Plan: | Huizermaat Zuidwest 2010 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0406.BPHZRMTZW2010-OH01 |
In dit artikel worden de begrippen gedefinieerd die in de planregels worden gehanteerd. Bij de toetsing aan het bestemmingsplan wordt uitgegaan van de in dit artikel aan de betreffende begrippen toegekende betekenis.
Dit artikel geeft aan hoe hoogte- en andere maten die bij het bouwen in acht genomen dienen te worden, gemeten moeten worden.
Bedrijf - Nutsvoorziening (Artikel 3)
De bestaande openbare nutsvoorzieningen in het plangebied zijn voorzien van deze bestemming.
Het winkelcentrum Holleblok is voorzien van de bestemming Detailhandel. Naast detailhandel zijn binnen deze bestemming ook dienstverlening en horeca uit categorie 1a van de Staat van Horeca-activiteiten toegestaan. Dienstverlening is binnen de begrippen gedefinieerd, waardoor kantoren met een baliefunctie zijn toegestaan, zoals makelaars en reisbureaus. Horecavoorzieningen uit categorie 1a omvatten lichte horeca die qua exploitatie aan de detailhandelsfunctie verwant zijn en die in de praktijk nauwelijks van de eigenlijke detailhandel kunnen worden onderscheiden zoals ijssalons, cafetaria's, snackbars en dergelijke.
Voorts is expliciet geregeld dat de verkoop van motorbrandstoffen en detailhandel in volumineuze goederen niet zijn toegestaan.
Het structurele groen zoals dat is opgenomen binnen het groenstructuurplan is bestemd tot Groen. Naast groenvoorzieningen en water, zijn binnen deze bestemming speelvoorzieningen, sportvoorzieningen, recreatievoorzieningen, voet- en fietspaden en halteplaatsen voor het openbaar vervoer toegestaan.
Voorts zijn binnen de bestemming parkeervoorzieningen toegestaan. Deze zijn echter alleen toegestaan binnen een strook van 6 m tot de bestemming 'Verkeer - Verblijfsgebied'. Hierdoor kunnen geen grote parkeerplaatsen binnen het groen worden gerealiseerd, maar kunnen eventuele parkeerproblemen wel worden opgelost.
De bestaande maatschappelijke voorzieningen zijn als zodanig bestemd. Niet alle denkbare maatschappelijke voorzieningen zijn toegestaan. Binnen de regels is opgenomen dat onderwijs, sociaal-medische, sociaal-culturele en levensbeschouwelijke doeleinden, evenals kinderopvang en verenigingen zijn toegestaan. In het vigerende bestemmingsplan hadden deze locaties de bestemming Bijzondere doeleinden. Ter plaatse van het bestemmingsvlak van de scholen aan het Holleblok is een sporthal gevestigd. Deze is specifiek bestemd met de aanduiding 'sport'. Voor deze aanduiding is gekozen, omdat het niet wenselijk is dat op andere locaties ook sportvoorzieningen komen. Sportvoorzieningen geven namelijk in het algemeen meer overlast dan de andere maatschappelijke voorzieningen die mogelijk worden gemaakt binnen de bestemming Maatschappelijk.
Voor een aantal locaties waren nog nieuwbouwmogelijkheden opgenomen binnen deze bestemming. De meeste van deze bouwmogelijkheden zijn niet benut. De gemeente wil deze mogelijkheden deels wel overnemen in het bestemmingsplan om in te kunnen spelen op een eventuele behoefte aan maatschappelijke voorzieningen. Dit ligt in lijn met de toekomstvisie van de gemeente uit 2007. Voor drie locaties waar op dit moment speelvoorzieningen aanwezig zijn is bepaald dat (met een afwijkingsbevoegdheid) pas gebouwd mag worden nadat het duidelijk is dat een vervangende speelvoorziening wordt gerealiseerd binnen een straal van 250 meter.
Tuin - 1 (Artikel 7) en Tuin - 2 (Artikel 8)
Deze bestemmingen zijn toegekend voor de voor- en zijtuinen die bij de woningen behoren. Het gaat hier om de delen van de tuinen waar in principe geen aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen zijn gewenst. Op een enkele locatie zijn kleine aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen aanwezig. Deze mogen behouden blijven en worden vernieuwd of herbouwd. Ze mogen niet worden vergroot of verplaatst ten opzichte van de huidige situering. De locaties waar wel aan- of uitbouwen zijn toegestaan, zijn opgenomen binnen de bestemming Wonen.
Voor de tuinen aan de zijkant die grenzen aan de openbare weg, zijn in principe ook de tuinbestemmingen opgenomen. Voor de tuinen tussen twee woningen die niet aan elkaar zijn gebouwd, is in principe de bestemming Tuin opgenomen tot 3 m achter de voorgevel van het hoofdgebouw. Indien twee naastgelegen woningen niet in dezelfde rooilijn zijn gebouwd, zou de bestemming Tuin op de perceelsgrens verspringen. Om te voorkomen dat op deze locaties een te rommelig beeld ontstaat, is in die situaties de grens tussen de bestemming Tuin en Wonen doorgetrokken, zonder verspringing. Dit zijn de algemene uitgangspunten die binnen het plangebied zijn gehanteerd. Voor sommige percelen wordt afgeweken van de algemene uitgangspunten. Dit met name vanwege de aanwezigheid van aan- en uitbouwen en bijgebouwen in de voor- of zijtuinen.
