direct naar inhoud van Artikel 18 Overige regels
Plan: Huizermaat Zuidwest 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0406.BPHZRMTZW2010-OH01

Artikel 18 Overige regels

18.1 Werking wettelijk regelingen

De wettelijke regelingen waarnaar in de planregels van dit plan wordt verwezen, gelden zoals deze luidden op het moment van vaststelling van het plan.

18.2 Parkeren
  • a. onverminderd het bepaalde in de artikelen 3 tot en met 13 dient bij de oprichting van een nieuw bouwwerk, de vergroting van een bestaand bouwwerk en/of de verandering in functie op het bijbehorende bouwperceel, te worden voorzien in parkeerplaatsen volgens de volgende regeling:

functie   oprichting/vergroting/verandering  
1. praktijkruimten   1 parkeerplaats per 20 m² bvo  
2. maatschappelijke doeleinden   1 parkeerplaats per 35 m² bvo  
3. detailhandel   1 parkeerplaats per 25 m² bvo  
4. bedrijven   1 parkeerplaats per 50 m² bvo  
5. kantoren   1 parkeerplaats per 40 m² bvo  
6. dienstverlening   1 parkeerplaats per 40 m² bvo  
7. horeca   1 parkeerplaats per 15 m² bvo  
8. wonen   1,4 parkeerplaats per woning indien de maximale bruto-oppervlakte van de woning 80 m² bedraagt en 1,8 parkeerplaats per woning indien de maximale bruto-oppervlakte meer dan 80 m² bedraagt  

  • b. bij de berekening van het aantal parkeerplaatsen volgens lid 18.2 onder a, worden de ten tijde van het rechtskracht krijgen van dit plan voor parkeerplaatsen in gebruik zijnde, of voor parkeerplaatsen geplande gronden, buiten beschouwing gelaten;
  • c. voor zover er door het oprichten van nieuwe bouwwerken of het vergroten van bestaande bouwwerken, parkeerplaatsen verloren gaan, dienen deze in gelijke omvang te worden gecompenseerd;
  • d. indien bij de eindberekening het aantal parkeerplaatsen uitkomt op een halve of meer, dan vindt de afronding naar boven plaats. Minder dan een halve wordt naar beneden afgerond;
  • e. voor niet onder lid 18.2 onder a genoemde functies geldt de parkeernorm zoals opgenomen in Parkeerkencijfers-CROW 2008, publicatie 182, september 2008, 3egewijzigde druk, blz. 15 tot en met 23. Uitgegaan dient te worden van de kolommen 'reeds bebouwde kom' en van de rij 'matig stedelijk'; vervolgens dient uitgegaan te worden van het gemiddelde van de bandbreedte die wordt aangegeven;
  • f. het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 18.2 onder a indien:
    • 1. het gebruik niet wijzigt en
    • 2. de uitbreiding niet meer bedraagt dan 100 m² brutovloeroppervlakte dan wel 10% van de totale brutovloeroppervlakte indien dit meer is dan 100 m² en
    • 3. is aangetoond dat als gevolg van de uitbreiding de parkeerbehoefte niet toeneemt;
  • g. het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 18.2 onder a indien op het bouwperceel redelijkerwijs geen gronden (meer) beschikbaar kunnen worden gehouden ten behoeve van een parkeerplaats en in voldoende mate binnen redelijke afstand van het bouwperceel in parkeerplaatsen is of kan worden voorzien;
  • h. het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 18.2 onder a, indien op het bouwperceel in de bestaande situatie meer of een gelijk aantal parkeerplaatsen aanwezig is, dan ingevolge lid 18.2 onder a voor de in zijn geheel gerealiseerde bebouwing en/of wijziging van het gebruik is vereist;
  • i. het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 18.2 onder a, indien op grond van de parkeernorm, zoals opgenomen in de parkeerkencijfers CROW 2008, publicatie 182, september 2008, 3e gewijzigde druk, blz. 15 tot en met 23, een minder aantal parkeerplaatsen is vereist. Uitgegaan dient te worden van de kolommen 'rest bebouwde kom' en de van de rij 'matig stedelijk'. Vervolgens dient uitgegaan te worden van het gemiddelde van de bandbreedte die wordt aangegeven;

het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 18.2 onder a, indien uitbreiding van de bebouwing niet leidt tot een grotere parkeerbehoefte.