevenredige afbreuk doet aan de gebruiksmogelijkheden van de in de nabijheid gelegen bestemmingen en functies.