In het bestemmingsplan Huizermaat Zuid-West uit 1990 zijn binnen de bestemming Tuin de precieze locatie voor parkeervoorzieningen opgenomen. Hiermee wordt beoogd aan te geven waar parkeren op het eigen erf is toegestaan en behouden moet blijven. Door meer parkeren op het eigen terrein zal de parkeerdruk in de openbare ruimte afnemen. De locaties van deze parkeervoorzieningen zijn niet op dezelfde manier aan te geven binnen de systematiek van SVBP2008. Er is daarom gekozen voor een onderscheid naar de bestemming 'Tuin - 1' en 'Tuin - 2'. Binnen 'Tuin - 1' dient per woning ten minste één parkeerplaats te worden gehandhaafd.
Daarnaast zijn er aanvullende regels opgenomen om carports aan de zijkant van woningen binnen de tuinbestemmingen toe te staan. Zij moeten aan een gebouw worden gebouwd, mogen geen eigen wanden hebben en hebben een oppervlakte van ten hoogste 20 m2.
Verkeer (Artikel 9) en Verkeer - Verblijfsgebied (Artikel 11)
Wegen met een 50 km/h-regime hebben de bestemming Verkeer. Deze wegen dienen voornamelijk ter ontsluiting van het plangebied. Verder vallen binnen deze bestemmingen de openbare ruimten en de groenvoorzieningen die deels worden gerekend tot het structurele groen van het gebied.
Wegen die aangeduid zijn als 30 km/h-wegen zijn opgenomen binnen de bestemming Verkeer - Verblijfsgebied. Dit vanwege de beoogde functie en mogelijkheden om bijvoorbeeld speeltoestellen in de woonstraten te kunnen realiseren. Verder vallen binnen deze bestemmingen de openbare ruimten en eventuele groenvoorzieningen.
Verkeer - Garageboxen (Artikel 10)
Deze bestemming vervangt de vigerende bestemming garages. Binnen deze bestemming zijn garageboxen toegestaan, evenals de stalling van voertuigen en de opslag van huishoudelijk gebruik.
Het structurele water binnen het plangebied is als zodanig bestemd. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen 3,5 m hoog zijn.
De belangrijkste functie binnen het bestemmingsplan is Wonen. De hoofdgebouwen zijn opgenomen binnen het bouwvlak. Binnen het bouwvlak zijn goot- en bouwhoogtes opgenomen voor de hoofdgebouwen. In sommige gevallen zijn aan de voorzijde of aan de zijkant van de hoofdgebouwen (ruime) aan- of uitbouwen gerealiseerd, zoals garages. Deze zijn opgenomen binnen het bouwvlak en, bij een afwijkende hoogte, eveneens voorzien van een goot- en bouwhoogte. De bestaande carports aan de voorzijde zijn aangegeven met 'specifieke bouwaanduiding-1'. Daarnaast is voor een aantal carports die reeds juridisch-planologisch mogelijk zijn, maar niet zijn gerealiseerd, de bouwmogelijkheid gehandhaafd. Hier zijn uitsluitend overkappingen toegestaan en geen bijgebouwen om verdere verstening aan de voorzijde te voorkomen. Behalve de bestaande aan- en uitbouwen, worden er geen aanvullende mogelijkheden voor het uitbreiden van woningen aan de voorzijde opgenomen.
Beroepen-aan-huis zijn onder voorwaarden toegestaan: zo moet het beroep door de bewoner worden uitgeoefend en moet de woonfunctie in overwegende mate gehandhaafd blijven. Bedrijven-aan-huis zijn met afwijking mogelijk.
Voor de bebouwing op het erf (de gronden buiten het bouwvlak die tot de bestemming Wonen behoren) is geregeld dat ten hoogste 50% mag worden bebouwd, met een maximum van 40 m2. Indien de oppervlakte van het erf groter is dan 200 m2, bedraagt het maximumoppervlakte aan aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen ten hoogste 60 m2. Overigens is er voor percelen waarbij de oppervlakte van het erf kleiner is dan 200 m2 een afwijkingsmogelijkheid opgenomen voor een bebouwingsoppervlakte van 60 m2. De afwijking mag niet leiden tot onevenredige schaduwwerking en/of zichthinder voor de aangrenzende percelen.
