direct naar inhoud van Artikel 25 Overige regels
Plan: Kom-Oost
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0406.BPKOMOOST2013-OH01

Artikel 25 Overige regels

25.1 Werking wettelijke regelingen

De wettelijke regelingen waarnaar in de planregels wordt verwezen, gelden zoals deze luidden op het moment van vaststelling van het plan.

25.2 Parkeren

a.Onverminderd het bepaalde in de artikelen 4 t/m 18 dient bij de oprichting van een nieuw bouwwerk, de vergroting van een bestaand bouwwerk en/of de verandering in functie op het bijbehorende bouwperceel, te worden voorzien in parkeerplaatsen volgens de volgende regeling:

Functie   Oprichting/vergroting/verandering  
Praktijkruimten   1 parkeerplaats per 20 m2 bvo  
Maatschappelijke voorzieningen   1 parkeerplaats per 35 m2 bvo  
Detailhandel   1 parkeerplaats per 25 m2 bvo  
Kantoren   1 parkeerplaats per 40 m2 bvo  
Dienstverlening   1 parkeerplaats per 40 m2 bvo  
Horeca   1 parkeerplaats per 15 m2 bvo  
Wonen   1,4 parkeerplaats per woning indien de maximale bruto-oppervlakte van de woning minder dan 80 m2 bedraagt en 1,8 parkeerplaats per woning indien de maximale bruto-oppervlakte van de woning meer dan 80 m2 bedraagt  

b. bij de berekening van het aantal parkeerplaatsen volgens het gestelde in dit lid onder a, worden de gronden die ten tijde van het rechtskracht krijgen van dit plan voor parkeerplaatsen in gebruik zijn of voor parkeerplaatsen zijn gepland, buiten beschouwing gelaten;

c. voor zover er door het oprichten van nieuwe bouwwerken of het vergroten van bestaande bouwwerken, parkeerplaatsen verloren gaan, moeten deze in gelijke omvang worden gecompenseerd;

d. indien bij de eindberekening het aantal parkeerplaatsen uitkomt op een halve of meer, dan vindt de afronding naar boven plaats. Minder dan een halve wordt naar beneden afgerond;

e. voor functies die niet onder het gestelde in dit lid onder a worden genoemd geldt de parkeernorm zoals opgenomen in 'Parkeerkencijfers-CROW 2008, publicatie 182, september 2008, 3e gewijzigde druk, blz. 15 tot en met 23.' Uitgegaan moet worden van de kolommen 'rest bebouwde kom' en van de rij 'matig stedelijk'; vervolgens moet uitgegaan worden van het gemiddelde van de bandbreedte die wordt aangegeven.

f. het bepaalde in dit lid onder a is niet van toepassing indien:

1. het gebruik niet wijzigt en

2. de uitbreiding niet meer bedraagt dan 100 m2 brutovloeroppervlakte, dan wel maximaal 10% van de totale brutovloeroppervlakte indien die totale brutovloeroppervlakte niet meer is dan 1000 m2 .

g. het bevoegde gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in dit lid onder a indien op het bouwperceel redelijkerwijs geen gronden (meer) beschikbaar kunnen worden gehouden voor een parkeerplaats en in voldoende mate binnen redelijke afstand van het bouwperceel in parkeerplaatsen is of kan worden voorzien;

h. het bepaalde in dit lid onder a is niet van toepassing indien op het bouwperceel in de bestaande situatie meer of een gelijk aantal parkeerplaatsen aanwezig is, dan ingevolge dit lid onder a voor de in zijn geheel gerealiseerde bebouwing en/of wijziging van het gebruik is vereist;

i. het bevoegde gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in dit lid onder a, indien op grond van de parkeernorm, zoals opgenomen in de parkeerkencijfers 'CROW 2008, publicatie 182, september 2008, 3e gewijzigde druk, blz. 15 tot en met 23', een minder aantal parkeerplaatsen is vereist. Uitgegaan moet worden van de kolommen 'rest bebouwde kom' en van de rij 'matig stedelijk'. Vervolgens moet uitgegaan worden van het gemiddelde van de bandbreedte die wordt aangegeven.

j. het bevoegde gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in dit lid onder a, indien is aangetoond dat de uitbreiding van de bebouwing of wijziging van het gebruik niet leidt tot een grotere parkeerbehoefte.