De goothoogte van bijgebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste 3 m, terwijl de goothoogte van aan- en uitbouwen ten hoogste de hoogste van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw bedraagt plus 25 cm. De bouwhoogte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste 4,5 m. Binnen de regels is een mogelijkheid tot afwijking opgenomen voor een hogere bouwhoogte (tot ten hoogste 5,5 m). Hierbij geldt als voorwaarde dat de hogere bouwhoogte niet mag leiden tot onevenredige schaduwwerking en/of zichthinder voor de aangrenzende percelen. Dit betekent overigens een forse verruiming ten opzichte van het vigerende bestemmingsplan. Er is echter aangesloten op het algemene beleid voor de gemeente Huizen.
Voorts zijn afwijkingsmogelijkheden opgenomen voor antennemasten en schotelantennes.
Antidubbeltelregel (Artikel 14)
Deze regel dient om te voorkomen dat indien in het bestemmingsplan bij een bepaald gebouw een zeker open terrein is geëist, dat terrein nog eens meetelt bij het beoordelen van een aanvraag voor een ander gebouw, waaraan een soortgelijke eis wordt gesteld.
Uitsluiting aanvullende werking bouwverordening (Artikel 15)
Bij globale bestemmingsplannen bestaat de kans dat bij toetsing van bouwaanvragen sprake is van aanvullende werking van de bouwverordening, omdat het bestemmingsplan ter zake van de stedenbouwkundige bepalingen uit de bouwverordening (zoals rooilijnen) niets regelt. Deze aanvullende werking kan ongewenst zijn, omdat het bestemmingsplan met opzet globaal is gehouden ten aanzien van deze onderwerpen. Dit artikel voorkomt dat bepalingen uit de bouwverordening alsnog van toepassing kunnen zijn.
Algemene afwijkingsregels (Artikel 16)
Voor ondergeschikte afwijkingen van het bestemmingsplan zijn algemene afwijkingsregels opgenomen. De onderhavige regeling voorziet in verband met de gewenste duidelijkheid, in een objectieve begrenzing van het toepassingsbereik van de afwijking.
Algemene wijzigingsregels (Artikel 17)
Overschrijdingen bestemmingsgrenzen
In dit artikel is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen ten behoeve van kleine overschrijdingen van de bestemmingsgrenzen.
Werking wettelijke regelingen
In dit artikel is bepaald dat alle wettelijke regelingen waarnaar in de planregels wordt verwezen, gelden zoals deze luidden op het moment van vaststelling van het plan.
In de planregels bij bestemmingsplannen wordt in een (toenemend) aantal gevallen met verwijzing naar een (andere) wettelijke regeling, een procedure, begrip en/of functie uit die andere regeling van toepassing verklaard. Zo ook in dit bestemmingsplan.
Sinds jaar en dag mag van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) een bestemmingsplan slechts volgens de vereiste procedure van de Wro worden gewijzigd en heeft de Afdeling er bezwaren tegen dat een plan impliciet kan worden gewijzigd, zoals het geval kan zijn als zonder verdere aanduiding een van-toepassing-verklaring van een wettelijke regeling in de planregels is opgenomen.
Het is dan ook nodig dat verwijzingen naar toepasbare wettelijke regelingen worden gefixeerd, namelijk naar de tekst ervan zoals die op het moment van vaststelling van het plan gold.
Parkeren
Voorts is in dit artikel een regeling opgenomen, dat bij het oprichten van een nieuw bouwwerk, de vergroting van een bestaand bouwwerk en/of de verandering van functie op het perceel, voldaan moet worden aan een minimumaantal parkeerplaatsen. Parkeerplaatsen die ten tijde van het rechtskracht krijgen van dit bestemmingsplan bestaan, worden buiten beschouwing van de berekeningen gelaten. Indien een gewenste functie niet voorkomt in de lijst, dient de parkeernorm uit de CROW publicatie 182 uit september 2008 te worden aangehouden. Daarnaast bestaat de mogelijkheid voor het bevoegd gezag af te wijken van het aantal benodigde parkeerplaatsen indien redelijkerwijs op of in de buurt van het bouwperceel geen parkeerplaatsen te realiseren valt. Eveneens is afwijking mogelijk indien in de bestaande situatie meer of een gelijk aantal parkeerplaatsen aanwezig is.
Het overgangsrecht ten aanzien van bouwen is neergelegd in artikel 21 lid 1 Wro. Enkele bouwmogelijkheden in afwijking van de regels blijven bestaan voor gebouwen die afwijken van het plan en die zijn of worden gebouwd bij of krachtens de Woningwet. Bestaande afwijkingen mogen niet worden vergroot. Uitbreiding is slechts mogelijk met een omgevingsvergunning voor het afwijken van het bevoegd gezag.
Lid 2 betreft de overgangsregels met betrekking tot het gebruik van onbebouwde gronden en bouwwerken dat afwijkt van het bestemmingsplan op het moment dat dit rechtsmacht verkrijgt. Dit gebruik mag worden voortgezet. Wijziging van het gebruik is slechts toegestaan indien de afwijzing hierdoor niet wordt vergroot.
Het laatste artikel van de planregels betreft de slotregel van het onderliggende bestemmingsplan.